30 gram verse gemberwortel of 25 gram natte gembernootjes
3 sjalotjes met groen
½ eetlepel donkerbruine basterdsuiker
3 eetlepels sojasaus
8 eetlepels droge sherry
8 eetlepels water
warme drooggekookte rijst
zwarte peper uit de molen
Wijntip
Serveer bij deze Oosterse schotel eens rijstwijn, zoals Japanse sake.
Tip van de kok
Zorg voor voldoende gekookte rijst bij dit gerecht en vul dat aan met goedgewassen, gedroogde en even voorgebakken taugé met gesmoorde champignons of Chinese paddestoelen.
De biefstuk kan ook worden vervangen door reepjes kalfs- of varkensvlees.
Bereidingswijze
Snijd het vlees in smalle, ongeveer 6 centimeter lange reepjes.
Bestrijk het vlees oppervlakkig met olie.
Roer de maizena en het zout door elkaar en verdeel dat over het vlees en cchep het goed om.
Schil de gemberwortel, snipper die zo fijn mogelijk of snijd de gekonfijte gember uit het potje fijn.
Was de sjalotjes, snipper het uitje en snijd het groen in 2 centimeter lange stukjes.
Laat de rest van de olie in de koekepan heet worden.
Doe het vlees en de gember in de pan en bak het vlees onder geregeld omscheppen in 1-1½ minuut mooi van kleur.
Voeg de stukjes sjalot toe en warm die ½-1 minuut mee.
Haal de pan van de warmtebron.
Roer intussen een glad papje van de maizena en de bruine suiker met de sojasaus, de sherry en het water.
Giet het papje in de pan bij het vlees en breng het aan de kook.
Voeg aan het gerecht naar smaak peper en zout toe.
Dien het vlees in de saus direct op, met de rijst.