Rob's kookboek

Roerbakken en wokken

Wok

wok

Een wok is een halfronde holle pan (vergelijkbaar met een gehalveerde bal) die in de oosterse keuken wordt gebruikt. Het woord 'wok' is afkomstig uit het Standaardkantonees en heeft dezelfde betekenis.

De Chinese wok heeft een lange houten steel en is oorspronkelijk van gehamerd staal. De wadjan is afkomstig uit de Indonesische en Indische keuken en heeft geen houten steel maar twee handvatten, ook oren genoemd.

De wok is dieper en meestal dunner dan een koekenpan en wordt voornamelijk gebruikt voor het roerbakken. Roerbakken wordt daarom ook wel wokken genoemd. Met olie gevuld wordt de wok ook gebruikt om in te frituren. Ook wordt de wok gebruikt om voedsel te stomen, te braden of te roken.

Oorspronkelijk werd een wok uit een plat stuk staal vervaardigd door deze zeer langdurig met een ronde hamer in vorm te slaan waardoor kenmerkende putjes in de wok ontstonden. Na dit hamerproces ontstond er een holle pan met aan de binnenkant gehamerde holletjes, waarna de wok werd omgeklapt zodat aan de binnenkant kleine bolvormige uitsteeksels het aanbakken voorkwamen. Bij goed gebruik gingen deze wokken een leven lang mee.

Tegenwoordig is een wok ook van roestvrijstaal, gietijzer of aluminium met email of teflon anti-aanbaklaag. Omdat koolstofstaal snel roest, wordt de wok in de traditionele keuken direct na gebruik gloeiend heet onder een hete kraan zonder schoonmaakmiddel met een bamboe wokborstel (een bundel gespleten bamboestengels bijeengebonden aan de top) of een (afwas)borstel gereinigd. Vanwege de hete Bereidingstechniek en omdat de koolstofstaal wok nooit ontvet mag worden vormt zich bij gebruik een dun laagje koolstof op het oppervlak wat het de kenmerkende anti-aanbak eigenschappen geeft.