In dit artikel een beschouwing over de resultaten die W9UCW kon behalen met zijn antennes voor de 160 meterband. Ook al met het oog op de uitbreiding die dit mini-amateurbandje in de toekomst zal ondergaan een onderwerp dat best eens aandacht mag krijgen. Als eerste wordt er ingegaan op de conventionele 'lange' antennes en aan het eind volgt een beschrijving van een kleine 160 meter antenne.
Voor het gewone continentale werken over afstanden tot ongeveer 900 km is een horizontale draad van 60 meter voldoende, er moet dan echter voor lief worden genomen dat de mogelijkheden tot het werken van echte DX zeer zelden voor zullen komen.
Een betere oplossing, althans voor het zenden, is het gebruiken van een 10 meter lange verticale 'rondstraler' die normaal op 40 meter wordt gebruikt. Slechts een verlengspoel is nodig om deze antenne om te toveren naar een korte kwart golf straler voor de 160 meter-band.
Deze antenne is, als hij hoog is opgesteld, in staat tot grote daden als het om het uitzenden van uw signalen pat, maar zoals W9UCW stelt: 'Ik kreeg brieven waarin mij werd gevraagd waarom ik niet voor de aanroepende stations terugkwam.'
Het antwoord op deze brieven was erg eenvoudig, namelijk: een S9 aanwijzing van de S-meter veroorzaakt door ruis en storingen! her bleek dus al duidelijk het nadeel van verticaal gepolariseerde antennes voor ontvangst op 160 meter.
Tests hebben uitgewezen dat vrijwel alle QRM verticaal van polarisatie is en deze storingen worden keurig door de 'spriet' opgevangen en aan uw ontvanger aangeboden. Jammer van deze antenne of niet?
Nee, voor het uitzenden van het signaal is er bijna geen betere antenne te vinden dan deze verticale straler; de meest horizontale antennes bleken tijdens de experimenten van W9UCW slechts als een perfecte dummyload te werken met weinig nuttig stralingseffect. Prima voor het zenden, slecht voor het ontvangen!
Een waarschuwing is hier wel op zijn plaats ten aanzien van de opstelling van de verticale antenne: houd deze straler zover mogelijk van uw horizontale ontvangstantenne weg (liefst een halve golflengte of meer). De verticale rondstraler heeft namelijk de bijzonder nare eigenschap de door hem opgevangen stoorsignalen weer uit te gaan stralen zodat de 'horizontale' ontvangst danig kan worden gestoord.
De eerste horizontale antenne die ons in gedachte komt is de halvegolf dipool met een lengte van ca 80 meter. Nauw hiermee verwant is de langdraad antenne, die dan wel een lengte van 1 tot 10 maal de golflengte van het signaal (160 tot 1600 meter!) moet hebben. Deze is dan ook voor de ontvangst zeer geschikt!
De ophanghoogte van deze beide antennes is niet kritisch zolang er maar niemand is die zich er aan kan bezeren.
Een andere antenne is de Beverage-antenne; geen kleine jongen met zijn lengte van 900 meter, maar misschien is dit iets voor mensen met een mime achtertuin. De opbouw van de Beverage antenne is in fig. 1 gegeven. De koolfilm weerstand van 600 ohm is nodig om de antenne richtingeffect te geven. De voorkeursontvangstrichting is in het verlengde van de draad.
Fig. 1.
Een dubbeldraads variant op de Beverage-antenne is ook mogelijk. Fig. 2 verduidelijkt het een en ander van de opbouw, het zijn echter alleen richtlijnen want er zal heus nog heel wat geexperimenteerd moeten worden.
Fig. 2.
Het fase netwerk bestaande uit R1 en C1 is dusdanig berekend dat hiermee ieder ongewenst stoorsignaal kan worden verzwakt zonder hiermee het te ontvangen signaal erg aan te tasten. Voorzover bekend is de polarisatie van deze antenne horizontaal, zijn voor-achterverhouding 25 tot 30 dB en heeft hij een onderdmkking van 60 dB van de signalen die de antenne vanaf de zijkant bereiken.
De antenne is een bijna perfecte dummyload als het om zenden gaat dus ontvangen is, als eerder opgemerkt, de enige mogelijkheid.
Een ietwat moeilijker te construeren maar niettemin een erg goede antenne is een andere variatie op de Beverage-antenne zoals in fig. 3 is getekend. Het is deze antenne waarmee W9UCW de beste resultaten behaalde. Om signalen van de linkerzijde te ontvangen moet de ontvanger met P1 worden verbonden en het fasedraai-netwerk met P2. Voor signalen op de linkerzijde moet dit worden omgewisseld dus ontvanger aan P2 en het netwerk aan P1.
Fig. 3.
L1, L5 | 6 windingen 6,35 cm ø, dicht opeen gewonden draad 1 mm. Installeren in L2 en L6' bij middenaftakking. |
L2, L6 | 56 windingen 8,9 cm ø, dicht opeen gewonden draad 1 mm met middenaftakking. |
L3 | 60 windingen 2 mm draad, 10,1 cm ø, lengte 10,1 cm. Gewikkelde spoel bekleden met metaalfolie over de voile lengte; een baan van 2,2 cm niet met folie bekleden. Scherm aarden. Middenaftakking. |
L4 | 40 windingen 2 mm draad gewikkeld over het midden van L3. |
L7 | 40 windingen 1,8 mm draad, 2,5 cm ø, 2,5 cm Lang (250 µH). |
De antenne die bij uitstek geschikt is voor OM's welke geen ruime achtertuin hebben is wel de afgeschermde raam-antenne van W1FB (zie fig. 4). Om de te ontvangen signalen goed te kunnen waarnemen is het nodig een voorversterker aan te sluiten en deze voorversterker wordt gevoed via de kabel die het antennesignaal transporteert.
Fig. 4.
R1 voorkomt dat het signaal naar aarde afvloeit en C2 zorgt ervoor dat er geen gelijkspanning op de ingang van de ontvanger komt te staan. Als antennetrimmer (C1) kan het beste een micatrimmer of goede luchttrimmer worden toegepast.
Het antenne-element wordt gemaakt van 50 ohm coax zoals RG-59U e.d. waarvan in de top ca 2,5 cm van de afschermmantel moet worden verwijderd. In de tekening is aangegeven in welke richting deze antenne gevoelig is.
Monteer het element stevig aan een paar degelijke ophangpunten zodat het niet kan gaan bewegen in de wind. De versterker kan het beste in een afgeschermd, waterdicht kastje worden gemonteerd dat onder het element een plaatsje krijgt.
Wilt u met deze antenne gaan experimenteren dan kunt u de maten nog gaan veranderen en de zijden 2,80 meter groot maken. Het is dan zelfs wel mogelijk dat de voorversterker voor goede ontvangst niet meer nodig is.
Het is ook mogelijk om gebruik te maken van aluminium 'hard line'; aluminium buis met binnengeleider en schuimdielectricum; dat echter in ons land wel moeilijk verkrijgbaar zal zijn.
Tot slot nog eenmaal de waarschuwing: stel het element zo op dat de nul in de richting van de verticale zendantenne wijst anders valt geen signaal te bespeuren door de heruitgezonden QRM die door de verticale zendantenne wordt opgepikt. Soms helpt het de verticale straler te aarden, kort te sluiten of te verstemmen tijdens de ontvangst zodat het uitstralen van QRM tot een minimum wordt beperkt.
PE1CVD.