Een goede set handgereedschap is de basis voor voor iedere huishouding. Er dient een set aanwezig te zijn om zelf kleine reparaties te kunnen doen. Ook bij opa/oma van 70+.
Veel gebruikt gereedschap zijn schroevendraaiers. Voor het ophangen van dingen aan de muur of het in elkaar zetten van een kast worden schroevendraaiers gebruikt.
Het voordeel van handschroevendraaiers is dat je voelt hoeveel kracht er gebruikt wordt en deze goed kan doseren.
Je kunt schroevendraaiers kopen met een vaste kop of met bits. De veelgebruiker zal eerder voor een basisset kiezen met vaste koppen.
Doorgaans worden schroeven rechtsom vastgedraaid en linksom los.
De grootte van schroevendraaier en schroef dienen bij elkaar te 'passen'. Veelzeggend is de wijsheid; Schroevendraaier te groot schroefje dood, schroevendraaier te klein beide pijn, schroevendraaier past niemand last.
De oudste is de sleuf waarin een platte schroevendraaier wordt gestoken. Deze stamt nog uit de tijd dat electrisch gereedschap nog niet eens bestond voor de doe het zelver.
Veel gebruikte types schroevendraaiers:
Links de phillips kruiskop en rechts de Pozidriv-schroef en bit
De laatste twee types lijken veel op elkaar en worden daardoor soms verwisseld. Aangezien de hoek van de kop verschillend is en Pozidriv vier extra ribben heeft, zal alleen een goede passing optreden indien het juiste gereedschap wordt toegepast. Bij gebruik van het juiste Pozidriv-schroefbit of schroevendraaier zal de schroef ook bij horizontaal houden van de schroef in het bit blijven zitten.
De grootte van de kop wordt aangeduid met een getal. De maten zijn PH/PZ00, 0, 1, 2, 3.
De opvolger van de kruiskoppen is de Torx. De zijn verkrijgbaar in de maten T4, 5, 6, 7, 8, 10, 15, 20, 25. Groter kan ook maar zijn meestal als dop uitgevoerd.
Voor beveiliging worden nog speciale koppen gebruikt die met standaard gereedschap niet open te maken zijn.
Voor elektrisch werk bestaan er geïsoleerde schroevendraaiers, die meestal tot een spanning van 1000V veilig zijn.
Wilt u bits gebruiken koop dan een goede handdraaier met de meest uitgebreide set bits. De standaard bit heeft een ¼" zeskant die in de houder geschoven kan worden. Er bestaan ook bits met een kleinere of grotere zeskant.
Verder is er nog een speciale schroevendraaier die gebruikt wordt om fittingen aan te sluiten en is voorzien van een spannings zoeker.
Fittingschroevendraaier / spanningzoeker.
Even een opmerking over het gebruik. Indien de schakelaar aan staat zal het neon lampje oplichten. Men dient dan het metaal in de rode kop van de schroevendraaier aan te raken.
Schakelt men de schakelaar uit dan zal het neon lampje doven. Dit gebeurd niet altijd. Sommige schakelaars zijn voorzien van een ontstoorcondensator over de contacten welke na het openen spanning doorlaten waardoor het neonlampje zwakker gaat branden. Men kan de zwarte draad nu gewoon aanraken. Dit type schakelaar is ook niet geschikt voor sommige LED-lampen omdat deze dan gaan flikkeren.
Een tang is een stuk gereedschap dat dient om iets vast te grijpen. Het bestaat uit twee hefbomen verbonden door een scharnier, dat het steunpunt vormt, en een bek, die de eigenlijke functie van de tang vervult.
Er zijn veel soorten tangen, met verschillende functies, die vaak overlappen met de functies van scharen, klemmen en sleutels. Er zijn tangen om een voorwerp stevig beet te pakken en daardoor bijvoorbeeld te kunnen verbuigen of plat te knijpen. Er zijn ook tangen die slechts tot doel hebben een voorwerp aan te pakken dat niet direct aangepakt kan worden. Dan zijn er tangen met een "snijdende" functie, zoals de nijptang, de zijkniptang, de gaatjestang. Verder zijn er tangen die een specifieke functie hebben, zoals de popnagel- of blindniettang, de oogjestang, de striptang, enz.
De combinatietang is een tang die een aantal functies in zich verenigt.
Men kan er een aantal dingen mee doen. In volgorde (van punt naar scharnier) heeft de tang:
Er zijn ook multitools die naast een combinatietang bijvoorbeeld ook een mes, schroevendraaier of flesopeners kunnen bevatten.
De waterpomptang is van oorsprong een stuk gereedschap van de loodgieter, wat uit de naam is af te leiden. Desondanks behoort ze ook tot de standaarduitrusting van veel andere vaklieden. Dat heeft te maken met haar veelzijdigheid, en de grote krachten die men ermee kan uitoefenen, gebaseerd op het hefboomprincipe.
De bekken van deze tang zijn licht getand om de grip te verbeteren, met in het midden een ronde of driehoekige uitsparing om rond of hoekig materiaal, zoals staf, buis of vierkante moerkoppen, stevig vast te grijpen. Het scharnier aan het eerste been is verstelbaar over een sleuf in het tweede been, zodat de tang een ruim bereik heeft.
Het gegrepen materieel raakt makkelijk beschadigd door het onregelmatige grijpvlak en de hoge druk die wordt uitgeoefend. Als dat niet gewenst is moet men dit beschermen met plakband, een oude doek of iets dergelijks. Het is niet aan te bevelen de tang te gebruiken op zeskantige moeren en bouten, omdat die daardoor gauw beschadigd raken.
Met een zijkniptang kunnen we koper en dun ijzerdraad door knippen. Ook snoeren zijn hiermee goed door te knippen.
Standaard zijkniptang
Voor de electronica hobbyist is er een kniptang met een schuine kop om de draadeindjes weg te knippen.
De punttang heeft een lange rechte of gebogen bek met kleine punt en een zijknipvlak.
Een buigtang heeft ronde bekken en is bedoeld om draadoogjes te buigen.
Met een krimptang worden connectors en schoentjes aan kabels/draden gemonteerd.
Voor het verwijderen van spijkers en voor ijzervlechtwerk is een kopkniptang noodzakelijk.
Met sleutels worden bouten en moeren vast of los gedraaid. De koppen zijn een regelmatige zeshoek.
We kennen twee type sleutels hier voor, de steek- en de ringsleutel.
Steek- en ringsleutels zij leverbaar in mm en inch maten. Het bereik van de metrische sleutels begint bij 6 mm.
Het open einde van een steeksleutel past met zeer weinig speling over de evenwijdige en tegenover elkaar liggende zijden van een zeskantige of vierkante moer of boutkop. (Dit in tegenstelling tot een ringsleutel: die gebruikt alle hoeken van een moer of boutkop.) De opening van de steeksleutel is vrijwel altijd geplaatst onder een hoek van 15°. Dit maakt het mogelijk de sleutel te gebruiken daar waar weinig draairuimte is. Draaien van de steeksleutel over de lengte-as geeft immers 2 x 15° = 30°, de zeskant van de bout is moer is 360 / 6 = 60°.
Steeksleutels hebben meestal aan ieder einde een opening, maar wel van verschillende grootte. Het getal slaat op de sleutelwijdte. Veel voorkomende combinaties zijn: 6 - 7 mm, 8 - 9 mm, 10 - 11 mm, 12 - 13 mm, 14 - 15 mm, 16 - 17 mm, 18 - 19 mm, 20 - 22 mm.
Hoe groter de aan te spannen bout, hoe groter het aanhaalmoment mag zijn. Om dit te bereiken worden de steeksleutels naargelang de sleutelwijdte langer.
Een Engelse sleutel is een verstelbare moersleutel die dezelfde toepassing heeft als een steeksleutel, maar waarvan de bekwijdte met behulp van een wormwiel verstelbaar is. De sleutel kan daarmee binnen bepaalde grenzen aan elke maat zeskantige of vierkante moer of boutkop worden aangepast.
De hoek tussen kop en greep is met 15° zorgvuldig gekozen. Door de sleutel te kantelen kan een moer 30° worden verdraaid in een kleine ruimte.
Een Engelse sleutel is minder sterk dan een steeksleutel uit een stuk en kan de boutkop of moer onherstelbaar beschadigen indien hij niet correct wordt gebruikt of als het verstelmechanisme versleten is. Ook de sleutel zelf kan bij foutief gebruik beschadigd raken. Wanneer er grote kracht uitgeoefend wordt op de sleutel, is het belangrijk dat de vaste bek de rotatie "leidt" (bek volgt uiteinde) en dat de verstelbare bek de rotatie "volgt" (bek laat uiteinde achter). Het contactoppervlak van de vaste bek staat op deze manier het verst van de basis van de sleutel, zodat de laagste buigspanning in de beweegbare bek optreedt. De vaste bek is beter bestand tegen buigspanning dan de beweegbare bek, doordat laatstgenoemde slechts ondersteund wordt door de geleidevlakken in het stelmechanisme, en niet door de volledige dikte van de sleutel. De sleutel in de afbeelding hiernaast moet dus met de klok mee gedraaid worden (zie tekening hieronder). Als de moer of boutkop de andere kant op gedraaid moet worden, moet de sleutel om zijn lengteas worden geroteerd.
Een doppendoos bestaat uit ratels waarop doppen met de juiste maat van de bout of moer geklikt wordt. Verder zitten er nog hulpstukken bij zoals verlengstukken.
Voor het opmeten van de diameter van een boortje of zo.
Een multimeter of universeelmeter is de benaming van een elektrisch meetinstrument waar een aantal grootheden mee gemeten kunnen worden zoals spanning, stroomsterkte (of kortheidshalve stroom) en weerstand.
Uitgebreidere universeelmeters kunnen vaak ook capaciteit, zelfinductie, frequentie, temperatuur, de doorlaatspanning van een diode en de stroomversterkingsfactor van een transistor meten.
Daarnaast is vaak een verbindingstester aanwezig. Deze geeft een geluidssignaal als ruwe indicatie van een (goede) verbinding. Dit is handig om snel te kunnen werken waarbij niet naar de meter behoeft te worden gekeken.
Voor een basisset gereedschap zijn de volgende gereedschapen noodzakelijk:
Indien gewenst kunnen de schroevendraaiers ook vervangen worden door een handdraaier met de bits.
Een kistje om gereedschap in op te bergen.