Kalkoenfilets in een rode wijnsaus met reepjes spek, uitjes en champignons.
Bereidingswijze
- Verdeel de kalkoenfilets in 8 gelijke stukken.
- Vermeng de bloem in de kom met een ½ theelepel peper, 1 mespunt foelie en 1 theelepel zout.
- Wentel hier de filets door, leg die op het bord en bewaar de rest van de bloem.
- Laat 50 gram boter in de vleespan goed warm worden.
- Bak daarin het vlees om en om kerend met twee lepels of een tang aan alle zijden lichtbruin.
- Voeg op het laatste moment de reepjes spek en de uisnippers toe.
- Laat die onder af en toe omscheppen licht bakken.
- Verwarm de bouillon en schenk die langs de wand in de pan.
- Sluit die en draai de warmtebron laag.
- Voeg aan de rest van de bloem in de kom het knoflook, naar smaak cayennepeper, marjoleinpoeder en de tomatenpuree toe.
- Schep de champignons bij het vlees in de pan en laat die zacht doorkoken.
- Roer met de rode wijn een glad papje van het mengsel in de kom.
- Neem de vleespan van het fornuis en schuif de vaste inhoud naar een zijde.
- Roer het papje door de vloeibare inhoud.
- Breng de inhoud van de pan roerend aan de kook tot deze gebonden is.
- Schep alles om, leg het deksel weer op de pan en laat het gerecht nog 8 minuten zacht koken.
- Voeg naar smaak peper, zout, cayennepeper, marjoleinpoeder, wijn en worcestersaus toe.
- Dien het gerecht direct op.