Voor het bepalen van kleurtemperatuur wordt een vergelijking gedaan met een zwart lichaam (platina) met een zekere temperatuur.
Licht van een gewone gloeilamp is ongeveer 2700 K en op een lichtbewolkte dag is de kleurtemperatuur buiten ongeveer 6000 K. Hoe hoger de temperatuur hoe blauwer het licht. (Dit in tegenstelling tot de terminologie: 2700 K heet warm licht, meer dan 3500 K noemen we koel...)
Een flitser heeft een hoge kleurtemperatuur en geeft een bijna blauw licht.
In de fotografie wordt kleurtemperatuur ook uitgedrukt in mireds.
Mired (M), afkomstig van de term micro reciprocal degree, is een eenheid gelijk aan 106 K-1 De miredwaarde (juister: de reciproke kleurtemperatuur in mired) is dus gelijk aan 1.000.000 (een miljoen) gedeeld door de kleurtemperatuur in kelvin.
1 mired = 1.000.000 / (kleurtemperatuur in Kelvin).
Daglichtfilm is uitgebalanceerd voor ongeveer 5500 Kelvin, oftewel 182 mireds.
Om te bepalen hoeveel filtering nodig is, wordt de kleurtemperatuur geconverteerd naar mireds.
Als de gebruikte lichtbron een kleurtemperatuur van 6000 K geeft, of 167 mireds, is 182-167=15 mireds kleurverschuiving nodig. Een 81A-filter (18 mireds verschuiving) is hier het beste filter.
Het menselijk oog kan geen verschuiving kleiner dan 10 mireds (een decamired) onderscheiden.
Kleurtemperatuur van een lichtbron is de absolute temperatuur waarbij een zwart lichaam licht van dezelfde temperatuur uitzendt als het te karakteriseren licht.
Het begrip is belangrijk in de kleurenfotografie. Zowel kleurennegatief- als kleurenpositieffilm uitsluitend in kleurbalans zijn voor een bepaalde kleurtemperatuur. Wil men een juiiste kleurenweergave is het noodzakelijk gebruik te maken van kleurtemperatuurcorrectiefilters. De waarden van de kleurtemperatuurcorrectiefilters zijn uitgedrukt in °K. voor zowel voor een aanpassing van een te warme kleur in tinten blauw als voor een aanpassing van een te koude kleur in tinten rood. Noteren we dat de correctie van de kleurtemperatuur alleen mogelijk is bij lichtbronnen met een continuespectrum. We denken hier aan zonlicht, kaarslicht, gloeilamp, halogeenlicht en flitslicht.
Moderne lichtlbronnen zoals fluoricentielampen (TL) beschikken niet over een discontinuespectrum. Bepaalde kleuren uit het spectrum ontbreken of zijn overmatig aanwezig. In dit geval worden nog bijkomend lichtfilters gebruikt om bepaalde kleuren weg te filteren.
Temperatuur (K) | mired | omschrijving |
---|---|---|
1200 | 833 | kaarslicht |
2000 | 500 | zonsopkomst en zonsondergang |
2800 | 357 | gloeilamp, halogeenlamp, zonsopkomst en zonsondergang |
3000 | 333 | studiolamp, 3000-kleur TL-lamp ("/830" is kleurweergave 80 en kleurtemperatuur 3000 K) |
3200 | 312 | halogeenlamp |
3400 | 294 | filmzon |
3500 | 288 | een uur na zonsopkomst |
4000 | 250 | 4000-kleur TL-lamp ("/840" is kleurweergave 80 en kleurtemperatuur 4000 K) |
4200 - 4700 | 238 - 213 | mengsel van kunst- en daglicht |
5000 | 200 | fototoestel-flitser, daglicht ("D50" is "Daglicht 5000") |
5400 | 185 | Standaardwaarde voor televisie |
5600 | 178 | standaarddaglicht |
6000 | 167 | middagzon |
6500 | 154 | Wit/neutraal. Standaardwaarde voor monitor. |
7000 - 10000 | 141 - 100 | Zware bewolking of schaduw aan de noordzijde. Zonder direct zonlicht. |
Deze passen de kleurbalans van het licht aan aan de film. De meeste films zijn voor daglicht (5500 K) gemaakt. We passen de witbalans aan.
Voor TL verlichting is een speciaal filter nodig dat het TL-licht corrigeert.
In digitale cameras kan men de witbalans optie gebruiken om de correctie uit te voeren. Zie manual van de camara.
In de meeste gevallen zal een correctiefilter niet nodig zijn omdat de camera dit kan. Kan de camera dit niet zet deze dan op daglicht (5500 K) en gebruik een filter.
Willen we met gekleurd licht zoals op podia fotograferen zet dan de automatische witbalans uit en gebruik daglicht bij led schijnwerpers.