Na de inleiding over telefonie gaan we praktijk bekijken.
Grondkabel van KPN.
Telefoonkabel in Nederland. De kleuren van de mantel geven aan hoe de kabel gelegd moet worden (links de abonnee, rechts de centrale). Zou men een kabel met veel aders andersom leggen, dan moeten de aders bij de aansluiting gecompliceerde kruisingen maken. De aders zelf zijn op deze afbeelding niet zichtbaar.
STAPN 58 kabel met 2 telefoonlijnen (zwart + transparant en wit + transparant), aarde (grijs) en de vier draadomroep kanalen (rood, blauw, geel en groen).
Aderpaar | Functie | Kleur | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
STAPN 58 | STAPN 68 | |||||
1 | a1 | Zwart | Rood | |||
b1 | Transparant | Blauw | ||||
2 | a2 | Wit | Oranje | |||
b2 | Transparant | Wit | ||||
Aarde | Aarde | grijs | Blank | |||
Draadomroep | Programma 1 | Rood paar | ||||
Programma 2 | Blauw paar | |||||
Programma 3 | Geel paar | |||||
Programma 4 | Groen paar |
IS/RA staat voor Infrastructuur Randapparatuur. Het is het scheidingspunt tussen de apparatuur en bekabeling van de netwerkaanbieder en de abonnee.
Tot omstreeks 1985 was alle telefoonapparatuur in Nederland eigendom van de PTT. Er was toen geen IS/RA-punt. De abonnee mocht zelf geen werkzaamheden aan de leidingen en apparatuur verrichten. Het enige wat hij zelf mocht doen was de stekker van zijn telefoon eruit trekken en het toestel op een ander stopcontact aansluiten. Bij oudere aansluitingen was zelfs dat niet mogelijk doordat het toestel vast was aangesloten.
Toen het de abonnee toegestaan werd zelf aan de installatie binnenshuis te werken, werd er vastgesteld wat het IS/RA-punt was.
In oudere huizen (gebouwd voor/rond de jaren zeventig) is het IS/RA-punt meestal in de woonkamer te vinden. Gebruikelijk is een vierpolig telefoonstopcontact. Een oudere uitvoering bestaat uit een lasdop. Bij moderne woningen is het IS/RA-punt een aansluitkastje in de meterkast en valt de leiding van meterkast naar het telefoonstopcontact in de woonkamer onder verantwoordelijkheid van de abonnee.
De (telefoon)kabelexploitant, in Nederland KPN Telecom, is verantwoordelijk voor de bedrading en apparatuur die voor het IS/RA-punt zitten (in het geval van ISDN loopt de verantwoordelijkheid van KPN door tot de NT1). Daarom is het ook voor klanten verboden om zelf werkzaamheden te verrichten aan het IS/RA-punt. Bij sommige uitvoeringen breekt er dan een zegel en in het geval van storing kunnen er op de klant kosten verhaald worden. We spreken hier specifiek over kabelexploitant; want KPN heeft al jaren geleden zijn monopolie op telefonie over deze bekabeling verloren. Ook als je bij andere telefonie-aanbieders (BBned e.d.) je telefonie afneemt; dan is achter de schermen KPN nog steeds verantwoordelijk voor de koperen bedrading.
Er lopen meestal vier draden naar het IS/RA-punt: rood (a-draad), blauw (b-draad), oranje en wit. Vroeger was het nodig dat al deze draden gebruikt werden, maar tegenwoordig worden alleen nog de rode en blauwe ader gebruikt. De oranje en witte draad kunnen worden aangesloten indien de klant een tweede telefoonlijn aanvraagt. Als er zich problemen voordoen met de telefoonaders, dan worden er wel eens andere combinaties gebruikt (bijvoorbeeld oranje en wit voor de eerste telefoonaansluiting in plaats van rood en blauw).
Mogelijke aansluitpunten bij huisadressen.
Indien men meer dan 2 lijnen nodig heeft, dan worden de kabels op LSA stroken aangesloten. Op de tekening onder een voorbeeld van zo'n strook.
Elk ISRA punt heeft een eigen adres: Het ISRA nummer. Het ISRA nummer bestaat uit 4 delen.
Deel | Omschrijving | Lengte |
---|---|---|
1 | het nummer zelf. Dit deel is als enige verplicht | tussen 000 en 999 |
2 | een optionele toevoeging | maximaal 3 karakters |
3 | een plaats omschrijving vb MTK voor de meterkast | maximaal 4 karakters |
4 | een extra plaats omschrijving vb METERKAST | maximaal 14 karakters |
Elk deel is gescheiden door een '/' Een volledig ISRA nr is bijvoorbeeld: 001/B/MTK/Meterkast (vloer 1 in de meterkast)
Gebruik | Norm 43/44/45 | Norm 88/92 |
---|---|---|
a1 | Rood | Rood |
b1 | Blauw | Blauw |
a2/c1 | Oranje | |
b2/d1 | Wit | |
EB | Geel | |
Aarde | Groen | Blank |
Voor de norm 88 bekabeling maar ook in centrales werd een andere kleurcodering gebruikt.
Voor de a-lijn wit, wit/rood, wit/blauw, wit/geel, wit/groen, wit/zwart. Voor de b-lijn rood, blauw, geel, groen, zwart. Hiermee kan men 30 lijnen markeren. De aarddraad was transparant geïsoleerd.
De eerste groep zijn wit+rood, wit+blauw, wit+geel, wit+groen, wit+zwart. De volgende groep was dan wit/rood+.
Bij norm-88 kabels worden groepen van vier aders (rood, blauw, oranje en wit) in een ster getwijnt en van een kendraad voorzien. Deze groepen werden dan weer getwijnt. Er was dan ook nog een grijze aarddraad aanwezig. Zie foto rechts.
Stergroepen: om iedere stergroep is een gekleurde kendraad gewikkeld; per laag zijn deze als volgt gekleurd: eerste groep rood, volgend groepen afwisselend wit en geel en laatste groep: blauw
Ook kan CAT-5e bekabeling gebruikt worden. Paar 1 is blauw, paar 2 oranje, paar 3 groen en paar 4 bruin. De witte draad is a en de gekleurde b.
RJ-11, RJ-14, RJ-25 en RJ-45 (ook zonder streepje) zijn specificaties voor insteekpluggen (RJ = Registered Jack, geregistreerde insteekplug) die gebruikmaken van dezelfde 6-polige modulaire stekker. Deze connectors worden onder andere gebruikt voor analoge (POTS) telefoonverbindingen bij de eindgebruiker, bijvoorbeeld voor een telefoontoestel, fax of modem, maar ook in andere toepassing voor bijvoorbeeld RS-232- of RS-485-verbindingen.
Er zijn voor telefonie die volgende pluggen in gebruik: 8P8C, 6P6C, 6P4C, 6P2C, 4P4C. De 4P4C connector wordt voor de hoorn gebruikt en de 8P8C connector voor ISDN en LAN(VoIP).
Deze pluggen worden wereldwijd gebruikt.
Hoorn aansluiting met 4P4C connectors.
Officieel heeft een RJ-11-connector maar twee geleiders en is dus een 6P2C-connector (6 posities, 2 geleiders). Een RJ-14-connector heeft vier (6P4C) en een RJ-25-connector heeft zes (6P6C) aansluitingen, maar de meeste zogeheten RJ-11-kabels die te koop zijn, zijn in feite 6P4C.
Door de topologie van de connector is de polariteit van de aansluitingen altijd gegarandeerd.
In Nederland wordt meestal het vierpolige PTT-stopcontact gebruikt. Toch begint de Noord-Amerikaanse RJ-11-standaard meer en meer gebruikt te worden.
Opbouw PTT telefoonstopcontact.
Aansluiting.
Beter is het om de oranje en witte draad intakt te laten en onder de 2a (oranje) en 2b (wit) klemmen te schroeven. Ook een blauw draadje van de b naar de EB wordt aanbevolen als je nog de oudere type telefoons met een vast snoer gebruikt.
In Nederland levert de telefoonnetbeheerder op een huisadres bekabeling voor twee lijnen door middel van een kabel van 5 aders: rood en blauw (eerste lijn, geleider a en geleider b), oranje en wit (tweede lijn, geleider a en geleider b) en een ongeïsoleerde ader (aarde). In het PTT-stopcontact wordt een van de twee lijnen daadwerkelijk aangesloten, op de twee bovenste contacten: ader a linksboven, ader b rechtsboven. (De bovenste contacten zijn de contacten die verder uit elkaar liggen dan de andere twee.)
Een verloopstuk van het PTT-stopcontact naar RJ-11 zoals in Nederlandse winkels te vinden is verbindt (meestal) linksonder, linksboven, rechtsboven, rechtsonder met posities 2 t/m 5. Met deze volgorde bevindt de eerste lijn zich op posities 3 en 4 en een eventuele tweede lijn op posities 2 en 5, in overeenstemming met Noord-Amerikaans gebruik. Maar terwijl in Noord-Amerika de volgorde 2Tip, 1Ring, 1Tip, 2Ring is, dat wil zeggen: 2a, 1b, 1a, 2b, is de Nederlandse volgorde 2a, 1a, 1b, 2b.
Positienummer | Geleidernummer | Geleider | Kleur | USA | ||
---|---|---|---|---|---|---|
analoog | Pol. | PTT-norm 88 | Kleur plat | |||
1 | niet aangesloten | |||||
2 | 1 | 2a | + | oranje | zwart | |
3 | 2 | 1a | + | rood | rood | Ring |
4 | 3 | 1b | - | blauw | groen | Tip |
5 | 4 | 2b | - | wit | geel | |
6 | niet aangesloten |
UK telefoonstekker BS-6312.
Houd bij het aansluiten van analoge toestellen, rekening met de aansluitfactor. Bij te veel toestellen direct op één lijn, kunnen de geluidskwaliteit en het belsignaal verslechteren en/of wegvallen. Op het apparaat staat de aansluitfactor vermeld. Totaal mag de aansluitfactor op een PSTN-lijn maximaal 5 bedragen. Als er een telefooncentrale op de lijn is aangesloten, staat in de handleiding de aansluitfactor per uitgaande poort vermeld.
De T65 serie heeft een aansluitfactor van 2,5. Dat betekent dus dat er maximaal 2 T65 toestellen op een KPN-lijn aangesloten mogen worden. Op routers is de aansluitfactor 3.
Heeft men een toestel, maar wil men die op meerdere plaatsen gebruiken dan kan men door meerdere stopcontacten op een lijn te plaatsen dit mogelijk maken.
Wil men dan het gesprek in een andere ruimte voortzetten dan dient de installatie op het laatse stopcontact voorzien worden van een weerstand van 680Ω tussen a' en b'. Men trekt dan tijdens het gesprek de steker uit het stopcontact en drukt die op een andere plaats er weer in met de hoorn van de haak af. Tijdens het verplaatsen houdt de weerstand de verbinding in stand.
Vanaf de ISRA gaan de a en b draad naar het eerste stopcontact of de ISRA is het eerste stopcontact. De uitgaande kabel wordt aan gesloten met de rode draad op de a' en de blauwe op de b'. Bij het volgende stopcontact worden weer de a en b klemmen gebruikt voor de ingaande lijn. Men kan zo meerdere stopcontacten op de bus plaatsen. Tussen de laatste a' en b' klemmen plaatst men dan de weerstand.
Indien men een extra bel heeft worden de EB klemmen met de witte draad met elkaar verbonden en wordt de bel tussen de EB en de b lijn aangesloten.
Met een tweeling installatie kan men op twee plaatsen de telefoneren. Er kan maar met een toestel tegelijk gebeld worden, dus met twee toestellen tegelijk aan het gesprek deelnemen werkt niet.
Als het eerste toestel wordt opgenomen, dan wordt de verbinding naar het tweede toestel verbroken. Wordt er al een gesprek gevoerd op het tweede toestel dan neemt de eerste toestel het gesprek over.
Bruine TDK 65.
Met T65 en vergelijkbare toestellen wordt die als volgt gemaakt:
Stekker pin | Ader kleur | Klem T1 | Klem T2 |
---|---|---|---|
a | rood | 1 | 1 |
b | blauw | 3 | 3 |
Aarde | groen | 5 | 2 |
EB | geel | 4 | 4 |
Indien men een origineel toestel heeft hoeft men alleen de groene draad van klem 2 naar klem 5 te verplaatsen in toestel 1. Het tweede toestel heeft geen uitgaande lijn.
De rode draad loopt vanaf de a van de isra naar de a van de eerste stopcontact. Vanaf de Aarde klem van het eerste stopcontact loopt de rode draad naar de a klem van het tweede stopcontact.
De blauwe draad loopt vanaf de b van de isra naar de b van het eerste stopcontact. Vanaf de b klem van het eerste stopcontact loopt de blauwe draad naar de b klem van het tweede stopcontact.
In het eesrte stopcontact een draadje van a' naar de aarde aansluiting leggen. Als het toestel 1 in de keten uit het stopcontact gehaald worden blijft het tweede gewoon doorwerken.
De witte draad loopt vanaf de EB van het eerste naar de EB van het tweede stopcontact. Een extra bel wordt aangesloten tussen de EB en de b klem. Wordt deze optie niet gebruikt dan kan men volstaan met een draadbrugje tussen EB en b op een van de stopcontacten, of op beide stopcontacten en zonder de witte draad.
De aardknop werkt in de schakeling alleen op het laatste toestel, omdat die normaal wordt aangesloten. Men moet dan wel de blankedraad op de aardklem aansluiten. In het eerste stopcontact beide blanke draden onder de R klem schroeven.
Dit is een kleine installatie waarbij op drie punten een netlijn gesprek gevoerd kon worden. Onderling spreken was niet mogelijk, wel doorschakelen naar de andere toestellen.
Omdat bij meer dan twee toestellen de aansluitfactor te groot wordt, moet men andere manieren zien te vinden om het werkent te krijgen. Een methode is om een relais kast te maken die het belsignaal afvangt en via een relais vanuit de netvoeding weer naar de toestellen voert. Deze methode werd door o.a. de PTT (voorloper van KPN telecom) bij de drieling-, serie- en lijnkiezertoestellen gedaan.
Systeemkast.
De syteemkast werkt met relais' en gebruikte een aangepaste T65 toestel.
Systeemtoestel.
Met de twee druktoetsen werd de bel op een van de overige toestellen geactiveerd.
De laatste huurovereenkomsten voor deze installatie waren september 1983.
Moderne toestellen hebben de EB en Aarde lijn niet meer. Het aansluiten van de a en b draad voldoet. Deze zijn te herkennen aan de platte telefoonkabel met RJ-11 stekker in het toestel.
Heeft men nog een T65 of uit deze familie dan dient men de gele draad en de blauwe draad op de b stift in de steker aan te sluiten of een draadbrug tussen de b en EB bus in het stopcontact aan te brengen, iets wat je standaard kunt doen.