6 eetlepels fijngesnipperde rode en groene paprika peper
worcestersaus
4 partjes citroen
plukje peterselie
Bereidingswijze
Was de mosselen onder stromend water.
Verwijder daarbij de openstaande, beschadigde en zwaar aanvoelende exemplaren.
Doe de ui met wortel, peterselie, knoflook, peperkorrels en azijn in de pan.
Schenk daar zoveel water in tot dat 1 centimeter op de bodem staat.
Voeg per ½ liter water ½ theelepel zout toe.
Laat het water hard koken.
Doe de mosselen in de pan en sluit die direct.
Temper de warmtebron niet, maar laat het water zo vlug en zo hard mogelijk koken.
Schud de mosselen regelmatig om zodat de mosselen tegelijk gaar worden.
Zet het vergiet op de kom.
Giet de inhoud van de pan in het vergiet zodra alle mosselschelpen openstaan.
Schenk het kooknat van de mosselen door zeef of koffiefilterzakje in het kommetje.
Ontdoe de mosselen van de schelpen en bestrooi ze in een kom met bloem.
Klop de eieren met 2 eetlepels van het intussen afgekoelde mosselkooknat los.
Verwarm de frituurolie of het vet (185°C).
Haal de mosselen door het ei en daarna door paneermeel.
Bak de mosselen met niet teveel tegelijk, om overbruisen van het vet te voorkomen.
Leg een stuk papier in het vergiet en laat de gebakken mosselen het overtollig vet kwijtraken.
Klop intussen de mayonaise op met 4 eetlepels wijn en roer er de snippers augurk en paprika met naar smaak met de rest van de wijn, peper en worcestersaus door.
Verdeel de gefrituurde mosselen in porties.
Rijg die aan de pennen en serveer deze met de saus en partjes citroen.