Vereenvoudig de bereiding van het gerecht door gebruik te maken van champignons uit blik of glas. Laat die goed uitlekken en voeg het uitgelopen vocht bij het water waarin het bouillontablet wordt opgelost.
Varieer het recept door 100 g van de champignons te vervangen door 75 g zeer fijn gesnipperde magere ham of 50 g grof geraspte pikante kaas.
Bereidingswijze
Was de champignons grondig en verwijder daarbij de harde en donkere delen.
Snijd grote champignons 1-2 keer overlangs door.
Bedruppel de champignons met citroensap en schep er het marjoleinpoeder en de snippers sjalot door.
Verwarm in een kleine steelpan 10 gram van de boter; doe daar de champignons in en laat ze in de pan met deksel onder af en toe omschudden op weinig warmte 3-4 minuten smoren.
Smeit intussen 45 gram van de boter in een steelpan en roer er de bloem door.
Laat de bloem in enkele minuten gaar worden op een laaggedraaide warmtebron.
Giet er onder voortdurend roeren langzaam de bouillon bij.
Roer heI tot een gladde dikke saus.
Laat de rest van de boter in een koekepan smelten en bak daarin de halve maantjes brood aan weerszijden goudgeel.
Roer de champignons door de saus.
Voeg aan de saus naar smaak wijn, zout, peper en wat aroma toe.
Roer er de room en 3 eetlepels van de peterselie door.
Dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal en garneer met de rest van de peterselie en het brood of serveer de ragoût op eenpersoonsbordjes.