Rob's web

Margarine ongezond?

Margarine is een vervanger voor boter die in 1869 is uitgevonden door de Franse scheikundige Hippolyte Mège-Mouriés. Deze onderzocht hoe de melkproductie in de koe tot stand komt. Daarbij kwam hij tot de conclusie dat de koe haar eigen lichaamsvet afgeeft in de melk. De oorspronkelijke margarine werd dan ook uit rundvet, afgeroomde melk, en gesnipperde koeienuiers vervaardigd.

Ontwikkeling

Napoleon III had opdracht gegeven een broodsmeersel te ontwikkelen dat zijn soldaten op een veldtocht in hun ransel konden meenemen zonder dat het snel bedierf, zoals boter. In 1869 was er een bruikbaar resultaat. Maar doordat een jaar later de Frans-Duitse Oorlog uitbrak, was men niet in staat om margarine op een fabrieksmatige schaal te produceren. Het was de Nederlander Anton Jurgens die in 1871 de eerste margarinefabriek ter wereld opzette, in Oss. Hij werd nagevolgd door Simon van den Bergh, die in 1872 een soortgelijke fabriek opende, eveneens te Oss. Beide concurrenten stonden aan de basis van wat later het concern Unilever zou worden.

Margarine bleek van onschatbare waarde doordat het, in tegenstelling tot boter, niet na verloop van tijd ging schiften en dus een lang houdbare bron van vetten voor de soldaten was, die makkelijk meegenomen kon worden op veldtocht.

Om de witte substantie te kleuren, werd door fabrikanten aangeklopt bij Lodewijk van der Grinten, die enige jaren daarvoor het boterkleursel had uitgevonden.

Door de jaren heen werd steeds meer bekend over gezonde voeding. In 1902 kreeg Wilhelm Normann patent op zijn methode om vloeibare oliën om te zetten in vaste vetten (harden). Het dierlijk vet kon daarmee vervangen worden door plantaardige oliën. Door meer kennis werd het mogelijk om de van nature in plantaardige oliën voorkomende goede onverzadigde vetten te verwerken en het aandeel verzadigd vet te verlagen. Hierdoor werd margarine zachter en smeerbaarder. In de reclame voor margarine wordt smeerbaar vet steeds aangeduid als gezond vet. In wetenschappelijke zin is dat nooit bewezen.

Margarine en hartinfacten

Is het hartinfarct van alle tijden? Dat is handig om te weten als je wilt bepalen of een verandering in voeding of gedrag er invloed op heeft. Eisenhowers cardioloog Dr Paul Dudley White zei in 1954 in een radio-uitzending: “Ik begon mijn praktijk in 1921 en ik had duvelsgoed geleerd hoe een hartinfarct eruit ziet. Het bestond, maar het was een zeldzaam fenomeen. Het duurde tot 1928 voor ik mijn eerste infarct zag. Vanaf 1930 begon het ziektebeeld snel gebruikelijker te worden. Collega’s in Europa meldden exact hetzelfde patroon.” Hij zei ook: “ Ik twijfel sterk aan het nut en zelfs aan de veiligheid van al die ‘hartvriendelijke’ margarines en olieën. Wat aten de mensen in de hartinfarctvrije dagen? Boter, reuzel, spek, eieren, alles wat de Hartstichting nu verbiedt. Van zonnebloemolie of linolzuur hadden ze nooit gehoord.”

Volgens de Amerikaanse arts en voedingsfysiologe Dr Artemis Simopoulos heeft het explosief toegenomen gebruik van linolzuurrijke margarines en olieën vooral de verhouding tussen de onverzadigde vetzuren in de war geschopt. “Aan het begin van de vorige eeuw kregen de meeste mensen met hun voeding ongeveer evenveel linolzuur als alfa linoleenzuur binnen,” legt mevrouw Simopoulos uit. “Linolzuur is van het soort omega 6, linoleenzuur van het type omega 3. De ratio omega 6/omega 3 was toen dus ongeveer 1 op 1. Inmiddels krijgen we zoveel extra linolzuur binnen, dat de balans volkomen zoek is. In een land als Nederland wordt zo’n twintig à dertig keer meer linolzuur dan alfa linoleenzuur geconsumeerd. Dat leidt er ondermeer toe dat het bloed eerder klontert, dat mensen dus sneller trombose of een hartinfarct krijgen.

Nogal wat grote buitenlandse studies naar het effect van cholesterolverlaging met linolzuur lieten een hogere sterfte zien. Aan kanker, maar in sommige studies ook aan hartinfarcten. Een voorbeeld: in de omvangrijke Nurses Health Study naar de invloed van voeding op de gezondheid was de inname van vier theelepels linolzuurrijke margarine per dag gekoppeld aan een 66 procent hoger risico op een hartinfarct. Een vergelijkbaar ‘paradoxaal’ risico werd gevonden in de WHO European Coronary Prevention Study. Mary Enig noemt ook nog de beruchte Israëlische Paradox. “Er zijn weinig landen waar meer linolzuur wordt gebruikt dan Israël en weinig landen waar hart- en vaatziekten en diabetes type 2 zo alomtegenwoordig zijn.

Margarine om gezond te worden / te blijven: bluf op onze boterham?

Een kleine reis terug in de tijd: in 1869 zocht Keizer Napoleon III een goedkoop product wat boter vervangt en wat goed blijft op de schepen. Hij organiseerde een wedstrijd; de winnaar is de uitvinder van de margarine, een vette en dikke substantie volgens het woordenboek. De marketing laat het product evolueren: lichte margarines hebben we zien komen en sinds kort zien we margarines om gezond te worden en te blijven! Is dit medisch geloofwaardig?

Olie en vetzuren: een grote familie!

Margarine is een vet product gemaakt op basis van plantaardige oliën met verschillende eigenschappen: palm, zonnebloem, koolzaad, olijf en carthamus zijn de leveranciers. In de laatste traditionele olieperserij van Zwitserland, waarvan Jean-Luc BOVEY de eigenaar is (6e generatie) wordt koolzaadolie gemaakt via de koude persing, dat wil zeggen een proces wat onder de 50 graden plaatsvindt. 100 kilo koolzaad geeft 30 – 35 liter koolzaadolie. Koudgeperste olie wordt koud geconsumeerd.

José CAPEROS, specialist van vet, is chemicus en heeft gewerkt in de voedingsindustrie, voordat hij bij de – Service de la Consommation du Canton de Neuchâtel / consumentenorganisatie- ging werken. Hij legt uit dat vetten nodig zijn om het lichaam goed te laten functioneren. Het is nodig om diverse soorten vetten te gebruiken, of het nu olie in de salade is of margarine op boter.

De vetzuren hebben de aandacht getrokken van voedingsdeskundigen, omdat ze aanbevolen worden voor de gezondheid. De familie van de vetzuren bestaat uit verzadigde vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetzuren en de meervoudig onverzadigde vetzuren. De verzadigde vetzuren en de enkelvoudig onverzadigde vetzuren zijn fundamenteel om energie aan het lichaam te geven. De meervoudig onverzadigde vetzuren produceren substanties die een belangrijke rol spelen voor het in stand houden van het immuunsysteem en het uitscheidingssysteem. Deze laatste zijn bij de consument bekend onder de naam OMEGA 6 ( acide linoléique) en OMEGA 3 (acide linolénique); 2 vetzuren die we zelf niet kunnen synthetiseren.

Cocos en palm zijn het rijkst aan verzadigde vetzuren, olijf, pinda, amandel, en noot bevatten erg veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren; koolzaadolie , walnoot en soja zijn rijk aan OMEGA 3 en zonnebloem en carthamus aan OMEGA 6.

Fabricatie van de margarine.

De margarine voor MIGROS wordt gefabriceerd in de fabriek MIFA vlakbij Bazel. Robert KELLER, verantwoordelijke voedingsmiddelen, legt het proces uit. MIFA gebruikt voornamelijk zonnebloem-, koolzaad- en palmolie en olie van carthamus. In de oliefase worden natuurlijke emulsifianten, aroma’s en bêta-carotenen toegevoegd. In de daarna volgende waterfase wordt karnemelk, magere melk en zout toegevoegd en voor het product met weinig caloriën, amidon en water. In sommige producten vrij van melkproducten bevindt zich alleen water. Hoeveelheden van toevoegingen zijn per recept verschillend. In een apparaat wat lijkt op een machine om ijs te maken wordt de emulsie snel koud gemaakt.

Huisgemaakte margarine bestaat uit plantaardig vet, plantaardige olie, karnemelk, een beetje eigeel en zout. Verder is nodig een – bain-marie glace –5-10 graden terwijl zout over de ijsachtige emulsie wordt toegevoegd.

De margarinefabrikanten proberen transvetzuren, die slecht zijn voor de gezondheid te vermijden.

Robert KELLER: in plaats van transvetzuren gebruiken we palmolie. Daarnaast is cocosvet zeer geschikt.

MIFA produceert op jaarbasis 9000 ton margarine, maar elk jaar daalt het verbruik van margarine met een aantal procenten. De reden volgens KELLER is dat men weinig meer thuis ontbijt. 1 op de 10 ontbijt op kantoor en daar smeer je geen broodjes. Om deze vermindering op te vangen zijn voor een deel de gezondheidsproducten (margarines) op de markt gekomen. Wij proberen altijd de vraag van de consument te beantwoorden met een nieuw product. MIFA heeft in het assortiment een margarine rijk aan phytosterol, 5x zo duur als het basisproduct. Het is financieel zeer interessant, maar deze margarine is zo duur omdat phylosterol een duur ingrediënt is.

De firma heeft nog vele nieuwe gezondheidsproducten in een geheime lade liggen.

A Bon Entendeur heeft 12 margarines die verkocht worden in Zwitserland laten testen op de voedingskwaliteit door het – laboratoire de biologie de la nutrition – in het - Centre Hospitalier Universitaire -van Grenoble.

Michel DE LORGERIL: cardioloog, voedingsdeskundige en onderzoeker bij het CNRS is de eerste persoon die in het kader van een onderzoek met een collega bij patiënten met hart-en vaatproblemen, met succes een margarine, speciaal voor deze groep mensen bewerkt, heeft voorgeschreven.

We weten dat hart- en vaatziekten een direct verband hebben met verzadigde vetten; melkproducten in het algemeen maar vooral crême en boter zijn er rijk aan. Dus als men de kans op hart- en vaatziekten wil verminderen, dan zou de consument het gebruik van verzadigde vetzuren moeten verminderen; te weten melkproducten (volle melk), boter en crême. Daartegenover staat dat vervangende producten moeten worden aangeboden. Margarines op basis van plantaardige olie zijn goede vervangers van boter. Uitgebreide wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat er 2 goede olien zijn om zich te beschermen tegen hart- en vaatziekten: olijfolie en koolzaadolie. Koolzaadolie bevat ook OMEGA 3.

Samengevat: er dient een verband te zijn tussen de aanwezigheid van OMEGA 6 (zo weinig mogelijk) en OMEGA 3 (relatief veel, maar niet teveel).

Op de video en in de tekst (franstalig) kunt u het overzicht van deze test bekijken.

Michel DE LORGERIL: wanneer we een vet product consumeren, is het om lipides binnen te krijgen en in tegenstelling tot wat men beweerd zijn deze lipides niet systematisch slecht voor de gezondheid. Er zijn goede vetzuren en vetzuren die je beter in mindere mate kunt gebruiken. Het op de markt brengen van margarines erg arm aan lipides is min of meer de consument bedriegen, want de prijs blijft gelijk aan de margarine die 80 % lipides bevatten. Als er maar 40 % inzit, houdt dat in dat de rest water is en dat water wordt dus duur betaald!

De transvetzuren zijn bijna verdwenen. In al onze margarines bedraagt de hoeveelheid minder dan 1 %. Goed nieuws, want transvetzuren zijn slecht voor de gezondheid: zij vermeerderen het slechte cholesterol en verlagen de concentratie van goed cholesterol. 5 jaar geleden was dit nog een groot probleem.

Test speciale margarines.

Deze test bevat de margarines rijk aan phytosterols of stanols: dit zijn natuurlijke componenten die in kleine delen aanwezig zijn in het vette deel van planten. In ons lichaam hebben zij het voordeel slecht cholesterol op te nemen. Fabrikanten van margarines hebben een goede slag geslagen; onze cardioloog is erg kritisch.

Op de Zwitserse markt zijn 2 margarines rijk aan plantaardig sterol aangetroffen: Col Balance MIGROS en Becel pro-activ UNILEVER.

Zoals de reclame zegt: margarines rijk aan phytosterol verminderen het cholesterol…

Michel DE LORGERIL: men, inclusief het medische korps heeft gedacht dat als men het cholesterol verminderde, automatisch de risico’s op hart- en bloedvatproblemen zouden verminderen. Helemaal fout. Verschillende dieeten anti-cholesterol en medicijnen hebben helemaal niets bewezen. De theorie die zegt: ik verlaag mijn cholesterol, dat is goed voor mijn lichaam, want ik bescherm zo mijn hart is fout; een echte wetenschappelijke oplichterij. Ik neem zelf geen phylosterol mezelf, en ook niet aan mijn kinderen, ik schrijf ze ook niet voor.

We kunnen patiënten niet verbieden dit soort producten te gebruiken, maar ik raad mijn patiënten af dit soort producten te gebruiken. Niets is zeker. Als ik mijn patienten iets aan zou moeten raden dan zou ik zeggen: ‘kijk naar margarines die gemaakt zijn van koolzaad’.

De moraal: deze margarines met phytosterol zijn niet onschuldig. Als uw cholesterolgehalte te hoog is dan zal uw arts u een adequate kuur voorschrijven of een passend dieet.

Therapeutisch voedingsmiddel of preventief volgens de Zwitserse wet.

Michel DONAT (verantwoordelijke voedingsmiddelen bij l’Office fédéral de la santé publique – OFSP-) zegt: de Zwitserse wet is duidelijk: een voedingsmiddel heeft een speciale autorisatie nodig om de term therapeutisch te mogen dragen. Speciale vastgestelde criteria zijn vastgelegd voor deze –voedicijnen-. Voedingsmiddelen met een therapeutisch karakter verschijnen steeds meer op de markt.

Redacteur Thierry SOUCCAR, verantwoordelijke persoon van lanutrification.fr observeert sinds enkele jaren van dichtbij de voedingsindustrie. Als wetenschappelijk journalist en voedingsdeskundige heeft hij gezien hoe we sluipenderwijs van margarine met een goede smaak van boter naar een margarine gezondheid zijn gegleden. Hij vertelt deze ontwikkeling: de grote voedingsmiddelbedrijven hebben zich gerealiseerd dat er een vraag naar dit soort producten was van de zijde van de consument; aan de andere kant was er een gebrek aan informatie; het een vult het andere aan en zo ontstaat een strategie die niet altijd even evenwichtig is. Dus, we bevinden ons met voedingsmiddelen voor de gezondheid of met de medicijnen.

De wetenschappers bevinden zich in een delicate positie: zij hebben geld nodig om hun onderzoek te kunnen realiseren en vaak, in ieder geval in Frankrijk, komt deze financiering uit de hoek van de voedingsindustrie. Onderzoeken hebben bewezen dat als een financiering uit een privé bron komt, de onderzoekers 4x hogere positieve resultaten publiceren aan diegenen die het onderzoek hebben betaald.

De –voedicijnen- zijn dus de nieuwe goudmijn voor de voedingsindustrie. UNILEVER heeft 40 jaar geleden in Frankrijk een onevenwichtige zonnebloemolie ( veel OMEGA 6 en weinig OMEGA 3 ) op de markt gebracht. De mensen die dachten dat deze olie goed was voor de gezondheid zijn bedrogen uitgekomen: door deze olie te gebruiken hebben ze hun eigen gezondheid uit balans gebracht.

Tsja…. en een paar jaar geleden hebben een aantal voedingsdeskundigen gezegd dat de Fransen een gebrek aan OMEGA 3 hadden; UNILEVER heeft de oplossing gevonden door voor dit probleem producten rijk aan OMEGA 3 te gaan verkopen….

Thierry SOUCCAR van lanutrification.fr: de reclame is vaak een bericht wat doet geloven dat men gezondheidsrisico’s of klachten kan verminderen door dit soort type voedingsmiddelen, samengesteld door teams van de voedingsindustrie, te gebruiken.

De jackpot zijn de personen die nu wat ouder worden en kwaaltjes beginnen te krijgen: diabetes, hoge bloeddruk, osteoporose enz. Perfect voor de farmaceutisch en de voedingsindustrie. En, de komende jaren zullen we zien dat de farmaceutische industrie ons medicijnen gaat verkopen en de voedingsindustrie ons voedingsmiddelen gaat verkopen die hetzelfde effect hebben als de medicijnen van de farmaceutische industrie.

De vraag is : ‘wanneer gaan de ziektekostenverzekeringen deze –voedicijnenvergoeden’?

Bron : www.tsr.ch > Emissions: A Bon Entendeur > Bekijk de franstalige video: Des margarines pour se soigner: du bluff sur nos tartines > 29 août 2006 (29/08/06).

Onverzadigd vet in margarine verdubbelt kans op astma bij kinderen

Campaigns to reduce heart disease by promoting polyunsaturated margarines and cooking oils could be partly responsible for the recent dramatic increase in childhood asthma in the developed world, say researchers in Australia. They found that a diet high in polyunsaturated fats more than doubles a child's risk of asthma.

https://www.newscientist.com/article/dn1046-margarine-linked-to-dramatic-asthma-rise/

Vetten die doden en genezen

Udo Erasmus geneesde zichzelf van een door artsen ongeneeslijk geachte vorm van kanker met behulp van zuivere oliën. Zo kwam hij op het idee om te gaan onderzoeken waarom vetten zoveel ziekten kunnen veroorzaken (kanker en hart- en vaatziekten).

Dit leidde tot twee belangrijke ontdekkingen:

  1. Vetten die doden:
    De vetten die wij doorgaans via onze voeding (margarine en dierlijke, verzadigde vetten) binnenkrijgen, veroorzaken door hun moleculaire structuur gezondheidsproblemen
  2. Vetten die genezen:
    Oliën met van oorsprong een gezonde moleculaire structuur worden tijdens het verwerkingsproces van de fabrikanten met het giftige natriumhydroxide behandeld en vervolgens zo sterk verhit dat iedere voedingswaarde teniet wordt gedaan. Deze oliën, die van nature zeer heilzame bestanddelen voor ons lichaam bevatten, vormen de “essentiele vetzuren”. Substanties die zonder meer te vergelijken zijn met vitaminen, sterker nog, ze worden als zodanig beschouwd, nl. als vitamine F. Ze moeten door ons uit de voeding gehaald worden, en de naam zegt het al, ze zijn essentieel, d.w.z. we kunnen niet zonder!

De Cholesterol leugen

Het streven naar cholesterolverlaging is voor de farmaceutische industrie, artsen en de margarinefabrikanten een miljardenbusiness geworden, maar volgens de inzichten van prof. Hartenbach en enkele andere belangrijke wetenschappers volstrekt overbodig, schadelijk en vaak zelfs levensgevaarlijk.

Walter O.M.Faché, Orthomoleculair Biochemicus

De strijd om de vetmarkt is opnieuw in volle hevigheid losgebarsten. De margarinefabrikanten voeren een agressieve strijd om de markt, waarbij zij elkaar proberen af te troeven met reclame voor 'innoverende toevoegsels'. Iedere down in de markt, vooral ook iedere aanmerking op de invloed van margarines op de gezondheid, wordt gecounterd door “innovaties” die met veel tamtam moeten bewijzen hoe goed en gezond hun product wel is. Zij goochelen met cijfers en gezondheidsclaims. Tot daar aan toe, dat zijn we al wel gewoon. Erger is dat zij ook druk uitoefenen op de pers: als er een artikel verschijnt in de krant dat in hun nadeel spreekt (zie "Nieuwe margarinereclames zijn misleidend" in Het Laatste Nieuws op 9 en 10 maart 2002), slagen zij er blijkbaar in om de redactie van de krant zo onder druk te zetten dat er binnen de kortste tijd een artikel verschijnt dat vertelt dat margarine wel gezond is! (Zie "Margarine is wel gezond", zelfde krant op 18 maart).

Bovendien slagen zij erin ongevraagd, buiten ons weten om, het Vlaams Instituut voor Orthomoleculaire Wetenschappen te doen citeren bij een zelfverzonnen uitspraak. Deze laatste laat uitschijnen dat het VIOW ermee zou akkoord zijn dat Vitelma Progress kadert in een gezonde voeding. Iets wat wij vooreerst nooit gezegd hebben en waarmee we bovendien helemaal niet akkoord mee kunnen gaan! Wij protesteren via ons tijdschrift tegen het misbruik van onze naam zowel in de krant als op de website van Vitelma. Tevens hebben wij aan de krant en Vitelma ons ongenoegen geuit en dringend om rechtzetting verzocht.

Deze info is gehaald uit een cache pagina in Google:

Voedingsschandalen mbt margarines in het verleden

Planta (Brio) in de zomer van 1960. Zie http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Voedingsschandalen/planta.html

The Margarine hoax

Margarine is made by adding hydrogen atoms to the fat molecules to make them more saturated, raising the melting point of the fat so it remains a solid at room temperature, i.e., the margarine won't run all over the table. This process, called "hydrogenation," requires the presence of a metal catalyst and temperatures of about 500°F (260°C) for the reaction to take place. It causes about half of the cis- bonds to flip over into a trans- configuration.

Hydrogenation became popular in the US because this type of oil doesn't spoil or become rancid as readily as regular oil and therefore has a longer shelf life. You can leave a cube of margarine sitting out for years and moulds, insects or rodents will not touch it. Margarine is a non-food! It would appear that only humans are foolish enough to eat it! Because the fats in margarine are partially hydrogenated (i.e., not fully saturated), the manufacturers can claim it is "polyunsaturated" and market it to us as a healthy food.

Many other fatty chemicals are also created when oils are partially hydrogenated. In Fats that Heal, Fats that Kill, Udo Erasmus stated: "So many different compounds can be made during partial hydrogenation that they stagger the imagination... Needless to say, the industry is hesitant to fund or publicize thorough and systematic studies on the kinds of chemicals produced and their effects on health.

Erasmus also quoted a statement about hydrogenation, made by Herbert Dutton, one of the oldest and most knowledgeable oil chemists in North America. It basically boils down to this: because of the known and unknown health effects of these hydrogenation by-products, government health regulations would not allow the process to be used for making edible products if it were to be introduced today.

Another 'side-effect' of hydrogenation is that a residue of toxic metals, usually nickel and aluminum, is left behind in the finished product. These metals are used as catalysts in the reaction, but they accumulate in our cells and nervous system where they poison enzyme systems and alter cellular functions, endangering health and causing a wide variety of problems. These toxic metals are difficult to eliminate without special detoxification techniques, and our 'toxic load' increases steadily with small exposures over time. Since they are increasingly found in our air, food and water, the cumulative doses can add up to dangerous levels over time.

Essentiële vetzuren en de preventie van borstkanker

Avoiding phoney fats like margarine and vegetable shortening, as well as processed vegetable oils that are high in polyunsaturates, is a must for any woman looking to prevent breast cancer and ill health. Taking extra care to include organic sources of healthy fats like olive oil, butter and coconut oil, as well as CLA-rich foods from grass-fed cattle, will help prevent breast cancer and other diseases. Dr Enig agrees, ‘The best dietary advice is to avoid partially hydrogenated vegetable oils and high levels of omega-6 oils. Use a broad balance of natural fats and oils and consume as many whole foods and whole food mixtures as possible.’

Eat natural, traditional fats; avoid newfangled foods made from vegetable oils; use butter, not margarine

Most of the trans isomers in modern hydrogenated fats are new to the human physiology and by the early 1970’s a number of researchers had expressed concern about their presence in the American diet, noting that their increasing use had paralleled the increase in both heart disease and cancer. The unstated solution was one that could be easily presented to the public: Eat natural, traditional fats; avoid newfangled foods made from vegetable oils; use butter, not margarine. But medical research and public consciousness took a different tack, one that accelerated the decline of traditional foods like meat, eggs and butter, and fueled continued dramatic increases in vegetable oil consumption.

Consumption of partially-hydrogenated vegetable oil may contribute to occurrence of coronary heart disease

Its ironical -- animal fats have been blamed for the damage caused by partially-hydrogenated oils -- which started out as wholesome vegetable oils -- that is, until they were chemically altered by man. I can't help but think about so many in the general public who are not scientifically trained and who have been brain-washed by the countless illegal commercials that promise that using margarine will protect them from heart disease. These people don't even read the newspaper accounts such as the report from Harvard that margarine actually is associated with increased heart disease and heart disease death. In the Harvard study of 85,000 nurses, after adjusting for all known possible confounding factors including total fat and total calorie intake, there was a fifty percent greater incidence of heart disease among those women with consuming the highest fifth of percentage of fats as TFAs compared to those in the lowest fifth. Since all other factors, including total fat and total calories were compensated for, the researchers conservatively concluded, "these findings support the hypothesis that consumption of partially-hydrogenated vegetable oil may contribute to occurrence of coronary heart disease."

Wetenschappelijke studies

Minder verzadigd vet en cholestrol - meer overlijdingsgevallen

In een meerjarig Brits onderzoek bij duizenden mensen, werd er aan de helft gevraagd om het verzadigd vet en de cholesterol te verminderen, en de hoeveelheid onverzadigde oliën zoals margarine en plantaardige olie te verhogen. Na een jaar hadden diegenen op het "goede" dieet 100% meer overlijdingsgevallen dan diegenen op het "slechte"dieet, ten spijte van het feit dat de mensen op het "slechte" dieet verder gingen met roken

Rose G and others. The Lancet, 1, 1062-1065, 1983;

Verhoogde kans op astma door grote inname margarine

Within a prospective study, we explored the associations between dietary intake of fatty acids, antioxidants and relevant food sources of these nutrients on the clinical manifestation of asthma in adulthood.

Conclusions: In summary, the present results provide evidence that even in adulthood a high margarine intake increases the risk of clinical onset of asthma. Whether oleic acid may serve as a proxy for margarine-derived trans-fatty acids (C18:1 t9) remains to be clarified.

European Journal of Clinical Nutrition (2005) 59, 8-15

G Nagel (1) and J Linseisen (1,2)

(1) Division of Clinical Epidemiology, DKFZ German Cancer Research Center, Heidelberg, Germany
(2) Unit of Human Nutrition and Cancer Prevention, Technical University of Munich, Germany

Correspondence: G Nagel, Division of Clinical Epidemiology, German Cancer Research Center, Im Neuenheimer Feld 280, 69120 Heidelberg, Germany. E-mail: g.nagel@dkfz-heidelberg.de


Adipose tissue fatty acids and risk of myocardial infarction

Intake of very long-chain n-3 fatty acids as reflected in adipose tissue content is inversely associated with risk of myocardial infarction.

Trans fatty acids, linoleic and -linolenic acid were intercorrelated and associated with increased risk.

It is suggested that the increased risk may be connected to trans fatty acids or to some other factor associated with margarine consumption.

Onderzoekers:

J I Pedersen (1), J Ringstad (2), K Almendingen (1), T S Haugen (1), I Stensvold (3) and D S Thelle (3,4)

(1) Institute for Nutrition Research, University of Oslo, Oslo, Norway

(2) Østfold Central Hospital, Fredrikstad, Norway

(3) Department of Preventive Medicine, Ullevål University Hospital, Oslo

(4) Department of Epidemiological Research, University of Oslo, Oslo, Norway

Correspondence to: J I Pedersen, Institute for Nutrition Research, University of Oslo, PO Box 1046, Blindern, 0316 Oslo, Norway. j.i.pedersen@basalmed.uio.no

Goed voor hart en bloedvaten?

Onderstaand artikel over de mogelijk averechtse gezondheidseffecten van 'hartvriendelijke'; margarines met veel linolzuur werd in het voorjaar van 2004 geschreven in opdracht van een groot Nederlands tijdschrift. De auteur stuurde de tekst zoals het hoort naar zijn bronnen bij margarineproducent Unilever, om hen de mogelijkheid te geven citaten te corrigeren. Hij hoorde niets meer. In plaats daarvan werd de redactie van betreffend tijdschrift door Unilever en de Nederlandse Hartstichting benaderd met het 'dringende advies'; het artikel niet te plaatsen. De redactie werd ook gebeld door Patricia Schutte van het Voedingscentrum. Ook zij drong er op aan 'het artikel van Meijer'; niet te plaatsen, omdat de inhoud niet zou kloppen. Het Voedingscentrum is tijdens de research nooit benaderd en de auteur heeft zijn tekst nooit naar het Voedingscentrum gestuurd.

Het artikel is uiteindelijk niet gepubliceerd. Door de auteur benaderde Kamerleden reageerden niet, waarschijnlijk omdat de materie voor hen te ingewikkeld is.

Op 1 januari 2005 werd bekend dat Becel Pro Aktiv deels wordt vergoed door zorgverzekeraar VGZ.

Korte samenvatting:

Goed voor hart en bloedvaten?

Door Melchior Meijer

Gezondheidsautoriteiten en media roepen al veertig jaar in koor dat verzadigd vet gevaarlijk is. Het zou dik maken en onze bloedvaten verstoppen. Zelfs wij nuchtere Hollanders hebben ons gek laten maken. De consumptie van voortreffelijke polderwaren als volle melk en roomboter is sinds de jaren ';60 meer dan gedecimeerd. En dat is wrang. Want het ziet er steeds meer naar uit dat de anti-vet boodschap op een dwaling berust. Alle pertinente adviezen ten spijt, bestaat er onder wetenschappers absoluut geen eenduidigheid over de invloed van verzadigd vet op het ontstaan van hart- en vaatziekten en overgewicht. Sterker nog, het de hemel in geprezen linolzuur ('goed voor hart en bloedvaten';) zou wel eens een wolf in schaapskleren kunnen zijn.

Tijdens een vakantie in Italië begin jaren ';50 had Ancel Keys, een jonge epidemioloog uit de Verenigde Staten, een AH-erlebnis. De huisarts van het dorp waar hij verbleef, vertelde hem dat hij in zijn loopbaan slechts enkele malen een patiënt met een hartinfarct had gezien. In het Amerika van die dagen was dat ziektebeeld een plaag aan het worden. Het lokale dieet in Keys'; vakantiedorp bevatte weinig dierlijk vet en de epidemioloog had zijn 'eureka';: verzadigd vet veroorzaakt hartinfarcten. Keys was wetenschapper genoeg om op te merken dat de inwoners van dorpen wat meer landinwaarts zich tegoed deden aan vette salami en mozzarella en óók nauwelijks hartproblemen kenden, maar hij was te zeer gegrepen door zijn idee om daar consequenties aan te verbinden. Hij zette een reusachtig onderzoek op. In zeven landen zette hij de consumptie van verzadigd vet af tegen het aantal hartaanvallen. En jawel. Zes van die zeven landen lieten een zwak positief verband zien. Het bewijs was geleverd. Tot op de dag van vandaag is de 'Zeven Landen Studie'; de belangrijkste pijler voor de magere voedingsadviezen van instanties als het Voedingscentrum.

"Keys vertelde er niet bij dat hij die zeven landen zorgvuldig had geselecteerd," zegt Dr. Uffe Ravnskov, nierspecialist en biochemicus in het Zweedse Lund. Ravnskov is auteur van het boek 'The Cholesterol Myths'; (De Cholesterol Mythen), een stevig onderbouwde en ontluisterende analyse van het wetenschappelijke dogma dat verzadigd vet en cholesterol hart- en vaatziekten veroorzaken. Die theorie luidt als volgt: verzadigd vet verhoogt het cholesterol. Een verhoogd cholesterol is een risicofactor voor hart en vaatziekten. Verzadigd vet veroorzaakt dus hart- en vaatziekten. Onlangs kreeg Ravnskov voor zijn werk de prestigieuze Skrabanekprijs van Trinity College in Dublin. "Toen Keys zijn ingeving kreeg, waren er al 22 landen op precies dezelfde manier onderzocht. In 16 van de 22 landen vonden de onderzoekers geen of zelfs een sterk omgekeerd verband. De Zwitsers zagen hun alsmaar toenemende gebruik van dierlijk vet bijvoorbeeld gepaard gaan met een scherpe afname van het aantal hartinfarcten. Iets dergelijks zie je op het moment in de mediterrane landen en Japan. 'Ondanks'; de fors toenemende rol van dierlijk vet in hun cuisine is het met de gezondheid van hun hart momenteel nog beter gesteld dan veertig jaar geleden. Een opmerkelijke studie die afgelopen mei verscheen, suggereert dat verzadigd vet krachtige bescherming biedt tegen cardiovasculaire aandoeningen. Van Okinawa, de Japanse eilandengroep met het hoogste percentage 100-jarigen ter wereld, wordt vaak beweerd dat het een magere keuken heeft, maar kijk voor de grap eens in hun kookboeken. De mensen die nu kerngezond stokoud zijn, aten dagelijks varkensvlees en kookten met reuzel." Keys meldde ook niet dat hij in twee vlak bij elkaar gelegen provincies in Finland, waar exact dezelfde, grote hoeveelheden spek en vette worst werden gegeten, enorme verschillen in het aantal hartproblemen waarnam. Mensen in de ene provincie kregen de meeste hartinfarcten van de wereld, mensen honderd kilometer verderop waren qua hartconditie te vergelijken met Japanners. Ravnskov: "Hij wist zich geen raad met die tegenstrijdige data en negeerde ze. Daarmee liet hij een gouden kans liggen. Waarom ging hij niet op zoek naar het waarom van dat verschil?"

Keys startte met zijn al of niet bewuste slordigheid een merkwaardige trend. In de stroom publicaties die nadien op gang kwam, komen nogal wat 'onregelmatigheden'; voor. Een raar voorbeeld is de Framingham Heart Study, een onderzoek dat al veertig jaar loopt onder inwoners van een voorstad van Boston. In de samenvatting van een deelstudie meldden de auteurs dat iedere procent verhoging van het cholesterolgehalte gepaard ging met een twee procent verhoging van het risico op een hartinfarct. Alle officiële adviezen, ook die van onze Hartstichting, stoelen daarop en de waarneming is in duizenden publicaties geciteerd. Diep verscholen in de eigenlijke studie, die volgens Ravnskov door niemand wordt gelezen, staat echter iets heel anders: 'Elke daling van het cholesterolgehalte met 1 mg per deciliter bloed ging gepaard met een 11 procent hoger risico op een dodelijk hartinfarct';. Ravnskov legt de zere vinger op een aantal van dit soort cruciale 'verschrijvingen'; en stelt dat mede daardoor een vals beeld is geschapen. De Zweed wijst er ook op dat de grote medische tijdschriften een halve eeuw lang vrijwel uitsluitend studies hebben gepubliceerd die de 'vet is gevaarlijk'; gedachte ondersteunen. "Er is minstens zo veel degelijk materiaal dat de theorie onderuit haalt, maar dat ligt ongezien in de bibliotheek."

Verzadigd vet verhoogt toch het cholesterol? "Als je meer eet dan je verbruikt," nuanceert Dr Ravnskov. "En dan nog: so what? Cholesterol is een vitale stof - het heeft zelfs antioxidante eigenschappen - die het lichaam tegen van alles en nog wat beschermt. De lever maakt zelf dagelijks de hoeveelheid cholesterol aan die in een pak eieren zit. Het orgaan reguleert heel nauwkeurig hoeveel er in het bloed circuleert, daarom is het zo moeilijk om het met de voeding te beinvloeden. Als het sterk stijgt, is dat een teken dat het lichaam zich tegen iets probeert te wapenen. Zo is goed beschreven hoe 'hoge'; cholesterolspiegels oudere mensen beschermen tegen infecties. Het omlaag brengen ervan kun je vergelijken met het gevangen nemen van brandweerlieden, met als argument dat brandweerlieden altijd worden gesignaleerd waar brand is." Het risico tussen een verhoogde cholesterolspiegel en het ontwikkelen van hartkwalen is volgens hem allerminst vanzelfsprekend. "De patholoog Kurt Landé en de biochemicus Warren Sperry onderzochten in 1936 een paar honderd overledenen en vergeleken het cholesterolgehalte in het bloed met de mate van slagaderverkalking. Hun grafiek had veel weg van een Turkse sterrenhemel. Mensen met hoge cholesterolspiegels hadden schone vaten, mensen met heel lage spiegels waren hartstikke verstopt en alles daartussenin... geen enkel verband. Dergelijk onderzoek is vaak herhaald, telkens met hetzelfde resultaat. Cardiologen zien dat trouwens dagelijks in hun praktijk. Meer dan de helft van de mensen die een hartaanval krijgen, heeft een normaal of laag cholesterol. In Rusland en de Baltische staten geldt een laag cholesterol zelfs als forse risicofactor voor een hartinfarct." Vorig jaar liet de LiviCordia studie zien dat mannen in Litouwen, die een tamelijk laag cholesterol hebben, vijf keer zo veel hartinfarcten krijgen als Zweedse mannen, wier bloed beduidend meer cholesterol bevat. "Het enige wapen dat de anti-vet lobby momenteel nog heeft, zijn de onderzoeken naar het effect van de cholesterolverlagende statines," zegt Ravnskov. "Die blijken het aantal hartinfarcten inderdaad te verminderen. Maar ze doen dat onafhankelijk van hun cholesterolverlagende effect. Zelfs mensen met extreem lage cholesterolspiegels profiteren ervan."

Ravnskov is geen verdwaalde eenling. Vier jaar geleden rapporteerde het Europese cardiologenvakblad: 'Uit analyse van alle grote studies moet de conclusie worden getrokken dat vermindering van de inname van verzadigd geen lager risico op hart- en vaatziekten geeft. De enige dieetfactor die consequent gepaard gaat met een risicoverlaging is de consumptie van groenten, fruit en omega-3 vetzuren';. In de loop der jaren trokken veel wetenschappers krachtig aan de bel, maar een trein die op gang is gekomen, staat niet zomaar stil. Dr. Walter Willett, de hoogleraar humane voeding van Harvard die aan de wieg stond van de huidige 'magere'; maaltijdschijf, stelde zijn visie onlangs drastisch bij. Tegen het tijdschrijft Science Magazine zei hij: "Enorme machten in de samenleving - politici, gezondheidsinstanties, diëtistes, journalisten en niet te vergeten de voedingsindustrie - gaan nog dagelijks voor het vuur voor een onhoudbare hypothese." Maar hoe kon die 'onhoudbare hypothese'; überhaupt wortelschieten? Willett vermoedt dat zelfs wetenschappers een naief beeld hebben van wat atherosclerose ('aderverkalking';) nou precies is. "Het idee dat verzadigd vet de bloedvaten verstopt en dik maakt klinkt zó logisch, dat mensen niet bereid of in staat zijn alle gegevens kritisch te bekijken. Achteraf blijkt het een te simplistische veronderstelling te zijn geweest." Dr. George Mann, een van ';s werelds vooraanstaandste vetexperts, drukt zich nog scherper uit. "Wie in de jaren ';70 en ';80 het lef had te wijzen op het krakkemikkige wetenschappelijke fundament voor de 'magere'; consensus, kon naar geld voor onderzoek fluiten. Alleen de allerkoppigsten onder ons durfden openlijk kritiek te blijven leveren. Het was een situatie waarin de mannen zich van de jochies onderscheidden. Maar moed werd geenszins beloond. Ruimte om plausibeler verklaringen te onderzoeken kwam er niet. De industrie had alle fisches ingezet op cholesterolverlaging door middel van linolzuur en medicijnen. Dit is een beschamend voorbeeld van te lang volgehouden 'wishful science';. De vethysterie is de grootste miskleun in de geschiedenis van de medische wetenschap."

Is het hartinfarct van alle tijden? Dat is handig om te weten als je wilt bepalen of een verandering in voeding of gedrag er invloed op heeft. Eisenhowers cardioloog Dr Paul Dudley White zei in 1954 in een radio-uitzending: "Ik begon mijn praktijk in 1921 en ik had duvelsgoed geleerd hoe een hartinfarct eruit ziet. Het bestond, maar het was een zeldzaam fenomeen. Het duurde tot 1928 voor ik mijn eerste infarct zag. Vanaf 1930 begon het ziektebeeld snel gebruikelijker te worden. Collega';s in Europa meldden exact hetzelfde patroon." Hij zei ook: " Ik twijfel sterk aan het nut en zelfs aan de veiligheid van al die 'hartvriendelijke'; margarines en olieën. Wat aten de mensen in de hartinfarctvrije dagen? Boter, reuzel, spek, eieren, alles wat de Hartstichting nu verbiedt. Van zonnebloemolie of linolzuur hadden ze nooit gehoord."

Dudley White werd haastig afgekapt. Later meldde hij daarover: "De uitzending stond in het teken van een campagne van de Amerikaanse Hartstichting en die ontving fondsen van de margarinebranche." Vijftig jaar later is de logische vraag die hij impliciet opwierp nog even relevant: veroorzaken de 'hartvriendelijke'; meervoudig onverzadigde vetzuren die kort voor de epidemie van hart en vaatziekten deel gingen uitmaken van onze voeding misschien juist hartinfarcten? Dat zou zacht uitgedrukt wrang zijn, want ook wij Nederlanders zijn sinds begin jaren ';60 gebombardeerd met de boodschap dat extra linolzuur absoluut noodzakelijk is. Wie herinnert zich niet de reclamespot met het knipperende voetgangerslicht en het vertrouwenwekkende 'Goed voor hart en bloedvaten';?

"Ja, véél linolzuur kan hartinfarcten uitlokken," luidt het droge commentaar van Dr Mary Enig van de Universiteit van Maryland, internationaal gerespecteerd vetzuurspecialist: "Niet alleen hartinfarcten, maar tal van aandoeningen waaraan ontstekingsprocessen en afwijkingen van het immuunsysteem ten grondslag liggen, zoals reuma, astma en kanker. Linolzuur - een zogenoemd omega-6 vetzuur - is essentieel. Je hebt er dagelijks een heel klein beetje van nodig. Maar door de agressieve promotie van goedkope plantaardige vetten is het zwaar oververtegenwoordigd in onze voeding. Essentiële vetzuren zijn de voorlopers van hormoonachtige stoffen die overal in het lichaam het verkeer regelen. Een eindeloos gecompliceerd mechanisme, dat naar behoren functioneert als de vetzuursamenstelling van de voeding in balans is. In te grote hoeveelheden blokkeert linolzuur een enzym dat een rol speelt bij de productie van die hormonale verkeersagenten. Het dwarsboomt een hele keten van mechanismen, waardoor de stollingsneiging van het bloed toeneemt en een sluimerende ontstekingstoestand kan optreden. Ontstekingsmechanismen liggen aan de basis van hart- en vaatziekten. Verder verlamt een onnatuurlijke hoeveelheid linolzuur het immuunsysteem. Zonnebloemolie is nog een poos met succes toegepast bij transplantatiepatiënten. Door het immuunsysteem te verzwakken, worden afstotingsverschijnselen onderdrukt. Helaas verhoogt het ook het risico op een aantal vormen van kanker."

Volgens de Amerikaanse arts en voedingsfysiologe Dr Artemis Simopoulos heeft het explosief toegenomen gebruik van linolzuurrijke margarines en olieën vooral de verhouding tussen de onverzadigde vetzuren in de war geschopt. "Aan het begin van de vorige eeuw kregen de meeste mensen met hun voeding ongeveer evenveel linolzuur als alfa linoleenzuur binnen," legt mevrouw Simopoulos uit. "Linolzuur is van het soort omega 6, linoleenzuur van het type omega 3. De ratio omega 6/omega 3 was toen dus ongeveer 1 op 1. Inmiddels krijgen we zoveel extra linolzuur binnen, dat de balans volkomen zoek is. In een land als Nederland wordt zo';n twintig à dertig keer meer linolzuur dan alfa linoleenzuur geconsumeerd. Dat leidt er ondermeer toe dat het bloed eerder klontert, dat mensen dus sneller trombose of een hartinfarct krijgen. Ook kan het ons cholesterol ranzig maken. Ranzig cholesterol is veel gevaarlijker dan 'schoon'; cholesterol. Mijn onderzoeksgroep heeft bovendien aangetoond dat onze lichaamscellen vanaf een ratio van 4:1, dus vier keer meer linolzuur dan alfa linoleenzuur, minder gevoelig worden voor het bloedsuikerregulerende hormoon insuline. Die toestand, insulineresistentie, kan diabetes tot gevolg hebben, maar is ook op zichzelf een geduchte risicofactor voor een hartinfarct."

De Nederlandse Hartstichting, die haar enthousiasme voor linolzuurrijke margarines traditioneel niet onder stoelen of banken steekt, verwijst de argumenten van de buitenlandse experts bij monde van mevrouw Ineke van Dis naar het land der fabelen. "Kom nou even. Veertien grote studies hebben onomstotelijk aangetoond dat extra linolzuur het cholesterolgehalte verlaagt. Dus is het goed voor hart en bloedvaten." Van Dis'; eerste opmerking klopt. Becelsmeerders verlagen hun cholesterol. Een beetje. Maar het effect op zogenoemde 'harde eindpunten'; - hartinfarcten en sterfte - is niet florissant. Nogal wat grote buitenlandse studies naar het effect van cholesterolverlaging met linolzuur lieten een hogere sterfte zien. Aan kanker, maar in sommige studies ook aan hartinfarcten. Een voorbeeld: in de omvangrijke Nurses Health Study naar de invloed van voeding op de gezondheid was de inname van vier theelepels linolzuurrijke margarine per dag gekoppeld aan een 66 procent hoger risico op een hartinfarct. Een vergelijkbaar 'paradoxaal'; risico werd gevonden in de WHO European Coronary Prevention Study. Mary Enig noemt ook nog de beruchte Israëlische Paradox. "Er zijn weinig landen waar meer linolzuur wordt gebruikt dan Israël en weinig landen waar hart- en vaatziekten en diabetes type 2 zo alomtegenwoordig zijn. Hetzelfde geldt voor bepaalde vegetarisch levende groepen in India, die pas hartproblemen ontwikkelden toen ze van geklaarde boter overschakelden op zonnebloemolie."

Ook Nederlandse wetenschappers signaleren voorzichtig dat er iets niet klopt. Dr. Janneke Brouwer, klinisch chemicus aan de universiteit van Groningen, stelde in 1999 in haar proefschrift over de 'klinische chemie van aderverkalking'; dat de promotie van linolzuurrijke levensmiddelen haar doel voorbij is geschoten. Net als Enig en Simopoulos wees ze erop dat andere essentiële vetzuren, vooral van de soort omega-3, in het gedrang komen. De impact van haar vaststelling bleek in datzelfde jaar tijdens de Lyon Diet Heart Study. Eén groep patiënten werd op het zogenoemde 'Hartstichtingdieet'; gezet, een andere groep kreeg een voeding met weinig linolzuur, minder rood vlees, veel groene bladgroenten en vis en een omega-3 rijke, op basis van raapzaadolie (enkelvoudig onverzadigd, net als olijfolie) vervaardigde margarine. De cholesterolprofielen van beide groepen bleven exact gelijk, maar al na vier maanden tekende zich een verschil af van een heel andere orde. In de groep met het 'Hartstichtingdieet'; begonnen zich fatale hartaanvallen voor te doen, in de linolzuurbeperkte 'omega-3 groep'; niet. Met elke maand die verstreek, werd het verschil in overleving groter en na twee jaar besloten de onderzoekers het experiment af te breken om ook de onfortuinlijke controlegroep van het onmiskenbare effect te laten profiteren.

Is de op koolzaadolie gebaseerde, linolzuurarme 'wondermargarine'; die in Lyon kennelijk levens redde in Nederland te koop? Nee. Dr Ir Gert Meijer van Unilevers Health Institute zegt dat er niet voldoende bewijs is dat een margarine met weinig linolzuur en relatief veel alfa linoleenzuur de gezondheid van de consument ten goede komt. "Er worden uit het Lyon Diet Heart project helaas veel conclusies getrokken van het soort 'lange halen, snel thuis';. Die mensen kregen niet alleen koolzaadoliemargarine, ze aten ook meer vis, minder rood vlees, meer peulvruchten, namen ';s avonds een wijntje, noem maar op. Je kunt onmogelijk zeggen dat de gunstige effecten puur een gevolg waren van de margarine." De leider van de studie, Dr. Michèl de Lorgeril, is het daar niet mee eens. In de conclusie van zijn studie schrijft hij dat het verschil in hartaanvallen en sterfte, gezien de identieke cholesterolniveaus in beide groepen, alleen kan worden toegeschreven aan de verbeterde balans tussen omega 6 en omega 3. "Het was de enige factor in het bloed die verschilde," aldus De Lorgeril, die vervolgens verwijst naar een dozijn kleinere studies die eenzelfde effect hebben laten zien. Meijer: "Unilever blijft er bij dat het bewijs daarvoor flinterdun is. De consensus is dat de meeste mensen nog altijd wat te weinig linolzuur binnenkrijgen. Je hebt altijd wetenschappers die van de consensus afwijken. Enig en Simopoulos zijn 'believers';. Als we zulke hittepetitten serieus zouden nemen, zouden we geen stap vooruit komen. Overigens hebben we de vetzuursamenstelling van onze producten wel degelijk iets aangepast. Becel Pro Aktiv bevat nu bijvoorbeeld naast linolzuur ook wat alfa linoleenzuur."

Het woord is gevallen: 'consensus';. Meijer zegt dat alle serieuze wetenschappers vinden dat de linolzuur die zijn broodheer aan de man brengt, goed is voor hart en bloedvaten en dat iedereen er eigenlijk nog wat meer van zou moeten eten. Maar in een redactioneel commentaar in het vakblad Circulation schreef de vooraanstaande cardioloog en vetzuursprecialist Dr Alexander Leaf al in 1999: 'Het is inmiddels boven iedere twijfel verheven dat zowel het aantal hartinfarcten als de totale sterfte alleen daalt (...), wanneer de inname van linolzuur wordt teruggebracht';. Is deze autoriteit ook zo';n 'hittepetit';? Volgens Dr Janneke Brouwer is er iets heel anders aan hand. Unilever Nederland zou liever niet hebben dat de grote voordelen van een op koolzaadolie gebaseerde, linolzuurarme margarine breed bekend worden.

Brouwer was zijdelings betrokken bij MARGARIN, een Nederlandse poging om met de in Lyon gebruikte methode de relatief hoge sterfte aan hart- en vaatziekten in Oost-Groningen omlaag te krijgen. De onderzoekers vroegen om dezelfde margarine die in Lyon was gebruikt - met veel alfa-linoleenzuur en slechts heel weinig linolzuur - maar Unilever weigerde dat, aldus Brouwer. Unilever wilde best een margarine leveren met extra alfa-linoleenzuur, maar op voorwaarde dat het smeersel óók veel linolzuur zou bevatten. 'Veel linolzuur verdringt in het lichaam alfa-linoleenzuur, dus kon op basis van reeds beschikbaar onderzoek worden verwacht dat de resultaten zouden tegenvallen,'; zegt ze. De wetenschappers protesteerden heftig, maar stonden machteloos. En inderdaad, het MARGARIN project mat slechts een bescheiden effect. Het klinkt als een overtrokken complottheorie. Dus de mensen van MARGARIN maar eens benaderd. Dr Ir Wanda Bemelmans, destijds onderzoeksleider van het project en tegenwoordig hoofd epidemiologie bij het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), ontkent het verhaal niet, maar weigert nader commentaar. Ze verwijst naar haar toenmalige mentor en mede-auteur, de inmiddels gepensioneerde Groningse huisartsenopleidster Prof Dr Betty Meyboom-De Jong. Die laat op haar beurt nogal geërgerd weten zich de details van het MARGARIN project niet meer goed te kunnen herinneren.

Een duidelijker bevestiging mag je van geintimideerde wetenschappers niet verwachten. Waarom weigert een multinational onafhankelijke onderzoekers het instrument te leveren waar ze om vragen? Vindt Unilever het, na decennia van massieve linolzuurpromotie in Nederland, misschien pijnlijk als zou blijken dat juist met een linolzuur-arme margarine een spectaculaire gezondheidswinst kan worden geboekt? Is er een economisch belang? Becel wordt gemaakt van linolzuurrijke vetbronnen als sojabonen, zonnebloempitten en mais. Heeft het concern mogelijk nog aantrekkelijke contracten lopen met leveranciers van dergelijke spotgoedkope bulk? In dat geval zou een margarine op basis van een 'nieuwe'; grondstof (koolzaad is volgens cijfers van de EU duurder) vooralsnog wat minder winst genereren. "Rabiate nonsens," reageert Gert Meijer. "Als we in een product geloven, brengen we het op de markt. En als de productiekosten hoger zijn, berekenen we die gewoon door aan de consument. Nogmaals, de science is niet hard genoeg."

"De rol van linolzuur en alfa linoleenzuur bij het ontstaan danwel de preventie van hartinfarcten is momenteel een hot item in de wetenschap," erkent Prof Dr Ir Daan Kromhout, internationaal gerespecteerd epidemioloog en directeur van het RIVM. Kromhout droeg bij aan de bekende Zeven Landen Studie en verrichtte baanbrekend onderzoek naar het beschermende effect van met name visvetzuren. "Veel pleit voor een advies om de consumptie van omega-3 vetzuren te verhogen. Maar wie beweert dat de inname van linolzuur omlaag moet, begeeft zich op glad ijs. Daar bestaat geen consensus over." Dat valt te bezien. De Zweedse equivalenten van onze Hartstichting en ons Voedingscentrum waarschuwen duidelijk voor de gevaren van te veel linolzuur. Ze baseren zich op dezelfde, eenduidige literatuur. Het verschil is dat ze volledig met belastinggeld worden betaald en geen banden onderhouden met 'belanghebbende derden';, zoals margarineproducenten. Japan moet in de ogen van Kromhout helemaal vloeken tegen de gemaakte 'afspraken';. Vetzuurspecialist Dr Harumi Okuyama: "Wij adviseren onze bevolking nadrukkelijk om meer omega-3, maar vooral ook minder linolzuur te gebruiken. Terugkeer naar traditioneel Japanse eetgewoonten is absoluut noodzakelijk als wij typisch westerse aandoeningen als aderverkalking, allergieën en sommige kankers willen voorkomen. De grote studies suggereren dat hartinfarcten eerder worden veroorzaakt door te veel linolzuur dan door een verhoogd cholesterol."

Voor wie twijfelt en niet wil wachten tot internationaal aanvaarde onderzoeksgegevens resulteren in nieuwe Nederlandse adviezen - een proces dat kennelijk deels wordt aangestuurd vanaf Beursplein 5 - heeft Dr Simopoulos enkele eenvoudige tips om een eventueel ongunstige vetzuursamenstelling van de voeding in evenwicht te brengen:

Conclusie

Laat de margarines en vooral de halvarines links liggen en gebruik roomboter, cocosolie, olijfolie en/of reuzel. Margarine en halvarine zijn synthetische producten.