Rob's web

Nogmaals "ringkernen in afgestemde kringen"

Opmerkingen naar aanleiding van het artikel van de hand van PA0EJM in CQ-PA nr. 42 en 43 van 1977.

Er zijn een tweetal punten in deze artikelen waarop ik nader in wil gaan omdat deze voor de experimenteerders van nut kunnen zijn.

Het eerste waar ik de aandacht op wil vestigen is de zin op pag. 823. Er staat: 'Een hoge Q wordt bevorderd door zo dik mogelijk draad of strengen draad te gebruiken en de windingen zo goed mogelijk over de kern te verdelen.'

Nu worden we geacht onze minimale amateur-theorie goed te kennen maar het is juist om deze zin nog eens dubbeldik te onderstrepen en er terdege rekening mee te houden, want wat is het geval? Elke spoel heeft zijn eigen capaciteit, afhankelijk van draaddikte, afstand tussen de windingen en het aantal windingen.

Nu bij ringkernen de permeabiliteiten zo'n grote rol gaan spelen wordt de netto impedantie XL - XC bij resonantie en onbelast steeds hoger (we hoeven immers steeds minder windingen te gebruiken om tot eenzelfde zelfinductie te komen).

Doordat we door het steeds minder wordende aantal windingen voor een bepaalde resonantiefrequentie ook nog eens een lagere serieweerstand over de spoel hebben, wordt de Q bij toepassing van deze moderne materialen steeds hoger.

Het is daarom verstandig zo veel als mogelijk de aanbevolen draaddikten aan die zijn afgestemd op het kernmateriaal en de ringdiameter. Dat kan veel onaangename verrassingen, die op zichzelf wel leerzaam zijn, voorkomen!

Dit geldt natuurlijk speciaal voor de te verwachten resonantiefrequentie, omdat de XL - XC (waarbij C de spoelcapaciteit vertegenwoordigt) belangrijk is voor de te verwachten grensfrequentie.

Nu hebben we het al even over de Q van de kringen gehad. Omdat we met zijn alien in het transistortijdperk zitten en constant worden belaagd door IN- en UITGANGS-impedanties van torren is de meestal hoge Q van deze ringkernen uitermate belangrijk. Bij deze halfgeleiders is juist een (ongedempte) transformatieverhouding zoals b.v. bij een juiste collectorbelasting in een geaarde emittorschakeling essentieel!

Het grote verschil met vroeger is, dat we destijds kringen bij b.v. HF-toepassing vervaardigden met een Q tussen de 10 en de 100. Bij ringkernen, mits juist gekozen en voorzien van de juiste draaddikte, zitten we praktisch altijd boven de 100!

Uit het artikel van PA0EJM bleek dat PA0FOT over een professioneel meetinstrument beschikt waarvan kan worden aangenomen dat over een groot bereik metingen verricht kunnen worden. Indien er amateurs onder ons zijn die zelf iets vervaardigd hebben waarmee b.v. op de amateurfrequenties metingen kunnen worden verricht, dan zijn met mij denkelijk velen geihteresseerd daarover iets in CQ-PA te kunnen lezen.

PA0PAU.