Rob's web

Flitsschoen

De flitsschoen heeft de vorm van een omgekeerde, vierkante "U" van metaal. De bijpassende adapter aan de onderkant van de flitser schuift vanaf de achterkant van de camera naar binnen en wordt soms vastgezet met een klemschroef op de flitser. In het midden van de "U" bevindt zich een metalen contactpunt. Deze wordt gebruikt voor standaard, merkonafhankelijke flitsers.

De fysieke afmetingen van de "standaard flitsschoen" worden gedefinieerd door de Internationale Organisatie voor Standaardisatie ISO 518:2006.

Gemeten op een Nikon D3400 zijn de interne afmetingen 18,7 mm × 18,0 mm × 2,05 mm terwijl de externe afmetingen 20,7 mm × 18 mm × 5,1 mm zijn. De afstand tussen de twee "tanden" van de schoen is 12,6 mm.

Accessoire schoen

Voor de jaren zeventig hadden veel camera's een "accessoireschoen" die bedoeld was voor accessoires, waaronder flitsers die elektrisch via een kabel waren aangesloten, externe lichtmeters, speciale zoekers of afstandsmeters. Deze eerdere accessoireschoenen hadden een standaardvorm en hadden geen elektrische contacten; contacten werden toegevoegd om de flitsschoen te produceren.

Geschiedenis

De eerste flitsschoen had helemaal geen contacten en werden accesoireschoen genoemd. Hierop kon ook een meetzoeker geplaatst worden. Op de camera zit dan een X-contact waarmee een flitser verbonden kon worden. De Canon A-serie heeft die ook naast het flitsschoen contact. Deze gebruikt het X-contact ook voor de datum achterwand, welke ook een flitser bevat.

PC flitser connector
PC contact voor flitser.

Later is een flitscontact geplaatst en is de flitsschoen (hot shoe) geboren. De houder is het massacontact. Op de voet van de flitser zit het contact in een van de gleuven.

Merkgebonden flitsschoenen

Canon, Nikon, Olympus en Pentax gebruiken de standaard ISO-flitsschoen met verschillende eigen elektronische uitbreidingen. Het flitscontact zit altijd op de zelfde plaats.

Flitsschoenen

Voltages

Een intern cameracircuit verbindt het middencontact en de schoenbevestiging om de flitser te activeren. De grootte en polariteit van de spanning tussen de contacten op de flitser in de toestand van open circuit varieerde tussen verschillende flitsers; dit heeft geen gevolgen voor een eenvoudig elektromechanisch contact op de camera, zolang de energie niet zo hoog is dat de contacten beschadigd raken. Bij recentere camera's met elektronische activering kan een te hoge of te lage spanning of een onjuiste polariteit er echter toe leiden dat de flitser niet brandt of dat de camera beschadigd raakt.

De ISO 10330-specificatie staat een triggerspanning van 24 volt toe. Sommige fabrikanten, met name Canon, vragen niet meer dan 6 volt. Flitsers die zijn ontworpen voor moderne camera's gebruiken spanningen die veilig en effectief zijn, maar sommige oudere flitsers hebben veel hogere spanningen, tot honderden volt, die elektronische activeringscircuits beschadigen. Sommige gebruiken negatieve DC-polariteit of AC.

Het is mogelijk om een oudere hoogspanningstriggerende flitser aan te sluiten op een camera die slechts 5 of 6 volt kan verdragen via een adapter die de nodige spanningsbeveiligingsschakelingen bevat, meestal met behulp van een krachtige TRIAC. Dergelijke adapters halen stroom uit de triggerspanning van de flitser en hebben daarom vaak geen eigen voeding nodig.