Rob's web

Vermogensmetingen aan SSB zenders

Hoewel de SSB techniek rinds enkele jaren voor de zendamateurs geen groot raadsel meer is, schijnt er nog altijd onduidelijkheid to bestaan over het aangewezen vermogen bij telefonie op een Watt-meter. Er zijn nogal wat amateurs met b.v. een 175 Watt PEP (peak envelop power) SSB zender, die teleurgesteld zijn bij het aanschouwen van de geringe aanwijzing van de Watt-meter.

In tegenstelling tot een normale AM zender met draaggolf en twee zijbanden, waarbij in ongemoduleerde toestand nog altijd het draaggolfvermogen wordt uitgestraald, ontstaat bij de SSB zender in gemoduleerde toestand theoretisch geen HF spanning aan de zenderuitgang. Veronderstel een moment dat we een SSB zender van 100 Watt uitgangsvermogen over een 50 ohm belasting moduleren met een sinusfrequentie, dan ontstaat er over de belasting een spanning van ongeveer 70 Volt effectief. Moduleren we de zender nu met twee verschillende sinusfrequenties met gelijke amplitude, waarvan de vectoren op dat moment optellend, doch echter tezamen niet meer dan 70 Volt HF zijn, dan zien we dat iedere modulatie frequentie slechts 35 Volt HF kan produceren. Drie verschillende sinusfrequenties met gelijke amplitude kunnen slechts ten hoogste een derde van de totale HF effectieve spanning bereiken, t.w. 23 Volt effectief. Hoe dit er rekenkundig uitziet, leest u hierna.

Gemoduleerd met een sinus

Eq 1

Eq 2

Gemoduleerd met twee sinussen

Eq 3

Eq 4

Gemoduleerd met drie sinussen

Eq 5

We zien dus, dat met een toenemend aantal modulatie frequenties het PEP vermogen gelijk blijft, doch het gemiddeld vermogen (avarage power) afneemt. Aangezien de menselijke stem uit een veelvoud van frequenties en amplituden bestaat is ook het gemiddeld vermogen klein.

Een normale Watt-meter kan slechts het gemiddeld vermogen aanwijzen, bovendien wordt de meter aanwijzing tegen slingeren gedempt, zodat hij een zender die 100 Watt Pan agfeven de aanwijzing zelden boven de 20 Watt zal zijn. Voorts kan nog worden opgemerkt, dat wetenschappelijke metingen hebben aangetoond, dat het onderscheid tussen piek- en gemiddelde waarde van de menselijke stem in de orde van 14 dB ligt. Om op een hoger gemiddeld vermogen aan de zenderuitgang to komen moet daarom deze verhouding met behulp van een audiocompressor worden verkleind.

P. Langenegger, HB9PL; das DL-QTC, februari 1967, bewerkt door PAOVER J.A. Verheij.