Bij gebruik van b. v. een 3-fase dynamo wordt de afgenomen wisselspanning per fase met behulp van een transformator opgetransformeerd. Deze opgetransformeerde spanningen kunnen voor de hoogspanning worden gelijkgericht en afgevlakt met 50 µF om hierna in serie te worden geschakeld.
De frequentie van de wisselstroom dynamo is bij stationair lopende motor 100 à 200 Hz en bij maximum toerental 1600 Hz. De golfvorm is vierkant, enerzijds door de bijzondere vorm van het anker en anderzijds door de clippende werking van de accu als belasting met een constante spanning. Door de vierkantsgolf is de effectieve waarde gelijk aan de topwaarde. Bij een juiste trafo-dimensionering is er geen belast/onbelast spanningsvariatie. De op de vierkantsgolf aan te sluiten trafo's dienen hiervoor geschikt te zijn, zoals Hifi luidspreker trafo's, 400 Hz dumptrafo's en in het bijzonder trillertrafo's. Deze trillertrafo's zijn speciaal voor het optransformeren gemaakt en hebben een inwendige statische afscherming.
Er zijn 2 en 3 fase dynamo's. We kunnen b.v. zonder enig bezwaar voor een ontvanger een fase benutten. We sluiten hierop een 12V/250V trafo aan en kunnen dan deze fase met 30 tot 50 Watt belasten. Ook kunnen we b.v. twee fasen gelijkrichten voor de hoogspanning van een HW-100; bij serieschakeling van de gelijkgerichte spanning hebben we dan 750V voor de PA.
Bij de originele amerikaanse transceivers is de 50/60 Hz voedingstrafo geschikt om met de 12V gloeispanningswikkeling tussen twee wikkelingen op de 3 fase dynamo te worden aangesloten: De gloeidraden van de buizen worden apart op de 12V accu aangesloten. Zo aangesloten werkt de ontvanger direct. Met de zender kan 60W PEP worden getrokken; bij groter vermogen stort de secundaire trafospanning ineen. Willen we het voile vermogen hebben dan moeten drie trafo's worden toegepast.
De stabiliteit van de secundaire is bijzonder goed daar de dynamo refereert aan de accu. De accu moet echter wel 100% in orde zijn.
Door de vierkantsgolf en de absolute werking van de silicon diodes ontstaan veel stoorpieken die tot in de 10 meterband een fluittoon met een frequentie van 100 à 1600 Hz kan opleveren. Deze frequentie is afhankelijk van het motortoerental. De storing kan worden voorkomen door drie condensatoren van 47 nF over de drie fasten van de dynamo te plaatsen (zie schema hierboven).
De spanningsregelaars storen bij de wisselstroom dynamo's niet aangezien bij de meeste merken de spanningsregelaar electronisch en dus traploos werkt.
Van de meeste 3 fase dynamo's is het piekvermogen 1 kW. Bij normaal rijden zonder boordstroom te gebsuiken is 500W beschikbaar. Bij een 2 fase dynamo is dat 250W. Door circa 1.30 meter vijfaderig 4 mm2 kabel aan de dynamo te monteren kan de voeding onder het dashbord worden bereikt. De ratelcondensatoren 47 nF zo mogelijk in de dynamo plaatsen.
Uit een en ander hoop ik duidelijk te hebben gemaakt dat het toepassen van een wisselstroomdynamo niet zo moeilijk is en zonder moeilijke 3 fase trafo's is te verwezenlijken. Na vier jaar ervaring met diverse dynamo-merken, zoals SEV, Motorola, R16 en Bosch in een Ford M20 en Citroen Diana ben ik van mening dat deze methode voortreffelijk werkt.
PA0AKA, Ab.