Hak het spek fijn, leg het in een pan en zet het op het vuur.
Laat het op groot vuur smelten.
Geef er als het gesmolten is de stukken haas bij en sauteer deze aan alle kanten goed bruin.
Voeg dan de uien toe, haal de pan van het vuur, geef zout en peper over de haas, sluit de pan, zet ze weer op klein vuur en laat 15 minuten zachtjes smoren.
Schenk de witte wijn over de haas en laat die bijna geheel reduceren.
Maak de champignons schoon en ciseleer ze.
Schil de knoflook en pers die uit.
Was de peterselie en tijm.
Smelt de boter in een pan en voeg de bloem toe.
Laat deze roux op zeer zacht vuur garen totdat ze een mooie bruine kleur heeft.
Voeg er dan bij kleine hoeveelheden de bouillon bij, de champignons de knoflook, tijm, laurier en wat peterselie.
Breng aan de kook, voeg het bij de haas en laat het 25 minuten zachtjes stoven met de deksel op de pan.
Haal dan de peterselie en laurier weg.
Druk de lever door een zeef en voeg ze bij de saus.
Laat nog 20 minuten zachtjes stoven.
Meng de slagroom met het bloed.
Geef er zout en peper bij.
Haal de stukken haas uit de pan en leg ze op een voorverwarmde schaal.
Geef, van het vuur af, het bloedmengsel bij de saus, schenk wat saus over de haas en serveer.