Biefstuk die voor meerdere personen aan een stuk wordt gebakken en die al of niet aan tafel wordt gesneden.
Bereidingswijze
- Wrijf het vlees aan alle zijden gelijkmatig in met peper en zout.
- Laat de olie zeer warm worden.
- Voeg de helft van de boter toe en bak daarin, zodra het schuim van de boter bijna is weggetrokken, de biefstuk aan alle zijden vlug mooi van kleur.
- Prik niet in het vlees maar draai het bijvoorbeeld met behulp van 2 lepels om.
- Voeg de rest van de boter in stukjes toe als het bakvet te warm dreigt te worden.
- Spoel intussen de serveerschotel met kokend water om.
- Droog de schotel en houd die warm op het omgekeerde deksel van een pan met bijna kokende inhoud.
- Leg de biefstuk op de schotel en houd het vlees, afgedekt met een stukje folie, even warm.
- Temper de warmtebron onder de pan.
- Verwarm in de sauslepel de cognac op enige afstand boven een vlam.
- Giet de cognac in het bakvet, steek de cognac met een lucifer in brand en laat de vlam in de pan uitbranden.
- Roer in het bakvet en schraap daarbij het aanzetsel op de panbodem goed los.
- Schenk 75 milliliter warm water langs de wand in de pan.
- Laat de jus tot ongeveer de helft inkoken.
- Spoel de pepertjes in de zeef met warm water af.
- Schud overtollig water uit de zeef en roer de pepertjes met de room door de jus.
- Voeg naar smaak zout of worcestersaus toe.
- Schenk de saus over de biefstuk en dien deze direct op.