De eisen voor de staplaats zijn beschreven in NEN 1010:2007 + C1:2008 708.
NEN 1010:2007 + C1:2008 708.531.2: Elke contactdoos moet afzonderlijk zijn beveiligd door een aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA. De gekozen toestellen moeten alle polen uitschakelen, inclusief de nul.
NEN 1010:2007 + C1:2008 708.533: Elke contactdoos moet afzonderlijk zijn beveiligd door een beveiligingstoestel tegen overstroom, in overeenstemming met de eisen van hoofdstuk 43.
Voor de installatie eisen in de camper of caravan met Nederlands kenteken wordt verwezen naar NEN 1010:2007 + C1:2008 721.
Willen we de camper of caravan op het net aansluiten dient deze van een aansluitpunt voor de stroomkabel te hebben.
NEN 1010:2007 + C1:2008 721.55.1.1: Een wisselstroominvoer op de caravan of camper moet een toestelstopcontact zijn die voldoet aan het bepaalde van NEN-EN-IEC 60309-2.
Dit toestelcontactstop wordt in de wand van de camper of caravan geplaatst.
NEN 1010:2007 + C1:2008 721.55.1.2: De toestelcontactstop, indien aanwezig:
- moet zijn aangebracht op ten hoogste 1,8 m boven het maaiveld,
- moet zijn aangebracht op een gemakkelijk bereikbare plaats,
- moet een bescherming bieden van tenminste IP44 met of zonder koppelcontactstop en
- mag niet aanzienlijk uitsteken buiten het profiel van de caravan of camper.
NEN 1010:2007 + C1:2008 721.55.2.6: Indien de toestelcontactstop zoals geïnstalleerd volgen 721.55.1.1, alleen voldoet aan NEN-EN-IEC 60309-1, moeten de aansluitmiddelen op het voedingspunt op de standplaats van de caravan zijn meegeleverd; deze moeten het volgende omvatten:
- een contactstop die voldoet aan NEN-EN-IEC 60309-2,
- een snoer of buigzame leiding
- van 25 m (± 2 m),
- volgens het type H05RN-F of gelijkwaardig,
- met geïntegreerde beschermingsleiding, met kleuraanduiding volgens de desbetreffende IEC-norm,
- met een doorsnede in overeenstemming met tabel 721A en
- een koppelcontactstop, indien aanwezig, die past op de toestelcontactstop zoals geïnstalleerd volgens 721.55.1.1.
Tabel 721A - Doorsnede van snoeren en buigzame leidingen voor het aansluiten van caravans Toegekende stroom
AMin. koperdoorsnede
mm216 2,5 25 4 32 6
Voor een standaard 16 A aansluiting hebben we een H05RN-F 3G2,5 of H07RN-F 3G2,5 leiding nodig.
Gebruik stekkers met kabelwartels.
De keuze tussen een haakse of rechte contrastekker is afhankelijk van het toestelstopcontact.
De aarding dient verbonden te worden met het chassis. Ook metalen gas- en waterleidingen dienen met het chassis electrisch verbonden te zijn. Ook de min van boordaccu's is ermee verbonden.
De staplaats heeft aarding zodat een losse aardpen niet mag. De aarding vindt plaats via de voedingskabel.
Om 230 V AC aan boord te hebben gebruiken we een inverter en een eigen accupack. De startaccu van het voertuig dient niet gebruikt te worden.
Het accupack kan geladen worden als de motor draait. Zijn we voorzien van netstroom kunnen we een lader gebruiken om de accu op te laden.
Als we stil staan en geen aansluiting met het net hebben kunnen we een aardpen gebruiken om de camper of caravan de aarden. Hiermee kunnen we een nul creeën.
Om te voorkomen dat op het voertuig stopcontact spanning komt te staan tijdens inverter gebruik dient er een omschakelaar aanwezig te zijn welke tussen "boord - 0 - net" omschakelt en dan tevens als hoofdschakelaar functioneert.
NEN 1010:2007 + C1:2008 721.313.1.2: De nominale voedingsspanning van de gelijkspanningsinstallatie van de caravan mag niet meer bedragen dan 48 V.
NEN 1010:2007 + C1:2008 721.414:
- Delen van de installatie van een caravan die werken op een extra lage spanning, moeten voldoen aan de eisen van 414.
- Voor gelijkstroombronnen met een extra lage spanning gelden in het algemeen de volgende standaardspanningen: 12 V, 24 V, 42 V, 48 V.
- In uitzonderlijke gevallen wanneer wisselstroom met extra lage spanning is vereist, zijn de volgende standaardspanningen toegelaten: 12 V, 24 V, 42 V, 48 V.
Naast 230 V kunnen we ook gebruik maken van 12 of 24 V DC voor de binnenverlichting en een radio. Bij 24 V dient een 24 V radio gebruikt te worden. Kijk of je laders kunt kopen voor laptops die op 12/24 V DC kunnen werken. Voor 5 V USB zijn geschikte adapters verkrijgbaar.
Gebruik 12/24 V koelkasten.
Gebruik voor het boordnet een deep-cycle accu. Gebruik geen lithium accu's omdat deze brand gevaarlijker zijn dan loodaccu's.
Opladen gebeurt als we rijden of met een acculader uit het 230 V net. De acculader dient ook het boordnet te kunnen voeden als er netspanning beschikbaar is.
Opladen kan ook met zonnepanelen, maar dat kan wel eens een dure hobby worden. We moeten dan wel voldoende zonlicht hebben.
Zorg wel dat tijdens de winterstalling de accu's verwijderd worden en/of aan een druppellader worden aangesloten om de accu's vol opgeladen te houden. Loodaccu's kunnen niet tegen vorst als ze zijn ontladen.
In een boordnet is de min met het chassis verbonden.
Is de camper voorzien van een 24 V boordnet dan kunnen we gebruik maken van 24->12 converters voor 12 V apparatuur.
We kunnen ook vaste USB laadpunten aanbrengen die via het boordnet werken om telefoons en tablets op te laden.
We kunnen portable appartuur gemakkelijk vanuit het 12/24 V DC net opladen met een geschikte lader. Dit geeft veel minder verlies dan via 230 V AC.
Voor de electrische verbinding van de caravan met een trekkendvoertuig geldt de regels voor aanhangwagens.
Zie NEN 1010:2007 + C1:2008 bijlage 721 B.55.