Maak de amandelspijs eens zelf. Was en droog 150 g gepelde amandelen en maal ze fijn.Vermeng ze met 150 g suiker, 1 klein ei en 1 eetlepel geraspte citroenschilletjes. Draai dit mengsel nog 1-2 keer door de molen. Laat het amandelspijs afgedekt tenminste 4 dagen rusten, want daardoor verbetert de smaak.
Garneer de stol, als deze met de kerstdagen zal worden aangesneden, met een rood lint met strik en een paar takjes dennegroen of hulst.
Bereidingswijze
Los de gist met de basterdsuiker op in de lauwwarme melk.
Houd 25 gram van de bloem apart en zeef de rest in een kom.
Maak in het midden van de bloem een kuil en giet daar voorzichtig de helft van de lauwe melk in.
Klop het ei los en houd de helft apart. Voeg de andere helft bij de bloem in de kom.
Vermeng de vloeistof nu beetje bij beetje met de omringende bloem.
Giet er de rest van de melk bij.
Kneed de ingrediënten vanuit het midden werkend tot een glad deeg.
Maak hierbij gebruik van de keukenmachine of mixer met deeghaken of kneed met de hand.
Smelt 50 gram van de roomboter zonder deze erg heet te laten worden.
Kneed de gesmolten boter met het zout en de citroenrasp door het deeg.
Kneed alles goed door elkaar tot een elastisch deeg ontstaat dat niet meer kleeft.
Dek het deeg af met een vochzige doek en laat het op een warme plaats ¼ uur rijzen.
Was de rozijnen en krenten en droog ze met keukenpapier of in een doek.
Vermeng ze met de sucadesnippers, de gehakte amandelen en de oranjesnippers.
Bestrijk het midden van de bakplaat met boter.
Bestuif een deel van het werkvlak dun met bloem.
Kneed hierop het gerezen deeg opnieuw goed door, tot het elastisch is geworden.
Maak een staaf van de amandelspijs.
Rol het deeg uit tot een dikke lap, verdeel daar de vulling met rozijnen over en rol de lap losjes op.
Kneed het deeg met de handen door tot de vulling gelijkmatig over het deeg is verdeeld.
Rol dat uit tot een ovale lap van 3 centimeter dikte.
Sla aan de bovenzijde 5 centimeter naar binnen dubbel en druk met de deegroller even achter het midden van de lap een verdieping in het deeg.
Leg daar de staaf amandelspijs in en klap de deeglap bijna dubbel.
Breng deze over op de bakplaat en vorm het deeg met bebloemde handen nog wat bij.
Laat het onder een vochtige doek op de lauwwarme plaats nog ¼ uur narijzen.
Verwarm dan de oven voor op 210°C, bestrijk het deeg met het apart gezette ei en schuif de bakplaat vlak onder het midden van de oven.
Bak het brood in ruim ½ uur gaar.
Controleer of het brood gaar is; het klinkt dan hol als er tegen wordt getikt.
Strijk de rest van de boter op het brood en stuif daar dik poedersuiker op.