Voeding

13,8 V - 60 A, 5 tot 15 V regelbaar - 20 A, met instelling van de maximumstroom

Fig 1
Fig. 1

Doel: het konventioneel materiaal op 13,8 V voeden. Testprinten voeden om over een snelle veiligheid te beschikken tijdens het regelen.

Stabiliteit bij 60 A: spanningsval van 20 mV.

Beveiliging

Bij overspanning: Meer dan 24,5 V op de klemmen van de kondensatoren of meer dan 14,2V aan de uitgang. Een relais gestuurd door een comparator opent een kontakt in de primaire kring van de transformator, de overblijvende spanning wordt aan een weerstand gelegd.

Bij overstroom: Een triggerimpuls wordt door de comparator gegeven; deze legt de basis van een NPN-transistor aan de massa, zodat deze transistor de stroom naar de regulatoren afsluit. Een thyristor vergrendelt de beveiliging; met een "normaal gesloten" drukknop kunnen de regulatoren weer in werking gesteld worden. Reaktiesnelheid van het comparator-IC: 80 nanosekonden of 80 duizendsten van een duizendste van een seconde.

Voorzorgsmaatregelen

De regulatoren moeten ontkoppeld worden t.o.v. de massa door tantaliumkondensatoren van 1µF 50 V.
Dit geldt ook voor de uitgangsklemmen: te ontkoppellen d.m.v. tantaliumkondensatoren van 1µF 50 V.
De massa en de "sense" van elke regulator moeten op de uitgangsklemmen genomen worden om een goede regulatie te kunnen waarborgen.
3 draden van 4 mm² parallel schakelen om een stroom van 60 A te kunnen leveren.
De 9 x BDY29 mogen vervangen worden door 12 x 2N3055.
Ventilatie is noodzakelijk indien permanent 60 A afgenomen wordt.
Er is een afzonderlijke 12 V-voeding voor de beveiligingskringen: de 7812 moet eveneens met een tantaliumkondensator van 1µF 50 V ontkoppeld worden.
Een 24 V-voeding is effektief vereist, daar er supplementair ± 5 V nodig is voor het regelen van de UA78G. Zou men nu van b.v. 18 V vertrekken, dan krijgt men 18V - 5 V - 1,2 V (2 junkties) = 11.8 V zodat men onmogelijk 13,8 V onder belasting kan bekomen!
De UA78G en de 7812 op koelplaatjes monteren.

Fig 2
Fig. 2

Fig 3
Fig. 3

Fig 4
Fig. 4

Fig 5
Fig. 5

Fig 6
Fig. 6

Fig 7
Fig. 7

Afregelen

Afregelen van de overstroomcomparatoren

Op B ± 13,8 V injekteren en de potmeter regelen zodat er ± 6 V op C gemeten wordt.
Op A 13,8 + 0,6 V injekteren en de ingangspotmeter zo regelen dat de LED juist gaat oplichten.
Na het regelen stipje verf op de twee potmeters aanbrengen.
LED-diode verwijderen.

Afregelen overspanningscomparator

"+" Ingang op 6 V regelen.
De drempelspanning van 14,2 V b.v. op A aanbrengen, dan de "-" ingangspotmeter zo regelen dat de diode juist oplicht.
Verfstip (of TippEx) op de potmeter aanbrengen en LED verwijderen.

Instellen van de uitgangsspanning

Regel de 10 kΩ potmeter van de "sense" van de UA78G-regulator.

Veel plezier ermee!

ON4BE, Luc Devillers.

Rob's web