Bereidingstijd

• 30 minuten

Stooftijd

• 2-3 uur

Benodigdheden voor 4 personen

• 500 g doorregen runderlappen
• peper
• geraspte nootmuskaat
• zout
• 60 g boter
• 1 middelgrote fijngesnipperde ui
• 2 middeldikke panklare struiken bleekselderij of 150 g schoongemaakte knolselderij
• 2 eetlepels brandewijn, cognac, jenever of citroensap
• 750 ml volle melk
• 1 vleesbouillontablet of 3 blokjes
• geraspte schil van ½ goed-geboende citroen
• 1 mespunt kaneelpoeder
• 1 mespunt nootmuskaat
• 400 g panklare worteltjes
• 300 g gedopte tuinbonen
• 250 g middelgrote gepelde uien

Tip van de kok

• Oudere grote tuinbonen hebben meer tijd nodig om gaar te worden, doe deze gelijktijdig met de worteltjes in de pan.

Bereidingswijze

1. Snijd of knip het vetrandje langs de runderlappen in tot op het vlees, op kleine afstanden van elkaar.
2. Was desgewenst het vlees en dep het vrijwel droog.
3. Wrijf het vlees in met een mengsel van peper, nootmuskaat en wat zout.
4. Verhit de boter in de vleespan en laat daarin de snippers ui langzaam glazig worden.
5. Snijd intussen de bleekselderij in snippers.
6. Doe die in de pan en laat de groente in de gesloten pan op een niet te hoog gedraaide warmtebron 3-5 minuten smoren.
7. Leg de runderlappen in de pan en schep een deel van de groente op de lappen.
8. Giet de brandewijn over het vlees.
9. Sluit de pan.
10. Breng de melk met het bouillontablet aan de kook en giet de vloeistof bij het vlees.
11. Breng de inhoud aan de kook.
12. Voeg de citroenrasp, het kaneelpoeder en de nootmuskaat toe.
13. Laat het vlees in een gesloten pan 1½ uur stoven.
14. Snijd de worteltjes in stukken.
15. Was die en doe ze in de pan als het vlees nog ½ uur moet stoven.
16. Laat de inhoud zacht stoven.
17. Vul, indien nodig, de vloeistof in de pan met wat warm water aan.
18. Was de tuinbonen en de uien.
19. Laat de boontjes, afhankelijk van de kwaliteit, 10-15 minuten meekoken.
20. Laat de uien met het, zo goed als, gare vlees nog 8-10 minuten meestoven tot de uien gaar geworden zijn.
21. Strooi naar smaak zout op de groente.
22. Leg de runderlappen op de met kokend water omgespoelde serveerschotel.
23. Schep wat van de groente om het vlees of dien de gemengde groente apart op.
24. Serveer het gerecht zo warm mogelijk.