Oma wist wel wat erg lekker was en gemakkelijk te maken, speciaal in het voorjaar, als er weer veel verse groente was.
Bereidingswijze
- Was het kippevlees en snijd het in niet te klein stukken.
- Bestrooi die met peper en zout.
- Smelt de boter en fruit daarin de ui heel lichtgeel.
- Breek de boontjes in 2 of 3 stukken en doe die bij de ui.
- Voeg de stukken vlees toe en zoveel water dat de bodem van de pan met 1/3 cm is bedekt.
- Laat alles in de gesloten pan zacht koken.
- Was de worteltjes en snijd die overdwars in 2 cm dikke plakken en doe die in de pan.
- Snijd uit de bloemkool de dikke stronken weg en verdeel de bloemkool in niet te kleine roosjes.
- Schep die door de inhoud van de pan en vul indien nodig het water daarin aan.
- Controleer na 10-12 minuten of het vlees zo goed als gaar en de groente bijna gaar zijn.
- Schep dan de erwten door de inhoud van de pan.
- Maak in een kleine kom met 3 eetlepels room een glad mengsel met bloem en roer daar de rest van de room door.
- Schep het vlees en de groente met zo weinig mogelijk kooknat over in een km en bind het kooknat met het bloempapje.
- Laat dat even goed doorkoken en voeg eventueel nog wat water toe, tot de saus de dikte heeft van dunne vla.
- Schep daar de plakjes rettich door en voeg naar smaak zout, peper, nootmuskaat en worcestersaus toe.
- Warm het vlees en groente nog even in de saus op.
- Bestrooi het smoorpotje korte tijd voor het serveren met de peterselie.