Dit eenpansgerecht is gevonden in een oud kookboek uit de provincie Utrecht.
Bereidingswijze
- Spoel de bruine bonen en zet ze in de week in 500 ml water.
- Laat de bonen tenminste 7 uur weken.
- Breng de bonen in het weeknat aan de kook en voeg hieraan 1 theelepel zout toe.
- Temper de warmtebron.
- Snijd intussen het spek in vingerdikke plakken en snijd deze weer in dobbelsteentjes.
- Schil de wortelen.
- Was ze en snijd ze in 1 cm dikke plakken.
- Verdeel de plakken in stukken en doe die samen met het spek in de pan bij de bonen.
- Voeg eventueel wat water toe.
- Laat de inhoud van de pan opnieuw aan de kook komen en temper de warmtebron.
- Snijd de aardappels in plakken van 2 cm en snijd van deze plakken dobbelsteentjes.
- Doe de aardappeldobbelsteentjes, de uisnippers, de bouillontablet en de rookworst in de pan.
- Schil de appels en boor het klokhuis eruit.
- Snijd ze in 8 parten.
- Doe de appelparten in de pan en breng de inhoud aan de kook.
- Temper de warmtebron.
- Controleer na 15 minuten of de bonen, wortelen en aardappels gaar zijn.
- Neem de worst uit de pan en snijd die in schuine plakken.
- Leg ze op de inhoud van de pan.
- Giet met behulp van het deksel het kooknat af in de steelpan.
- Maak van de maizena met water een papje en bind daarmee het kooknat.
- Voeg daaraan de boter toe met naar smaak zout, peper en aroma.
- Serveer de saus apart bij de vijfschaft of giet de saus in de pan.
- Schep het gerecht goed om en serveer het zo warm mogelijk, desgewenst met bruine of volkorenboterhammen.