De kast van de Siemens Telexmachine T100B is voorzien van een abonneeschakelkast waarin zich de lijnstroomvoeding, de lampvoeding, tweekleurenomschakeling en de relaisschakeling voor verbinding met de telexcentrale bevinden.
Daar in originele toestand de werking voor velen van u niet erg interessant zal zijn, wordt hier de wijziging voor RTTY beschreven en wel zodanig, dat de veranderingen in de kast minimaal zijn, terwijl ook de mogelijkheid bestaat de ingebouwde lijnstroomvoeding voor RTTY te gebruiken.
Op zichzelf is het bovenstaande niets nieuws. In Electron van oktober 1981 is door PA0JBB al het een en ander over de abonneeschakelkast beschreven en ook wordt bij afgeleverde machines een schema bijgevoegd dat aangeeft hoe de kast gewijzigd moet worden, maar deze wijzigingen vergen toch wel enig "operatief" ingrijpen in de kast. Na enige studie van de schakeling en enig experimenteren ben ik tot de konklusie gekomen dat het wijzigen van de kast in feite een fluitje van een cent is.
De wijziging biedt de volgende mogelijkheden:
Gebruik mogelijk bij zowel konverters die ingebouwde lijnstroom hebben als konverters die geen lijnstroomvoeding ingebouwd hebben.
Verder blijven alle bedieningsknoppen hun originele funktie behouden.
Allereerst de funkties van de toetsen:
Besproken wordt de kast in de uitvoering D15, er zijn nog twee uitvoeringen, maar de werking is identiek, zodat ook de wijziging van toepassing zal zijn.
Zie het vereenvoudigd schema, zie ook Electron oktober 1981 of het schema dat u bij de machine heeft.

Fig. 1. Schema van de abonneekast.
In rusttoestand zit de machine zodanig op de centrale aangesloten, dat de + van de centrale op pen 4 en de - van de centrale op pen 1 zit (plug III).
Er kan nu geen stroom lopen doordat G7 en G6 gesperd zijn.
Weerstand R9 houdt de transistor Ts gesperd zodat alle relais afgevallen zijn. Komt er nu een bericht vanuit de centrale binnen dan poolt deze laatste de spanning om. Hierdoor gaat er stroom lopen via R7, G6, G7 en de basis-emitter overgang van Ts. Doordat deze stroom tegengesteld en groter is dan de stroom door R9, die Ts gesperd hield, zal Ts gaan geleiden. Daardoor trekt relais A aan die de telex op de lijn zet. Tevens trekken relais V1 en V2 aan waardoor de motor in de machine gaat draaien. Weerstand R8 zorgt er nu voor dat Ts in geleiding blijft, zodat onderbrekingen in de lijnstroom t.g.v. de seintekens, de verbinding niet meer kunnen verbreken.
Willen we zelf een verbinding tot stand brengen door het indrukken van de oproeptoets OT, dan trekt relais A aan. Doordat er nu via de telex stroom kan lopen door de centrale, poolt de spanning van de laatste om. De rest gaat net zo als bij een binnenkomende oproep.
De enige manier om de verbinding met de centrale weer te kunnen verbreken is door de transistor Ts weer te laten sperren.
Daartoe moet de Stroom door R8, die Ts in geleiding houdt, worden opgegeven. Dit kan op twee manieren gebeuren: Als de centrale zelf de verbinding sluit, keert de centrale de lijnspanning om. Daardoor kan er via G8, G5 en G22 een zodanige stroom lopen, dat de stroom door R8 wordt opgeheven. Daardoor vallen alle relais af, de verbinding wordt verbroken en de machine stopt.
Verbreken we de verbinding door op de sluittoets ST te drukken, dan valt relais A af, zodat er geen stroom meer loopt via de centrale.
Deze laatste keert daardoor de spanning om en er gebeurt hetzelfde als hierboven beschreven.
Het is nu duidelijk dat de CENTRALE de machine inschakelt en wij alleen zorgen dat de lijnstroom door de machine kan lopen.
Een punt heb ik nog niet aangeroerd: Indien de verbinding tot stand is gebracht wordt in serie met R9 de weer-stand R6 geschakeld door relais A. Van dit feit kunnen we nu listig gebruik maken. (Deze weerstand is in het Electron-schema weggevallen.)
Stel we sluiten extern een lijnstroomvoeding aan en wel zodanig dat de + aan pen 1 zit en de - aan pen 4 (plug III). De machine zou dan gaan lopen door de aanwezigheid van R7. Denken we deze weerstand weg, dan gebeurt er niets bij het inschakelen van de lijnstroom. De machine staat dus in rust.
Nu drukken we op de oproeptoets OT, relais A trekt aan en daardoor kan er lijnstroom lopen via de telex, G7 en Ts. De machine gaat nu lopen en we kunnen er mee werken. We hebben dus bereikt dat de machine gaat lopen zodra we op de oproeptoets drukken.
Hoe krijgen we de machine nu weer uit? Dat willen we door op de sluittoets ST te drukken. Doen we dit, dan valt relais A af. De telex krijgt dan lijnstroom uit zijn eigen voeding zodat die niet gaat rammelen. Er kan geen lijnstroom meer lopen doordat relais V2 nog is aangetrokken. De weerstand R9 zal nu voor een grotere sperstroom zorgen door Ts, echter deze stroom is niet groot genoeg om Ts te laten sperren. We lossen dat simpelweg op door R9 zo klein te maken dat dit wel het geval is. Nu gaat Ts sperren en de relais V1 en V2 vallen af. Zo dat is dan dat…
Werkt de boel nu nog zoals het hoort? We zullen zien…
We beginnen weer even in rusttoestand. De verkleinde weerstand R9 houdt Ts gesperd waardoor V1 en V2 niet aangetrokken zijn. We drukken nu op de oproeptoets OT. De lijnstroom die nu via G7 door Is kan vloeien is zo groot, dat de stroom door R9 ruimschoots wordt opgeheven waardoor Is geleidend wordt. De stroom door R9 wordt nu veel kleiner doordat R6 ermee in serie komt te staan.
Dit laatste is erg belangrijk, want bij verbreken van de lijnstroom (seintekens!) zou Ts weer gaan sperren. Ts blijft dus ook tijdens de seintekens netjes geleiden. We drukken nu op de sluittoets ST. Hierdoor valt relais A af. Dit heeft tot gevolg dat er geen lijnstroom meer loopt. Tevens zorgt nu de verkleinde weerstand R9 ervoor, dat de stroom door R8 wordt opgeheven. Relais V1 en V2 vallen weer af en de machine stopt.
Het blijkt nu dat weerstand R7 rustig kan blijven zitten, want doordat we R9 verkleind hebben, loopt er door R7 te weinig stroom om de sperstroom door R9 op te heffen.
Het enige dat we dus hoeven te doen is een weerstand (ong. 220 Ohm) over R9 te zetten! Simpeler kan het bijna niet Dus geen gespit in de schakelkast.
We moeten er alleen voor zorgen dat de open lijnspanning niet groter is dan ca. 100 V. Is dit wel het geval dan gaat de machine toch lopen bij het aansluiten van de lijnstroom en moeten we R7 loskoppelen.
Voordeel van de wijziging is dat de zaak eenvoudig weer in originele toestand terug te brengen is.
Bij tekenvervorming moeten de kondensatoren C4a en C4B worden verwijderd. Dit blijkt niet altijd nodig te zijn. Dus eerst proberen! Tevens verwijderen we relais R, want anders gaat iedere keer de zoemer als de bel in de telex geaktiveerd wordt.
Het zou te gek zijn om een externe lijnstroomvoeding te gaan gebruiken, terwijl er in de machine zelf een pracht van een lijnstroomvoeding aanwezig is! Met wat meer werk kunnen we de ingebouwde lijnstroomvoeding gebruiken. Ook deze wijziging is niet moeilijk. We maken de twee blauwe draden die aan pen B1 van het filter L2 vast zitten los. De twee blauwe draden doorverbonden laten en afisoleren met een stukje kous. Het punt B1 van het filter nu via een weerstand van 1000 Ohm -10 watt aan de +60 V verbinden (punt 12 op de print). Op de punten 1 en 4 van de 8-polige plug III sluiten we de konverter aan (4 moet aan de kollektor van de schakeltor komen en 1 aan de massa van de konvertor. Dit lijkt een beetje vreemd en op kortsluiting, doch dit alles is mogelijk omdat de massa (ov) van de machine "zwevend" is. De weerstand heb ik zelf op een stukje montaprint gemonteerd die ik boven het filter Ll vastgezet heb op afstandsbusjes van 20 mm.
Tenslotte heb ik nog een laatste tip: Schakel in serie met de basis van de MJE340 (konvertor) een diode. Mocht de transistor overlijden, dan blijft de rest tenminste heel. Ik heb zelf door een "ongelukje" de lijnstroom op de konverter gehad, hetgeen me alle IC's kostte…
Het verdient ook aanbeveling om de machine op een geaard stopkontakt aan to sluiten. Door de grote kapaciteit van de ontstoorkondensatoren voert de kast n.l. een nogal hoge spanning t.o.v. randaarde.
PE1HHY.