Rob's web

Opvoeding van de pup

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Opvoeding van de pup 4


Deel 3

Deel 4

Eigen maken aan de omgeving en wennen aan het verkeer

Dit onderwerp hebben we eigenlijk al voldoende behandeld in een vorig artikel, onder het kopje "opvang in zijn nieuwe omgeving". Wij vertelden u daarover al die dingen waaraan de pup moet wennen.

Dat we er hier nogmaals op ingaan komt door het volgende: U moet niet de vergissing maken alleen tijdens de puppietijd met deze zaken bezig te zijn. U moet blijvend in evenredigheid aan de leeftijd van de hond steeds trachten nieuwe situaties te vinden die de hond als normaal moet ervaren. Zag u b.v. met uw puppie van acht weken een hei-installatie in werking, nu kunt u met de wat oudere hond een dergelijk lawaai makende machine wat dichterbij naderen.

Blijf met uw hond regelmatig in druk verkeer komen maar nu met aandacht voor netjes en goed volgen aan de riem. Door steeds al deze situaties met de hond te repeteren en langzaam te verzwaren, sluit u de kans op toch nog een ernstige schrikreaktie bij uw hond uit. Als u maar als vuistregel aanhoudt dat als basis voor al deze handelingen "wederzijds vertrouwen tussen u en uw hond" aanwezig moet zijn. U bent en blijft zijn roedelleider. . . ga hem in alles voor, ontdekt u dat de hond voor een bepaalde situatie toch angst toont, onderzoek dan eerst voor uzelf of daar (vanuit de hond gedacht) een bepaalde reden voor is. Zou dit het geval zijn, stel uw hond dan gerust en ga zeer rustig en kalm met uw hond toch op deze situatie in. Als het b.v. een groot voorwerp is, loop er rustig heen, klop er eens geruststellend op. Spreek uw jonge hond rustig toe, ga juist (nadat uw hond eraan gesnuffeld heeft) hier even rusten, desnoods zelf even zitten, praat wat met uw hond, zo in de sfeer van: "Zo ouwe jongen, zie je wel, niks aan de hand. Je moet je niet zo aanstellen, hoor", enfin, u weet het zelf wel wat en hoe tegen en met uw hond te praten. Vele hondenbezitters schijnen nog steeds een soort valse schaamte te bezitten om met hun hond te praten. Waarom? Inderdaad, wat u zegt begrijpt hij niet, maar de manier waarop u iets zegt, de KLANK des te beter. U ziet uw hond toch als een kameraad? Nou, met een kameraad praat je. Met heel zijn houding, het bewegen van zijn staart, de uitdrukking van zijn ogen de stand van oren etc. praat hij te rug. En wil hij zeggen: "Wij samen, hé baas?".


Duitse Herdershond Wodan en zijn vriend Gijs (kater).
Reeds van jongs af aan met elkaar opgegegroeid.

Omgang met andere honden, katten etc.

Wij vertelden u al dat u zo vroeg mogelijk, dat wil zeggen zo gauw u de pup in huis heeft, hem in aanraking moet brengen met andere dieren. Daar waar de meesten van u in de praktijk toch met uw hond het meest om zal gaan met de volgende onderwerpen:

Meerdere honden tegelijk houden

Dit is in principe voor diegenen die voor het eerst "aan honden beginnen" niet aan te raden. Het is vaak voor ervaren hondenbezitters nog een probleem. Wilt u toch twee of zelfs meer honden houden, heeft u b.v. twee pups tegelijk gekocht, b.v. twee reuen, realiseert u zich dan dat dit over een jaar twee volwassen stevige kerels zijn geworden. Toch kan dit alles prima gaan. Als u ze beide in aparte kennels houdt zijn de problemen al minder, maar als ze beiden in huis zijn, kan dit problemen geven. Hoe dit te voorkomen zullen we nu met u doornemen. Wij omschreven het al eerder in "de pup op eigen benen", onder het kopje "de pup met andere honden"; echter hier gingen wij er in grote lijnen van uit dat de pup met andere honden in aanraking kwam. Dit geeft, mits de juiste gedragslijn gevolgd, zelden problemen omdat het leeftijdsverschil dit voorkomt. De hond, die qua gedrag veel met het wolven-gedragspatroon gemeen heeft, leeft sterk in de "roedel" rangorde. D.w.z. dat ieder dier zijn eigen plaats binnen die roedel inneemt. De leider (het alfa-dier) is de hoogste in rang. Dit leiderschap wordt ontleend aan een aantal faktoren. Meestal zal dit een reu zijn. Van veel belang hierbij zijn: grootte, kracht en vooral vastberadenheid. Diverse diergedragsonderzoekers wijten daaraan onder meer het onderwerpen van de hond aan ons gezag, door onze grootte, als wij rechtop staan steken we meestal nog zo'n meter boven de hond uit. Uiteraard is dit slechts één facet. Belangrijk is ons geestelijk overwicht op de hond. Een binnen de roedel rangmindere zal als teken van onderwerping op zijn rug gaan liggen, daarmee zijn kwetsbaarheid (zijn hals) aanbieden. U zult dat bij uw pup kunnen waarnemen als een grote en vreemde hond hem plotseling benadert. Er zijn nog vele andere kenmerken die de hond overgenomen heeft van de wolf. Binnen deze serie kunnen we hier helaas niet op ingaan. Wat we via dit zijsprongetje wilden aantonen is, dat de pup dus nimmer de leider zal kunnen zijn tegenover een ouder volwassen dier. Zich dus automatisch aan hem zal onderwerpen en er geen problemen hoeven te ontstaan. Binnen dit gedragspatroon begrijpen we nu ook, dat een pup zich nimmer agressief aan ons gezag zal willen onttrekken, maar dat dit pas kan gebeuren als hij op een leeftijd is gekomen, dat hij de roedelleider (dus u) zal willen uittesten of u het roedelleiderschap waard bent. Als u altijd op de juiste wijze met uw pup bent omgegaan, konsekwent hebt laten merken wie de baas is, zal dit niet gebeuren. Alleen als u geestelijk niet tegen uw hond bent opgewassen, kan het tot zo'n konfrontatie komen.

Wordt vervolgd