Snij ze beide in vier puntige stukken en piqueer hiermee het konijn.
Geef er zout en peper over.
Smelt 80 gram boter in een pan.
Sauteer hierin zachtjes, zonder ze al te veel te laten kleuren, de stukken konijn.
Draai ze vaak om.
Flambeer ze met de calvados.
Schil de grote uien, hak ze fijn en voeg ze bij het konijn.
Als de uien bruin worden voeg dan de bloem toe, roer ze er goed door, voeg er de cider bij, twee eetlepels tomatenpuree en pers er de andere twee teentjes knoflook over.
Geef er nog het bouquet garni bij, doe het deksel op de pan en laat het gedurende 1 uur zachtjes smoren.
Maak ondertussen de champignons schoon en sauteer ze in 20 gram boter totdat het losgelaten vocht verdwenen is.
Schil de kleine uitjes, doe ze in een pannetje, samen met de poedersuiker en de rest van de boter, geef er zout en peper over, bedek ze juist met water en laat ze zachtjes koken totdat alle water is verdampt.
Laat de uitjes caramelliseren.
Laat de stukken konijn uitlekken, leg ze op een voorverwarmde schaal en houd ze warm.
Laat de saus snel tot 2/3 reduceren, voeg dan de slagroom toe, laat nog even koken, controleer de smaak, passeer de saus, voeg de champignons erbij en schenk de saus over het konijn.