Afkorting: Cm
Curium is een zilverkleurig actinide.
Atoomnummer: 96
Schil | Aantal electronen |
---|---|
1 | 2 |
2 | 2, 6 |
3 | 2, 6, 10 |
4 | 2, 6, 10, 14 |
5 | 2, 6, 10, 7 |
6 | 2, 6, 1 |
7 | 2 |
Atoom- gewicht |
Vervaltijd | Verval- vorm |
Vervalproduct |
---|---|---|---|
245 | 8500 j | α | 241Pu |
246 | 4730 j | α | 242Pu |
247 | 1,56*107 j | α | 243Pu |
248 | 3,40*105 j | α | 244Pu |
250 | 9700 j | α | 246Pu |
Er zijn 19 radioactieve curiumisotopen bekend. Met een halveringstijd van 1,56*107 jaar is 247Cm het meest stabiel.
Kookpunt: K
Smeltpunt: 1618 K
Dichtheid bij 293 K en 1000 hPA: 13300 kg/m3.
Aangezien curium niet in noemenswaardige hoeveelheden in de biosfeer wordt aangetroffen, zijn de risico's nihil. In nucleaire onderzoekslaboratoria waar curium wel voorkomt dient het met grote zorgvuldigheid worden behandeld, omdat curium zich in botstructuren kan ophopen waarna het als gevolg van de radioactiviteit rode bloedcellen kan vernietigen.
In uiterst kleine hoeveelheden wordt curium aangetroffen in uraniumerts als gevolg van natuurlijk verval. Deze hoeveelheden zijn commercieel gezien niet interessant. Voor wetenschappelijke en industriële toepassingen wordt curium geproduceerd door plutonium te bombarderen met neutronen.