Rob's web

Etiketten

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Etiketten


Honde-eigenaren zijn in veel categorieën in te delen: fokkers, exposanten, wandelaars, flyballers, G&G-ers en ga zo maar door. Waarom heeft iemand een hond? Wat doet hij of zij met een hond? Maar ook: hoe voedt iemand zijn hond? Sommige zweren bij hun eigen recepten, hun homemade diners. Andere kiezen voor kant en klaar voer uit de winkel.

Voordelen van het zelf samenstellen van voer zijn: je kunt werken met de beste ingredienten, het voer is altijd vers. Een nadeel is het werk: kleine porties klaar maken, want grotere hoeveelheden zijn niet houdbaar. Een veel belangrijker probleem bij het zelf samenstellen van voer is echter de vraag of voer wel alles bevat wat de hond nodig heeft.

Wat staat erop en wat zit erin?

Nee, nu volgt geen verhaal over wat uw hond allemaal nodig heeft aan voedingsstoffen en waarom. En u krijgt ook geen overheerlijke recepten waar uw hond het water van in de mond loopt. De meeste mensen kopen toch het voer voor hun trouwe viervoeter in de winkel. Maar hoe weet u nu wat er in die droogvoeders en die blikjes zit? Wat is het beste voer voor uw hond? Op de najaarsdag van de Groep Geneeskunde Gezelschapsdieren getiteld "Opgefokt" hield mevrouw Van der Meullen-Frank een lezing over dit onderwerp. Wat het beste voer voor uw hond is, hangt of van de eisen die u en uw hond stellen aan het voer. Op deze vraag is geen algemeen antwoord te geven. Maar een indruk van het product kunt u krijgen met behulp van de gegevens die de fabrikanten op het etiket zetten.

Letters en waarde

Om meer over de inhoud van het huisdiervoeder te weten te komen, moet u zich in de kleine lettertjes verdiepen. Een deel van de tekst is wettelijk verplicht. Dit bevat de meeste informatie over het product. Voedingsstoffen, ingredienten, additieven en de naam van de verantwoordelijke fabrikant of importeur behoren hiertoe. Andere informatie zoekt u tevergeefs, hondevoeders vallen niet onder dezelfde toezichtsorganen als voedsel dat voor menselijke consumptie wordt verkocht.

De diervoederwetgeving legt beperkingen op en de fabrikant wil niet alles prijsgeven. De wettelijk verplichte tekst is feitelijk ook niet voor de consument geschreven. Hoewel de vermelde analyse gemiddeld overeenkomt met de chemische samenstelling van het product, kunnende waarden afwijken van de exacte samenstelling van een enkele verpakking. Ondanks het nauwkeurig volgen van de receptuur en een zorgvuldige vermenging van de ingredienten, zal door variatie in de grondstoffen ook variatie in de eindproducten optreden. Als stelregel kan gelden dat de vermelde waarden van gewenste stoffen minima zijn en van de overige stoffen (vocht, as, ruwe celstof) maxima.

Waar moeten we op letten

De meeste honde-eigenaren kijken in de eerste plaats naar het eiwitgehalte, maar eigenlijk horen alle voedingsstoffen die op de ingredientenlijst staan te worden bestudeerd. Bij een directe vergelijking van het eiwitgehalte in droogvoer en blikvoer wordt vaak de conclusie getrokken dat blikvoeders eiwitarm zijn. Door de samenstelling van een portie blikvoer en een portie droogvoer schematisch weer te geven, wordt duidelijk dat deze conclusie onjuist is. Voordat een eerlijke vergelijking van de voedingsstoffen mogelijk is, moet eerst worden gecorrigeerd voor het vochtgehalte van het product (zie rekenvoorbeeld 1). In het lijstje van voedingsstoffen treft u de koolhydraten niet aan. Dit kan berekend worden uit de vermelde gevens (zie rekenvoorbeeld 2).

Rekenvoorbeeld 1

Nutrient Droogvoer Blikvoer Blikvoer omgerekend
Vocht 8% 83% 8%
Droge stof 92% 17% 92%
Ruw eiwit 32% 8,5% 46%
Ruw vet 21% 3,5% 18,9%
Ruwe celstof 3% 0,2% 1,1%
Ruwe as 7% 2,5% 13,5%.

De droge stof (het geheel aan voedingsstoffen) wordt als volgt berekend: 100% vochtpercentage. Bij de omrekening van blikvoer zijn alle gehaltes vermenigvuldigd met de verhouding tussen de droge stof van droogvoer en blikvoer: 92/17=5,4.

Rekenvoorbeeld 2

Nutrient Gehalte Vocht 8%
Ruw eiwit 32%
Ruw vet 21%
Ruwe celstof 3%
Ruwe as 7%
Subtotaal 71% Overige koolhydraten 29% Totaal 100%.
Bereken van het gehalte koolhydraten: 100% - (totaal van nutrienten en vocht).

Het is wettelijk nog niet toegestaan de energie-inhoud van voeders te vermelden. Dit hangt onder andere samen met de kwaliteit van de eiwitten. Uit de beschikbare gegevens kan hiervan wel een indruk verkregen worden. De hoeveelheid voer, die in de gebruiksaanwijzing wordt voorgeschreven, hoort afgestemd te zijn op de energie-inhoud. Wordt van het ene product tweemaal zo veel voer voorgeschreven als van het andere product dal zal het eerste product ongeveer de helft zijn van de energie-inhoud van het tweede voer.

Energie-inhoud

Uitgaande van de eiwit-, vet- en koolhydraatgehalte kan de energie-inhoud van het product ook berekend worden (rekenvoorbeeld 3). Bij deze methode is het belangrijk te weten dat de energiewaarden van eiwit, vet en koolhydraten (respektievelijk 17, 36 en 16 kJ per gram) gemiddelden zijn. Voor zeer goed verteerbare voeders is de te benutten energie-inhoud van het voer daardoor hoger dan de berekende waarde en voor zeer slecht verteerbare voeders juist lager. En de mate van verteerbaarheid is van invloed op de hoeveelheid ontlasting.

Rekenvoorbeeld 3

Nutrient Gehalte x energie Totaal energie
Ruw eiwit 32 g x 17 kJ = 544 kJ
Ruw vet 21 g x 36 kJ = 756 kJ
Overige koolhydraten 9 g x 16 kJ = 464 kJ
Energie per 100 gr voer 1764 kJ.

Het lijstje waarin de samenstelling wordt opgesomd is geen boodschappenlijstje. In de meeste gevallen worden categorieen van grondstoffen genoemd en niet de specifieke grondstoffen die voor het betreffende voeder gebruikt zijn. De diervoederwetgeving geeft de fabrikant uit praktische overwegingen de gelegenheid om de samenstelling in deze vorm te vermelden. Dit betekent niet dat er ondeugdelijke of schadelijke stollen verwerkt mogen worden.

Fabrikanten zijn soms bereid om een meer specifieke inhoudsopgave van hun producten te geven, zoals de precieze grondstoffen, de eiwitbronnen, maar daarvoor moet u zelf kontakt opnemen met de fabrikant of importeur. (De fabrikant bekijkt dan of u als afnemer interessant genoeg bent om die informatie te verkrijgen.) De (categorieen van) grondstoffen worden in volgorde van afnemende hoeveelheid genoemd.

E-nummers

Speciale aandacht verdient de groep waarvoor E-nummers gebruikt worden, de additieven. Waarom E-nummers? Op etiketten worden additieven minder vaak met hun uitgebreide chemische naam dan methet corresponderende E-nummer vermeld. Gezien de beperkte ruimte op het etiket is dit begrijpelijk. Door de achterliggende systematiek geven de E-nummers bovendien informatie over de funktie van de toevoeging in het product. Aileen de additieven, die met E-nummer of chemische naam vermeld staan, mogen in het product verwerkt zijn. Ook natuurlijke toevoegingen, zoals citroenzuur, die binnen het product als additief funktioneren, zijn van een E-nummer voorzien. E-nummers zijn niet verdacht, want het gaat om goedgekeurde toevoegingen.

Voldoende ja of nee

De meeste gegevens die op het etiket staan, zijn inmiddels aan de orde geweest. De gebruiksaanwijzing spreekt meestal voor zich. De vraag of de hond voldoende heeft aan het voer of dat er nog zaken moeten worden toegevoegd, wordt beantwoord door de vermelding "compleet voer" of "volledig voer". Dit geeft de garantie dat alle voedingsstoffen die een hond nodig heeft in de juiste hoeveelheden en verhoudingen voorgezet worden. De producten voldoen aan de NRC-normen. Toevoegingen in de vorm van vitaminen en mineralenpreparaten zijn zelfs ongewenst. Bijna alle verkrijgbare voeders zijn compleet. Minder vaak treft u "aanvullend" of "enkelvoudig voer" aan.

Talrijke mogelijkheden

Op de verpakking wordt niet aangegeven hoe met deze voeders een volledige maaltijd samengesteld kan worden, omdat het gebruik van deze producten zeer verschillend kan zijn. Als slechts of en toe voor aanvullend voer gekozen wordt, hoeven geen toevoegingen worden gedaan, maar als dagelijks een maaltijd bereid wordt met een aanvullend voer als onderdeel, zijn er duizend-en-een mogelijkheden om een verantwoorde maaltijd samen te tellen. Steeds vaker worden producten voor speciale leeftijdscategorieen aangeboden. Hoewel variatie in portiegrootte met een "algemeen" volledig voer tot goede resultaten leidt, zijn er ook argumenten aan te voeren, die het gebruik van speciale voeders rechtvaardigen. Ook de invoering van voeders voor dieren die een verhoogd dan wel verlaagd energieverbruik hebben, kent voor- en tegenstanders.

Extra informatie voor zieke dieren Voor de gezonde dieren is de beschikbare informatie voldoende. Aileen wanneer het gehalte aan specifieke componenten erg nauw luistert voor zieke dieren, kan extra informatie aan de producent gevraagd worden om tot een verantwoord voedingsadvies te komen.Geven huisdiereigenaren een zelfbereide maaltijd, dan is het raadzaam om hier kritisch naar te kijken, want door gebrek aan kennis en een sterke vergelijking met het menselijke voedingspatroon komen ernstige excessen nog regelmatig voor in de dierenartspraktijk. Het is aan de flexibiliteit an de huisdieren te danken dat de geconstateerde gezondheidsproblemen ten gevolge van onjuiste voeding beperkt blijven.

©De Noorder Kynologen Club Groningen