Kook de geschilde verse asperges gaar in ca. 500 ml water met wat zout.
Snijd de koppen van de asperges af en gebruik ze als vulsel in de soep.
Wrijf de rest door de roerzeef of pureer het met de foodprocessor.
Vul het aspergenat met de bouillon aan tot 1 l.
Smelt de boter in een ruime pan, voeg al roerend de bloem in een keer toe en giet er geleidelijk de bouillon bij tot een gebonden soep ontstaat.
Laat die 3 minuten doorkoken tot de bloem gaar is.
Zet de pan van het vuur.
Roer in een kommetje de eierdooier los met de room, schep er, steeds roerend enkele eetlepels hete soep bij en giet dan het warme mengsel al kloppend door de rest van de soep in de pan.
Breng het geheel op smaak met zout, witte peper en eventueel een snufje nootmuskaat.
Roer er tot slot de aspergekoppen door.
Warm, indien nodig, de soep nog even door, maar zorg dat hij niet meer kookt.