Naar aanleiding van het vorige artikel over dit onderwerp werd mij gevraagd nog andere antenne types te meten. In dit artikel beschrijf ik metingen aan horizontale en verticale antennes, n.l. de ⅝λ monopole (spriet), ¼λ monopole, open dipool horizontaal, halo-antenne, hoekdipool horizontaal en klaverbladantenne.
Van de antennes die verticaal stralend worden gebruikt zijn per antenne twee stralingspatronen gemaakt, waarbij de antenne van de veldsterktemeter horizontaal respectievelijk verticaal werd gehouden. Het doel van beide diagrammen is te laten zien hoe het veldsterkte verloop is als men mobiel met een verticale antenne verbinding maakt met een vast station waarvan in het algemeen de antenne horizontaal gepolariseerd is. Natuurlijk weet een ieder dat de onderdrukking van het signaal dat optreedt bij twee verschillend gepolariseerde antennes groot is. Het leek mij toch interessant de verschillen die optreden te laten zien. Men kan hieruit duidelijk concluderen dat het beter is om horizontaal gepolariseerde antennes te gebruiken, omdat, zoals al eerder is opgemerkt, bijna alle vaste stations deze gebruiken.
Om de metingen uit te kunnen voeren werd dezelfde installatie gebruikt welke ook in het vorige artikel is beschreven. De auto waarop de metingen werden gedaan was een Renault 4. Ook werden nog twee diagrammen opgenomen van de verticale ⅝λ monopole op een Ford Taunus.
Nul graden in de diagrammen komt overeen met de richting waarin de voorkant van de auto wijst. Natuurlijk is het type auto medebepalend voor de vorm van het antennediagram; deze verschillen zijn echter niet groot als de antenne midden op het dak wordt geplaatst.
Als referentie-diagram werd het stralingspatroon van een open dipool genomen. Dit is diagram nr. 1. Dit diagram geeft in vergelijking met verzwakkerstand en of te lezen waarde een idee hoe de andere antennes zich t. o. v. de open dipool gedragen. Diagram nr. 2 geeft het stralingspatroon weer van een ⅝λ monopole in verticale positie. Het diagram is redelijk road bij verticale ontvangst. Vergelijken we nu diagram nr. 2 met nr. 3 dan is het verschil voor zich zelf sprekend.
Diagram nr. 3 is horizontaal gemeten. De modulatie t. o. v. de andere stralingspatronen is hier duidelijk een amplitudevariatie die veroorzaakt wordt door de wind. Het betreffende signaal was zwak en daardoor valt de bedoelde variatie meer op. Merk op dat de verzwakkerstand t. o. v. diagram nr. 2 +20 dB verschilt.
De diagrammen 4 en 5 geven de stralingspatronen weer van een ⅝λ monopole die onder een hoek van 45 graden werd geplaatst. Deze stand van de ⅝λ monopole die door amateurs nog wel wordt toegepast, is niet gunstig zoals uit het diagram wel blijkt. Vooral bij horizontale ontvangst is het diagram ongunstig.
Diagrammen 6 en 7 zijn stralingspatronen van een ¼λ monopole; ook uit deze diagrammen blijkt hoe de invloed van de polarisatie is.
De diagrammen 8 en 9 zijn van een ⅝λ monopole die op het kofferdeksel van een Ford is gemonteerd.
De diagrammen 10, 11 en 12 zijn respectievelijk de diagrammen van halo, klaverbladantenne en hoekdipool. De halo en klaverbladantenne zijn beschreven in het "Antennenbuch" van Karl Rothammel.
De meethoogte van de laatstgenoemde antennes boven het autodak was 60 à 70 cm. In vergelijking met de diagrammen 11 en 12 is diagram 10 redelijk onafhankelijk van de hoek in het azimuthale vlak. De halo antenne lijkt daarom het meest geschikt voor mobiel gebruik bij verbindingen met stations die van een horizontaal gepolariseerde antenne gebruik maken. De afmetingen van de halo zijn zeker t.o.v. de klaverbladantenne gunstiger.
Dit was het wat betreft de antennes, rest mij nog Jan, PA0JBK hartelijk to bedanken voor de hulp die hij mij tijdens de metingen heeft gegeven.
Felix Julien, PA0FIX.