In CQ-PA nr. 6 van dit jaar kon u lezen dat op 26 februari jl. het eerste exemplaar van dit unieke boek vol historische feiten en opgeluisterd door zeer veel authentiek fotomateriaal, officieel werd geintroduceerd met de overhandiging van het eerste exemplaar aan de Direkteur-Generaal van de PTT Ir. C. Wit.
Het boek werd geheel tegen kostprijs geschreven, samengesteld en gedrukt om de prijs voor iedereen zo akseptabel mogelijk te houden. Ook de verkoop bleef in eigen beheer. Niet zonder trots vermelden wij dat Leona Udo, de XYL van onze vice-voorzitter, in de totstandkoming van dit boek een hoofdrol heeft vervuld. Bij Naar kunt u het ook bestellen.
Wij hebben gemeend, met toestemming van de auteurs, voor CQ-PA een reeks artikelen samen te stellen gebaseerd op teksten uit dit boeiende Radio Kootwijk boek. Boeiend vanwege de technische prestaties, boeiend vanwege de historische feiten.
Vooruitlopend op de 'Kootwijk-Story' een inleidend chronologisch verslag van hoe het in de wereld tot 'draadloos zenden' gekomen is.
Om tot het punt van draadloos zenden te komen, gaan we eerst een flink eind terug in de geschiedenis. Immers, zonder elektriciteit geen vonken! Met die vonken begon het draadloos gebeuren natuurlijk allemaal. Pas toen veel later de radio-lamp werd uitgevonden, overigens zeer bij toeval, kon een CWsignaal worden opgewekt. Eerst dan neemt de techniek de verdere obstakels met rasse schreden.
In de oertijd was er van nature de ons nog altijd bekende bliksem, die met schier ontzettende kracht en daverende herrie door het zwerk schoot. Niemand behoefde zijn noise limiter bij te zetten, niemand die deze gigantische natuurlijke, maar desondanks eerste vonkzender, kon ontvangen!
Ook de oude Egyptenaren hadden hun kennismaking met elektriciteit. Zij ontdekten de sidderaal die, naar wij thans weten, spanningen kan afgeven van 200 tot 800 Volt! Vele tekeningen in pyramiden verhalen van deze kuriose vondst.
Ook uit oude tijden is de ontdekking van wrijvingsenergie omgezet in statische elektriciteit. Wij kennen dit o.a. van Barnsteen. Het zou echter nog een respektabel aantal eeuwen duren voordat de eerste geleerden zich waagden aan mogelijke verklaringen.
Wij nemen een flinke sprong in de tijd en belanden bij de Duitse geleerde Von Guericke. Hij was het die het truukje met het barnsteen op mechanische wijze ging reproduceren. In plaats van barnsteen gebruikte hij een grote zwavelbol die draaiend in een open frame was opgesteld.
Velen borduurden door op dit idee en vonden ook uit dat de opgewekte energie overdraagbaar was op andere voorwerpen.
In 1745 kwam het begrip lading eerst echt om de hoek kijken en wel in Nederland. Cunaeus en de Leidse fles! 's Werelds eerste kondensator.
Ook Benjamin Franklin was over de Leidse fles zeer opgetogen. Hij was het die via een vlieger tijdens een onweersbui in 1752 energie uit de bui aftapte en overbracht in een batterij Leidse flessen!
Een jaar nadien, in 1753 kwam de eerste elektrische telegraaf tot stand. Niet lachen, maar vanuit een door een elektriceermachine gevoede verzameling Leidse flessen werd via evenzoveel gespannen draden de lading overgebracht. Een aantal personen aan het andere einde van de draden registreerde de schokken. Iedere draad stelde een letter in het alfabet voor. Leuk voor een experiment, doch nog weinig praktisch!
Later werden de draden aan het einde voorzien van kleine bollen en werden door de verplaatste lading dunne strookjes papier aangetrokken. Voerde men de lading op, dan konden ook vonken worden getrokken, ga zo maar door!
Pas veel later, nadat de galvanometer was uitgevonden, ontstond de naald- of wijzertelegraaf. Het was natuurlijk de Italiaan Galvani die, door een stroomvoerende geleider naast een kompas te houden, aantoonde dat er zoiets bestond als een elektro-magnetisch krachtveld.
Zijn tijdgenoot, ook uit Italie en wel de heer Volta, vond zijn versie van de Leidse fles uit. Dat was in 1799 en al gauw heette zijn vin-ding in de volksmond 'de zuil van Volta'. De zuil was in staat een lading veel langer vast te houden dan de fles en zo was deze ontdekking een wezenlijke bijdrage tot beheersing en opslag van elektrische energie! Volta bouwde ook de eerste elektro-meter die in staat was minute ladingen aan te tonen en nog vele andere nuttige dingen.
De eenheid voor de elektrische spanning, de Volt, zal zijn naam tot in dagen der mensheid verder eren.
Ampere, naar wie de eenheid van stroomsterkte is genoemd, was ook een heel onderzoekend en ondernemend man. Hij was de eerste die op basis van de galvanometer inzag dat omgekeerd er een proces moest zijn dat elektriciteit kon opwekken, anders dan met de elektriceer-machine. Hij bouwde een soort induktie dynamo. Het woord induktie bestond overigens toen nog niet. Het begrip was: 'influentie' ! Hij stierf als een ongelukkig mens, door de wereld van toen slechts matig begrepen en gewaardeerd.
Onze vriend Ohm, waar we de eenheid van weerstand aan danken, was evenmin gelukkig. Ook hij had weinig erkenning met zijn weerstandstheorie. Hij werd uitgelachen en als professor ontslagen voordat vele jaren later de 'geleerden' inzagen dat Ohm's theorieen juist waren!
In 1820 komt de naam Oersted naar boven. Ook hij was zeer geintrigeerd door magnetisme en het verband daarmee met elektriciteit. Ook aan de overkant van de Alas was een man genaamd Faraday in dezelfde trant bezig. Hij liet een sterke staafmagneet door een spoel roteren en de eerste echte dynamo was geboren. Met de dynamo, die een sterk pulserende spanning opleverde, doch gebufferd door een zuil van Volta, was de eerste kleine elektriciteitscentrale een feit. Samen met de galvanometer-achtige naaldtelegraaf kwam het overbrengen van berichten op gang. De naaldtelegraaf had een ronddraaiende wijzer en bij een bepaalde spanning (stand van de wijzer) hoorde een letter.
De Russische geleerde Von Cannstadt mag zeker worden toegeschreven de verdere ontwikkelaar te zijn geweest van de naaldtelegraaf in 1832. De Duitser Steinheil vond in 1836 uit dat de aarde ook een heel behoorlijke geleider kon zijn, hetgeen aanzienlijke materiaalkosten (draad) als besparing tot gevolg had.
Nederland en Engeland waren de eerste Ian-den ter wereld die in 1855 een vaste naaldtelegraafverbinding opzetten via een kabel onderzee.
De lijn liep van Scheveningen naar Orfordness. Intussen waren de beginnende Nederlandse Spoorwegen al in 1845 van start gegaan met telegraafverbindingen t.b.v. spoorberichten uitwisseling. De wijzertelegraaf was een oer-langzaam ding. Een snelle hand van seinen en aflezen leverde maximaal zo'n 15 letters per minuut op!
Op 1 december 1852 kreeg Nederland zijn eerste staats telegraafinstelling, De Rijkstelegraaf te Amsterdam. Hier werkte men met een Morsetelegraaf hetgeen in die dagen een noviteit was!
Wij zijn nu met het noemen van de naam Morse bij een man van grote wereldbetekenis aangekomen.
Geloof het of niet, Morse was van beroep een kunstschilder en wist van magnetisme en elektriciteit aanvankelijk toeten noch blazen! Hij was het toch die tenslotte met een telegraaftoestel op de proppen zou komen die de wereld meer dan een eeuw in haar ban zou houden. Ook was hij het die een slimme kombinatie van punten en strepen ophoestte die een substituut zouden vormen voor letters en cijfers. Boze tongen beweren overigens dat Samuel Morse alle eer die hem ten deel viel helemaal niet toekwam! Het zou zijn assistent Alfred Vail zijn geweest met alle slimme ideeen met Morse als financiele steun. Hoe dan ook, de eerste goed bruikbare Morsetelegraaf kwam in 1837 gereed. Het grote voordeel was dat de Morsetekens nu op een zich voortbewegende rol papier werden vastgelegd, terwijl de seinsnelheid aanzienlijk toenam.
Zoals gezegd, meer dan een eeuw Morsetelegraaf, ook in Nederland. Wellicht wist u niet dat pas in 1956 de laatste Morsetelegrafen uit ons land zijn verdwenen!
Al met al was zelfs de Morsetelegraaf verre van draadloos. Om de draad van het draadloos gebeuren op te pakken, moeten we weer terug tot 1831. Op dat moment komen we de heer Henry tegen die druk met elektro-magnetisme in de weer was. Toen al konstrueerde hij elektro-magneten die ijzeren voorwerpen van ca 300 kg konden opbeuren!
Nederland maakt weer wereldnieuws met een konstruktie van Stratingh.
In 1835 komt de eerste elektromotor tot stand.
In Engeland tenslotte vinden we Maxwell die een theorie poneerde welke zou inhouden dat elektro-magnetisme in feite 'golven' waren die zich zouden voortplanten met de snelheid van het licht.
Ook de heren Ruhmkorff en Wimshurst lieten van zich spreken. De eerste ontwikkelde een op het principe van Faraday gebaseerde induktieklos, de andere geavanceerde elektro-statische machines en instrumenten.
PA0PRT.