Rob's web

Verbeteringen aan de DJ6HP RTTY-converter

In de DJ6HP RTTY converter(1) bevindt zich een Schmitt-trigger schakeling, bestaande uit een op. amp. met positieve terugkoppeling. Deze schakeling bevat twee drempels (een voor mark en een voor space), die moeten verhoeden, dat de converter teveel op "rommel" reageert. Een mark signaal moet een zeker minimum spanning hebben om de ene drempel te kunnen overschrijden. Evenzo moet een space signaal een evengrote spanning hebben, echter nu van tegengestelde polariteit.

Het voordeel hiervan is, dat deze "schakeltrap" blijft staan in de toestand, overeenkomende met het laatst ontvangen signaal.

Het klinkt allemaal even ideaal, maar in de praktijk voldoet dit systeem niet. Vaak zijn de signalen zodanig verminkt, dat t.g.v. QRM en selectieve fading het overschrijden van de eerdergenoemde drempelspanning in de verste verte niet samenvalt met de oorspronkelijke mark/space over-gang aan de zenderzijde.

Op die manier krijgt de selectormagneet van de machine niet de juiste informatie en worden verkeerde te kens afgedrukt.

Ook als er geen QRM is, maar het signaal diep in de ruis zit, kan het voorkomen, dat de machine op een gegeven moment gewoon blijft stilstaan (of juist op hol slaat, tot ergernis van de huisgenoten), hoewel het signaal nog steeds hoorbaar is. Bijzonder frustrerend, zeker als u net een nieuw land werkt.

Nog een ander aspect is het volgende. Wanneer op mark, hetzij op space een storend signaal gaat zitten, dan kan men met de drempelspanning helemaal wel inpakken. De triggerschakeling krijgt dan twee signalen tegelijk en weet niet meer wat te doen. Kortom de schakeling is goed bedoeld, maar de voordelen wegen niet teger de nadelen op.

Fig 1

Fig 2

De volgende stap is het aanbrengen van een ATC schakeling. Vanwege de eenvoud is hier de schakeling uit de ST-6/W gekozen. Voor de werking van deze schakeling verwijs ik u naar de beschrijving van de ST-6/W.(2)

Mark en space signalen mogen nu totaal verschillende amplitudes hebben: de ATC schakeling vangt dit piekfijn op.

We kunnen zelfs nog verder gaan door (afhankelijk van het feit op welk signaal een storende toon zit) mark of space gewoon uit te schakelen met een schakelaartje. De ATC wekt zonder mankeren het ontbrekende signaal weer op!

De beide schema's laten een en ander duidelijk zien. Het doet misschien wat vreemd aan, dat met S-1 de uitgang van een op. amp. rechtstreeks met aarde wordt verbonden, doch praktische proeven bij PA0VER wezen uit, dat dit zonder gevaar kan. De ATC schakeling kan op een plaatje gaatjesboard van 2 × 2 cm worden gemonteerd. Vervolgens wordt dit plaatje verticaal tussen MP-8 en R-14 opgenomen. Tevoren wordt een zijde van R-14 losgeknipt en omhooggebogen. R-15 wordt zonder scrupules losge knipt.

Een ander punt bij de DJ6HP converter, dat nogal eens zorgen baart, is de aanwezigheid van al die (instabiele) instelpotmetertjes. Vooral als deze potmetertjes wat ouder worden zal het sleepcontact minder stabiel blijven werken.

Gelukkig kunnen de nul-instellingen van de limiter en het laag-doorlaat filter vervallen. Sluit daartoe met een stukje draad de aansluitpunten 5 van de op. amps. 1 en 4 kort naar aarde. De betreffende nul-instellingen geschieden dan automatisch en de potmetertjes staan buiten dienst.

De overblijvende afregel-organen, die de frequenties van de bandfilters bepalen, worden vervangen door een samenstelling van vaste weerstanden. Dit vergt uiteraard een of meer avondjes uitzoeken, maar de frequentie-stabiliteit zal hierdoor enorm verbeteren.

Tot slot verhaal ik nog even het al eerder gegeven advies om de bandbreedte van de bandfilters wat to vergroten, zodat de afstemming wat minder kritisch is bij afwijkende shift van het tegenstation. Overigens vangt de ATC schakeling lopende signalen aardig op. Een praktische waarde voor de bandbreedte is ca. 90 tot 120 Hz.

Notes

  1. RTTY LF converter met aktieve filters, CQ-PA 36 1972.
  2. De RTTY-converter ST6/W, CQ-PA 9 en 11 1972.

PA0WDW.