Zeef de bloem in een kom en maak in het midden een holte.
Doe hier wat zout in en de olie.
Geef er 2 dl lauw water bij en roer er een glad beslag van.
Snij de haantjes in tweeën.
Bestrooi ze met gemberpoeder en zout.
Smelt 60 gram boter in een pan en sauteer hierin de haantjes zonder dat ze erg bruin worden.
Laat ondertussen de schijven ananas uitlekken.
Houd vier schijven apart en snij de rest in stukjes.
Nadat de haantjes 20 minuten gebakken hebben doen we de stukjes ananas in de pan erbij en flamberen de zaak met de rum.
Pers de citroen uit en geef een eetlepel citroensap bij een glas ananassap.
Schenk dit over de haantjes, doe de deksel op de pan en laat nog 40 minuten zachtjes smoren.
Kook ondertussen de rijst gaar.
Klop het eiwit stijf en werk het voorzichtig door het beslag.
Schil de appel, steek er het klokhuis uit en snij er vier schijven van 1 cm dik uit.
Verhit de friteuse tot 175°C.
Doop de schijven ananas en appel in het beslag en frituur ze in de friteuse bruin.
Verhit de rest van de boter in een pan.
Doe hierbij de kokosnoot en laat deze bruin worden.
Doe de rijst op een voorverwarmde schaal, leg er de haantjes op, evenals ananas en appelbeignets, geef er wat saus over, strooi er de kokos over en serveer.