Zeef 325 gram bloem met het bakpoeder en ¾-1 theelepel zout in de deegkom.
Meet 10 eetlepels olie af in het kommetje.
Voeg daaraan 5 eetlepels koud water toe, maar roer niet in de vloeistof.
Giet die in een keer bij de bloem.
Roer met een vork, vanuit het midden, alles dooreen tot het mengsel van de wand van de kom loslaat en enigszins een bal vormt.
Zet de kom afgedekt in de koelkast.
Breng het kippevlees met 400 milliliter kokend water, het bouillontablet, de peterseliestelen, het laurier, de foelie, het citroenschilletje, de snippers ui, de tijm en 1/3 lepel olie aan de kook.
Sluit dan de pan, temper de warmtebron.
Laat de filets 20 minuten zacht koken.
Maak het werkvlak vochtig met een natte doek.
Leg daarop vetvrij papier of plasticfolie.
Strooi wat bloem op het papier en leg hier het deeg op.
Bestuif het deeg aan alle zijden dun met bloem en druk het platter.
Bestuif het opnieuw met bloem.
Leg een tweede stuk vetvrij papier op het platte deeg.
Rol dit uit tot een gelijkmatige lap van 1/2 centimeter dikte.
Bestrijk de vorm dun met de rest van de olie.
Schuif het rooster midden in de oven en verwarm die voor.
Neem het bovenste papier weg.
Leg de vorm op het deeg.
Snijd daaruit een stuk dat rondom 3 centimeter groter is dan de vorm.
Voer de vorm met het deeg.
Bedek de bodem met een stuk papier en vul de vorm met het noodvulsel.
Zet de vorm in de oven.
Snijd de rest van het deeg op het werkvlak in stukken.
Leg daarvan 3-4 stukken met heel weinig water ertussen op elkaar.
Rol de pakketjes uit tot een dikte van ¼ centimeter en steek daaruit met een, telkens in bloem gedept glas 8 halve maantjes uit.
Spoel de tweede vorm met koud water af.
Leg de maantjes erop.
Roer door de dooier 1 eetlepel koud water en wat zout.
Bestrijk de maantjes ermee.
Verwijder de noodvulling uit de vorm in de oven en bestrijk de rand met de eierdooier.
Zet de halve maantjes bij de andere vorm in de oven.
Neem het kippevlees uit de bouillon en zeef deze.
Laat de bouillon bekoelen.
Smelt de boter en roer er 55 gram bloem door.
Laat deze roux enkele minuten heet worden.
Snijd intussen het kippevlees in smalle repen.
Warm de asperges op.
Schenk, onder voortdurend roeren, de bouillon bij de roux.
Blijf roeren tot een dikke gebonden saus ontstaat.
Klop de room door de saus en schep er de stukjes kip door.
Klop het ei los met 2 eetlepels koud water en wat nootmuskaat of kerrie.
Roer het ei door de ragoût en maak die op smaak af met peper, zout en worcestersaus.
Neem beide bakvormen uit de oven zodra het deeg gaar en mooi van kleur is.
Neem de pasteibak uit de vorm.
Zet het gebak op de serveerschaal en vul de bak met de kipperagoût.
Garneer het gerecht met de gebakken halve maantjes en de asperges.