Maak van hetzelfde recept op dezelfde wijze 16-17 kleine eierkoekjes en serveer die ter afwisseling bijvoorbeeld twee aan twee met daartussen chocolade- of mokka-crème-au-beurre.
Bereidingswijze
Bestrijk de bakplaat dun met boter.
Strooi er bloem op en tik het teveel aan bloem weer terug bij de rest van de bloem.
Breek de eieren in de kom.
Voeg de suiker en 1 theelepel zeer warm water toe.
Zet de kom in de pan of grotere kom met goed warm water.
Klop het ei met de suiker tot er geen suikerkorrels meer zijn te zien en de massa zo stevig is dat deze slechts langzaam in de kom gelijk vloeit.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Voeg maizena, vanillesuiker en zout toe aan de bloem en zeef die.
Klop de inhoud van de kom nog even op en spatel er het bloemmengsel in gedeelten door.
Roer niet en blijf scheppen en spatelen tot er in de kom, ook niet langs de wand of op de bodem, bloem is te zien.
Schep voorzichtig met een grote lepel 8 porties deeg op enige afstand van elkaar op de bakplaat.
Bestuif deze porties biscuitdeeg door het zeefje dun met poedersuiker en schuif de bakplaak even boven het midden in de oven.
Draai de oven uit als het gebak lichtgekleurd is, veerkrachtig aanvoelt en dus gaar is.
Neem de koeken na 1 minuut met de spatel of een pannekoeksmes van de bakplaat en laat ze platliggend afkoelen.