Rob's web

Methoden om de griddiposcillator te koppelen met de te meten schakeling

Fig 1

In alle gevallen wordt de grootste nauwkeurigheid bereikt wanner er zo los mogelijk met het te meten objekt wordt gekoppeld en wel zodanig dat nog juist een zo ondiep mogelijke dip wonit waargenomen.

Methode A: De beste dip resultaten worden bereikt met methode A. De zelfinducties zijn met de wikkelrichting in een lijn; ze zijn als het ware doorgewonden. Let op de haarspeld kringen waarmee zeer snel te vast wordt gekoppeld.

Methode B: Deze methode kan het beste worden gebruikt als de zelfinducties aan de boven- of onderkant niet te bereiken zijn.

Methode C: is fout.

Methode D: maakt gebruik van een link-koppeling in die gevallen waar de kring moei - lijk te bereiken is. Met 1 of 2 windingen wordt via een link-koppeling met de te meten zelfinductie een GDO spoel gekoppeld. Ook bier wordt zo los mogelijk gekoppeld. De link om de te meten spoel komt aan de koude kant en de GDO wordt gekoppeld met het andere uiteinde.

Methode E: hierbij kan, door het verbreken van de kring, een linkleiding tussen de onderbreking worden opgenomen. Met deze link wordt daarna gekoppeld.

Methode F: toont een inductieve koppelingsmethode van de GDO met een enkele draad. Er kan eventueel een betere koppeling worden verkregen door de GDO 180 Braden te draaien.

Methode G: hierbij vindt capacitieve koppeling plaats.

Methode H: door met een zeer kort draadje de binnenader met de mantel van een 1/4 golf coaxkabel door te verbinden wondt resonantie gemeten.

Methode I: toont de koppeling met een 1/4 golf kort gesloten open lijn.

Methode J: dient om een open of kortgesloten halve golf open lijn te meten.

John, PA0VER.