Een recept uit "de oude doos", maar verrassend lekker, ook als zomerse stamppot.
Bereidingswijze
- Was het spek met lauwwarm water.
- Breng in de pan een flinke bodem water aan de kook en laat het spek daarin 20-25 minuten zacht koken.
- Haal de pan van de warmtebron.
- Neem het spek uit de pan en houd het apart.
- Schil de aardappels en snijd die in stukken van gelijke grootte.
- Doe de aardappels in het kooknat van het spek.
- Schil de appels en boor het klokhuis eruit.
- Houd 2 zure appels apart.
- Verdeel de geschilde appels in stukken zo groot als de stukken aardappel.
- Voeg ze bij de aardappels in de pan.
- Strooi wat zout in de pan en zet deze op.
- Breng de inhoud aan de kook en temper de warmtebron.
- Laat de inhoud in 20 minuten gaar koken.
- Snijd het spek in repen of blokjes van 1,5 cm breedte.
- Rasp de 2 zure appels.
- Controleer of de aardappels en appels gaar zijn.
- Giet overtollig kooknat uit de pan in een kommetje en maak de inhoud van de pan fijn.
- Doe de geraspte appels in de pan.
- Proef de stamppot en voeg daaraan naar smaakzout, peper, stroop, kaneel en nootmuskaat toe.
- Warm de stamppot op en maak deze smeuïig door toevoeging van het afgegoten kooknat.
- Leg het spek op de hete bllksem of roer de blokjes spek erdoor.