500 g kabeljauw-, schelvis- of koolvisfilets, vers of uit de diepvries
200 g oudbakken witbrood zonder korst
2 kleine eieren
knoflookpoeder
3 eetlepels gesnipperde ui
1 mespunt laos
zout
1 mespunt sambal oelek
bloem
ketjap manis
1 kippe- of kruidenbouillontablet
1 blikje muskaatdruiven
½ blik perziken
verse gemberwortel
djahépoeder
3-4 eetlepels citroensap of azijn
2-3 eetlepels suiker
2-3 eetlepels maizena
Tip van de kok
Varieer naar eigen smaak met hoeveelheden en soorten van de voor dit gerecht te gebruiken specerijen en ketjap.
Vervang de druiven uit blik door verse druiven en de perziken uit blik door verse perziken of peren. Gebruik dan in plaats van het vruchtesap, water, citroensap en suiker extra.
In plaats van fruit kunt u in dit gerecht ook 4-6 in stukken gesneden worteltjes en 8 gepelde sjalotjes nemen. Voeg deze toe bij bereidingspunt 6.
Bereidingswijze
Was de verse vis of laat de filets uit de diepvries enigszins ontdooien.
Verbrokkel het brood in een grote kom.
Verdeel de vis in kleine stukken en voeg die toe aan het brood.
Breek de eieren in de kom en doe daarin ½ eetlepel djahépoeder, 1 flinke mespunt knoflookpoeder, de ui en laos.
Maak hiervan een samenhangend mengsel.
Verdeel dat met behulp van de roerzeef of snijmixer in heel kleine stukken.
Roer hierdoor naar smaak zout, sambal en ketjap, zodat een pikant smakend mengsel ontstaat.
Voeg wat bloem toe als dat gewenst is om wat meer stevigheid te krijgen.
Vorm met twee lepels balvormige porties van het mengsel.
Rol die door bloem en zet de balletjes even apart.
Breng 500 milliliter water aan de kook met het bouillontablet.
Sluit de pan als de bouillon kookt en temper de warmtebron.
Schil een stuk gemberwortel en rasp daar 1 eetlepel af.
Of snijd de gemberwortel in blokjes en pers die door de knoflookpers tot ½ eetlepel geperste gemberwortel.
Doe de aldus verkregen gember met 2 eetlepels citroensap in de pan en laat daarin, na elkaar, de visballetjes zakken.
Laat de balletjes onder af en toe omschudden 8-10 minuten zacht koken en gaar worden.
Laat de druiven uitlekken op een zeef of een vergiet.
Laat de perziken ook uitlekken.
Vang het sap of siroop van de vruchten op.
Snijd de perzikhelften in blokjes van 2 x 2 cm.
Maak een papje van 1 eetlepel citroensap, 2 eetlepels suiker, 2 eetlepels maizena en het sap van de druiven en perziken.
Schep de visballetjes met de schuimspaan uit de pan over in de serveerschaal.
Bind de bouillon met het maizenapapje en maak dat pikant van smaak met wat citroensap of koud water, aangeroerd met djahé- en knoflookpoeder, zout en ketjap.
Roer de vruchten door de saus en laat alles heet worden.
Schenk de saus over de visballetjes en serveer het gerecht direct.