Afkorting: Ce
Cerium is een zilverwit lanthanide.
Atoomnummer: 58
Schil | Aantal electronen |
---|---|
1 | 2 |
2 | 2, 6 |
3 | 2, 6, 10 |
4 | 2, 6, 10, 2 |
5 | 2, 6, 0 |
6 | 2 |
Atoom- gewicht |
Vervaltijd | Verval- vorm |
Vervalproduct |
---|---|---|---|
136 | Stabiel | ||
138 | Stabiel | ||
139 | 137,640 d | Electronen vangst | 139La |
140 | Stabiel | ||
141 | 32,5 d | β | 141Pr |
142 | 5×1016 j | 2β | 142Nd |
143 | 284,893 d | β | 144Pr |
In de natuur komen drie stabiele ceriumisotopen en één radioactieve voor. Met een relatieve aanwezigheid van meer dan 88% is 140Ce de meest voorkomende. In totaal zijn er 27 radio-isotopen van cerium bekend, waarvan er 26 alleen kunstmatig kunnen worden gemaakt. Het grootste deel daarvan heeft halveringstijden van minder dan 4 dagen.
Kookpunt: 3700 K
Smeltpunt: 1070 K
Dichtheid bij 293 K en 1000 hPA: 7254 kg/m3.
Cerium is een krachtige reductor en kan bij 65°C al spontaan ontbranden. Met zink reageert cerium explosief en reacties met bismut en antimonium verlopen zeer exotherm. Dampen van brandend cerium zijn giftig en moeten niet geblust worden met water omdat cerium daar heftig mee reageert onder vorming van explosief waterstofgas. Bij aanraking met de huid veroorzaakt cerium heftige jeuk en dierproeven hebben aangetoond dat bij injectie van cerium hartafwijkingen kunnen optreden.
Van de lanthaniden en actiniden komt cerium het meest op aarde voor. Ongeveer 0,0046% van de aardkorst bestaat uit cerium. Het komt vooral voor in de mineralen monaziet en bastnasiet. Belangrijke vindplaatsen hiervan bevinden zich in gebieden waar ook uranium en thorium worden aangetroffen.