In Nederland is een deugdelijke aarding wettelijk verplicht volgens de NEN 1010 norm sinds juli 1997. Deze norm geldt voor zowel nieuwe installaties als significante uitbreidingen van bestaande systemen.
De basis is al besproken:
Het aardingssysteem dient zo aangelegd te zijn dat als alle schakelaars uit staan de aardleidingen nog steeds hem functie vervullen. Bij kabelbreuken zal dit bij TN systemen niet mogelijk zijn.
Foutieve aarding. Lussen werken stroomafvoer tegen. (Inductie)
Wordt in België en Nederland veel gebruikt.
Deze moet geschikt zijn voor de grondsoort waarop gebouwd wordt.
De diepte die de pen moet berijken is minimaal 1 meter en moet voor een voldoende lage impedantie zorgen. De impedantie moet kleiner zijn dan 166 Ω in Nederland en 30 Ω in België.
De doorsnede moet minimaal 6 mm2 zijn en gelijk aan de vereiste doorsnede voor de fase en nul draden bij de gebruikte aansluitwaarde.
Deze verbindt de aardpen met de hoofdaardrail. De meeste installaties gebruiken een standaard maat van 16-25mm2 naar de hoofdaardrails.
We kunnen het aardingssysteem zelfs toepassen op bouwsels die geen stroomaansluiting hebben. Ook bij een IT-systeem wordt het gebruikt.
Het IT-systeem wordt in een electrowerkplaats of in medische ruimtes gebruikt. Wordt ook bij portable aggregaat gebruikt welke ook als IU-systeem kan werken.
Voor een IT-systeem geld hetzelfde als voor het voedende systeem die de primaire van de scheidingstrafo voedt. Het verschil is dat er secundair geen geaarde nul is.
Wordt in Nederland niet gebruikt in woningen. Kan wel in combinatie met een mobiel aggregaat gebruikt worden. Hietoe wordt een aardpen met het aggregaat verbonden. De generator moet dan wel een nul/sterpunt met aarde hebben.
De voedingskabel heeft naast de fase- en nulader ook een aardader.
De aardleiding wordt vanaf de cut-out box verbonden met de hoofdaardrail. De aarde wordt geleverd door de netwerkbeheerder.
Wordt in Nederland weinig gebruikt in woningen.
In de praktijk wordt bij de klant een cut-out-box geplaatst waar een TN-C kabel (L+PEN) binnen komt en de hoofdzekering van de netwerkbeheerder geplaatst is.
De PEN lijn wordt hier gesplitst in een N en PE lijn. Er zijn twee connectorblokje die met elkaar verbonden zijn. De N connectorblok wordt verbonden met de inkomende PEN draad.
Hierna hebben we een TN-S aansluiting met de gevaren van TN-C. De N en PE mogen hierna NOOIT meer met elkaar vebonden worden.
Ook een stopcontact waar geen aarddraad naartoe loopt met TN-C aansluiten, draadbrugje tussen N en PE contact, is niet toegestaan. Als de aardlekschakelaar of automaat uitschakeld is er ook geen aardverbinding meer.
De aardleiding wordt vanaf de cut-out box verbonden met de hoofdaardrail. De aarde wordt geleverd door de netwerkbeheerder.
De hoofdaardrail (HAR) is altijd in installaties aanwezig ongeachte welk aardingssysteem wordt gebruikt.
De hoofdaardrail is geplaatst op 80 cm hoogte in de meterkast. Deze verzamelt alle gemeenschappelijke aardingen en kan verschillende draaddiktes hebben voor aansluitingen. Dit is afhankelijk van de regelgeving.
Op een hoofdaardrail mogen nooit twee beschermende vereffeningsleidingen onder een bout zitten.
Vereffeningsleidingen verbinden metalen objecten met de aarde. Vereffeningsleidingen hebben een diameter van minimaal 6 mm2 en voorkomen potentiaalverschillen.
De badkamer heeft een eigen uitgebreid pv-net waarbij het CAP verbonden wordt met een 2,5 mm2 aarddraad in de centraaldoos of met de HAR.
Op de hoofdaardrail wordt een aardleiding naar de groepenkast gelegt van minimaal 6 mm2. De minimale noodzakelijke doorsnede is afhankleijk van de zwaarste groep, maar altijd minimaal 6 mm2.
De gasleiding en waterleiding worden na de meters met deze rail verbonden.
Heeft u zonnepanelen dan dient het montage frame er mee verbonden te worden. Dit dient met 6 mm2 gedaan te worden.
Hetelucht- en aircoducts worden ook met de HAR verbonden.
Metalen kabelgoten worden ook met de HAR verbonden.
De bovenste metalen strip wordt met de HAR verbonden.
Kerndoorsnede van de faseleiding S mm2 koper. | Indien de beschermingsleiding van hetzelfde materiaal is als de faseleiding |
---|---|
S ≤ 16 | S |
16 < S ≤ 35 | 16* |
S > 35 | S / 2* |
* Voor een PEN-leiding mag de kerndoorsnede alleen worden verminderd overeenkomstig de voorschriften inzake de kerndoorsnede van de nul.