Deze vleesschotel heeft de naam te danken aan de italiaanse componist van de opera's De barbier van Sevilla en Wilhelm Tell.
Bereidingswijze
- Bestrooi de biefstukjes naar smaak met peper.
- Neem de pâté uit het potje en snijd de pâté, in 4 plakjes en wentel die even door de bloem.
- Maak 30 g van de boter goed warm, bak de pâté aan weerszijden vlug aan en neem de plakjes uit de pan.
- Laat de rest van de boter in de koekepan zo warm worden dat het schuim bijna is weggetrokken.
- Bak de biefstukjes eerst aan de ene zijde mooi van kleur, keer dan pas het vlees en laat de andere zijde vlug bruin worden.
- Strooi wat zout op het vlees en houd dat op de voorverwarmde serveerschotel warm.
- Roer de rest van de bloem door de jus en laat deze roux enkele minuten op een laaggedraaide warmtebron staan.
- Schenk dan al roerende de bouillon bij kleine hoeveelheden tegelijk bij en roer tot een gladgebonden saus is ontstaan.
- Roer daar het vocht uit het potje pâté, de madeira en de room door, met naar smaak peper en worcestersaus.
- Leg de tournedos op de toost en leg hierop de plakjes pâté.
- Schenk de saus over het vlees en garneer elke tournedos met een plakje champignon.
- Direct serveren.