Een fijne romige soep. In kleine porties opgediend: een heelijk voorgerecht. Met stokbrood of verse toast en boter: een smakelijke lunch.
Bereidingswijze
- Was de champignons met lauwwarm water en verwijder donkere plekken.
- Zet de champignons op met 8 dl bouillon.
- Besprenkel ze met het citroensap en schep ze om.
- Laat de champignons 5 minuten in een gesloten pan koken op een laaggedraaide warmtebron.
- Neem de pan van het fornuis en plaats deze in een grote pan of gootsteen met koud water.
- Laat de champignons bekoelen.
- Smelt de boter in de soeppan, doe de foelie erbij en roer de bloem erdoor.
- Laat deze roux op een laaggedraaide warmtebron enkele minuten heet worden.
- Leg de zeef op een kom en giet de champignons met het kooknat erdoor.
- Snijd de cbampignons overlangs in dunne plakjes.
- Giet de champignonbouillon in de soeppan.
- Breng de inhoud onder voortdurend roeren aan de kook.
- Laat de soep enkele minuten zacht koken.
- Proef de soep en voeg naar smaak zout, peper en aroma toe.
- Klop de eierdooier en de room samen glad.
- Roer de champignons door de soep en schep deze in de soepterrine.
- Roer het mengsel met room door de soep en strooi de gehakte peterselie erop.
- Direct serveren.