Rob's kookboek

Kippepasteitjes

Bereidingstijd
  • ca. 35 minuten
Benodigdheden voor 4 personen
  • 100 g kipfilet
  • 1/3 kippebouillontablet
  • 1 flinke mespunt geraspte ui
  • 1 mespunt foelie
  • enkele takjes peterselie
  • ½ eetlepel pitloze rozijnen
  • 1 stukje schil van een goedgeboende citroen
  • 25 g boter
  • 4 pasteitjes
  • ½ kleine zeer fijn
  • gesnipperde ui
  • 1 flinke mespunt kerrie
  • 3½ eetlepel bloem
  • 2 eetlepels room of koffiemelk
  • ½ middelgrote stevige zachtzure appel
  • ½-1 eetlepel gesnipperde amandelen
  • ½-1 eetlepel droge witte sherry
  • peper uit de molen
  • zout
  • worcestersaus of aroma
  • 4 amandelen of plukjes
  • peterselie
Tip van de kok
  • Gebruik kleingesneden poelet van kip of kalf in plaats van filets en snippers champignon in plaats van de rozijnen.
  • Maak de pasteibakjes van diepgevroren bladerdeeg, dat in pakjes van 400 g verkrijgbaar is.
Bereidingswijze
  1. Was het kippevlees.
  2. Breng 250 ml water aan de kook met het bouillontablet, de ui, de foelie en de peterselie.
  3. Doe de filet in de pan, temper de warmtebron als de bouillon kookt en laat het vlees in de gesloten pan gaar worden.
  4. Wrijf in de zeef de steeltjes los van de rozijnen.
  5. Was de vruchten met lauwwarm en daarna met koud water.
  6. Laat ze, juist onder water, in de steelpan met het stukje citroenschil zacht koken.
  7. Zet de pasteibakjes op de bakplaat en leg de dekseltjes met de bolle zijde naar boven ernaast.
  8. Schuif de bakplaat in het midden van de oven en verwarm die op 180°C.
  9. Giet de rozijnen in de zeef af.
  10. Spoel de steelpan om en smelt daarin de boter.
  11. Doe de ui in de pan en fruit deze langzaam glazig.
  12. Voeg de kerrie toe en laat deze even meesudderen.
  13. Controleer of het kippevlees gaar is.
  14. Neem het met de peterselie uit de pan.
  15. Snijd het vlees in kleine stukken.
  16. Roer de bloem door de boter met kerrie tot een roux.
  17. Laat deze enkele minuten heet worden.
  18. Schenk dan onder geregeld roeren de kippebouillon in de steelpan.
  19. Laat de dikke gladde saus even heel zacht doorkoken.
  20. Neem de citroenschil uit de rozijnen.
  21. Roer die met de kleine stukjes kippevlees en de room door de saus.
  22. Houd die op de zeer laaggedraaide warmtebron warm.
  23. Schil het stuk appel, neem het klokhuis weg en snipper de appel heel fijn.
  24. Roer de appelsnippers met de amandelsnippers door de kipperagoût.
  25. Proef de ragoût en maak die op smaak af met sherry, peper, zout en worcestersaus.
  26. Vul de inmiddels warm en krokant geworden pasteibakjes met de ragoût.
  27. Plaats op eik pasteitje een kapje en garneer met een amandel of een plukje peterselie.
  28. Serveer de pasteitjes direct.